2801 Tijdskrediet in de inrichtingen en diensten erkend en/of gesubsidieerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

Paritair (sub-)Comité nr.:
319.00.00-00.00

Bijwerking: 14/03/2013
Geldig vanaf: 01/01/2002
Geldig tot: 14/04/2013

In het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten werd op 16 december 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, en de wijzigingen ervan, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 17 mei 2007 en gepubliceerd in het Belgisch staatsblad van 21 juni 2007.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een commentaar.

Voor de reglementering inzake tijdskrediet verwijzen wij u naar onze brochure.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

HOOFDSTUK II - Het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking

Artikel 2

§1. In toepassing van artikel 3, §2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001, wordt het recht op tijdskrediet van 1 jaar gebracht op 5 jaar onder volgende voorwaarden:

  • de opname van tijdskrediet als recht in de vorm van periodes van minder dan 1 jaar geldt slechts voor één jaar tijdskrediet in de loopbaan;
  • het recht op het tweede tot en met het vijfde jaar tijdskrediet in de vorm van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties of een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, bij dezelfde werkgever waarbij de werknemer is tewerkgesteld, geldt op voorwaarde dat de werknemer ten minste 3 jaar door een arbeidsovereenkomst met deze werkgever verbonden is geweest;
  • het recht op het tweede tot en met het vijfde jaar tijdskrediet in de vorm van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties of een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, bij dezelfde werkgever waarbij de werknemer is tewerkgesteld, geldt voor zover de minimaal opgenomen periode ten minste één jaar bedraagt.

Opmerking: zie ook de commentaar hier onder.

§2. Werkgever en werknemer kunnen in onderling akkoord eventueel gunstigere regelingen overeenkomen wat betreft deze voorwaarden. Gunstigere regelingen kunnen eveneens overeengekomen worden bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming.

Artikel 3

§1. In toepassing van artikel 15, §7, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001, wordt de drempel van het totaal aantal werknemers dat als gevolg van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelijktijdig het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties uitoefent, gewijzigd als volgt:

Per effectieve werkeenheid, leefeenheid of dienst wordt het maximaal aantal werknemers dat gelijktijdig het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties uitoefenen, bepaald als volgt:

  1. werkeenheid van 5 of minder werknemers: gelijktijdige afwezigheid van maximum 2 werknemers voor een totaal van maximum 1 voltijdse eenheid afwezigheid;
  2. werkeenheid van 6 tot 10 werknemers: gelijktijdige afwezigheid van maximum 2 werknemers voor een totaal van maximaal 1,5 voltijdse eenheid afwezigheid;
  3. werkeenheid vanaf 10 werknemers: gelijktijdige afwezigheid van maximum 1 werknemer per begonnen schijf van 10 werknemers voor de opname van volledig tijdskrediet en bijkomend maximum 1 werknemer per begonnen schijf van 10 werknemers voor het 1/5de of het 1/2de tijdskrediet.

§2. De effectieve werkeenheid, leefeenheid of dienst kunnen in de onderneming worden gedefinieerd naargelang de kenmerken van de onderneming en de organisatie ervan in akkoord tussen werkgever en werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis daarvan het personeel).

§3. Deze drempel kan verder worden verhoogd bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming.

Artikel 4

In toepassing van artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis tot invoering van het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001, wordt het recht op een vermindering van arbeidsprestaties toegekend aan alle werknemers van 50 jaar of ouder die hiertoe een aanvraag richten.

Deze werknemers worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de drempel zoals vermeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, indien zij schriftelijk met hun werkgever overeenkomen om hogergenoemd stelsel verder te zetten, behoudens overmacht, tot aan de leeftijd van het eventuele brugpensioen of tot aan de leeftijd van het rustpensioen.

Artikel 5

Wanneer de drempel zoals vermeld in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bereikt is, wordt een wachtlijst opgesteld, rekening houdende met volgende voorrangsregels:

  1. de werknemers die hun rechten op palliatief verlof hebben uitgeput;
  2. de werknemers die hun rechten op verlof voor medische bijstand aan zieke gezins- of familieleden tot in de tweede graad hebben uitgeput;
  3. de werknemers die hun rechten op ouderschapsverlof hebben uitgeput;
  4. de werknemers die een gemotiveerde aanvraag doen voor de opvoeding van een kind van minder dan 5 jaar;
  5. de werknemers die een gemotiveerde aanvraag doen omwille van de inschrijving in vormingsleergangen.

HOOFDSTUK III - Vervanging

Artikel 6

De sociale partners delen de zorg voor het behoud van de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening en voor het niet verzwaren van de arbeidsbelasting.

Met dit doel engageren de werkgevers er zich toe om voor het volume van de gesubsidieerde en/of gefinancierde en/of door de overheid verplicht gestelde tewerkstellingsplaatsen over te gaan tot de noodzakelijke vervangende tewerkstelling, om zo het globaal en gemiddelde arbeidsvolume voor de betrokken periode te behouden.

Voor wat betreft de tewerkstellingsplaatsen die niet door de overheid gesubsidieerd en/of gefinancierd worden moet, in geval van niet-vervanging, hiervoor een schriftelijke argumentatie gegeven worden aan de syndicale afvaardiging.

HOOFDSTUK IV - Loopbaanvermindering met 1/5de - toepassingsmodaliteiten

Artikel 7

Voor het recht op de loopbaanvermindering met 1/5de gelden volgende toepassingsmodaliteiten:

  • de vermindering bedraagt voor alle werknemers het equivalent van 1/5de van de voltijdse contractuele arbeidsduur, ongeacht het arbeidsregime waarin deze werknemers zijn tewerkgesteld;
  • de vermindering wordt opgenomen in de vorm van volledige dagelijkse dienstroosters.

HOOFDSTUK V - Beperkingen van het recht

Artikel 8

Van het recht op tijdskrediet in de vorm van een volledige schorsing van de arbeidsprestaties, of de vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, of de loopbaanvermindering met 1/5de worden in de ondernemingen geen andere beroepsgroepen of functies uitgesloten dan de directies, en wel in die betekenis dat voor deze functie de toestemming van de werkgever vereist is om van voornoemde stelsels te genieten.

HOOFDSTUK VI - Overgang naar een stelsel van brugpensioen

Artikel 9

In geval van overgang naar een brugpensioenstelsel vanuit tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, zal de aanvullende vergoeding voor het brugpensioen berekend worden op basis van het referteloon dat overeenstemt met het arbeidsregime voorafgaand aan de vermindering van de arbeidsprestaties.

HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegtermijn van zes maanden, betekend bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten.

Commentaar

Deze collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten werd in het kader van het oude regime van tijdskrediet moet gelezen worden in het licht van het nieuw regime van tijdskrediet.

De CAO nr.77bis van 19 december 2001 voorzag in de mogelijkheid voor sectoren en ondernemingen om het recht op voltijds of halftijds tijdskrediet te verlengen van 1 tot maximum 5 jaar.

De CAO nr.103 vervangt deze mogelijkheid door de mogelijkheid om bovenop de 12 maanden tijdskrediet zonder motief 36 maanden voltijds of halftijds tijdskrediet met motief op te nemen.

De werknemers die nog in het stelsel van de CAO nr. 77bis rechten uitoefenen en degene die voor 1 september 2012 hun recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering hebben aangevraagd, blijven onder de toepassing van de oude CAO nr.77bis.

De nieuwe aanvragen en de verlengingsaanvragen waarvan de werkgever in kennis werd gesteld na 1 september 2012, vallen onder toepassing van deze nieuwe CAO nr.103. De werknemer heeft dus overeenkomstig deze CAO recht op 12 maanden tijdskrediet zonder motief en zal van een bijkomend recht van 36 maanden tijdskrediet met motief kunnen genieten, indien er binnen de sector of de onderneming een CAO bestaat die dit recht ook toelaat.

De CAO’s die op ondernemingsniveau en sectoraal niveau gesloten werden voor de inwerkingtreding van de CAO nr.103 blijven gelden. De verlenging die hierin werd voorzien op basis van de CAO nr.77bis, zal echter gelezen moeten worden in het licht van de nieuwe CAO nr.103:

Indien de CAO’s op basis van de CAO nr.77bis spreken over een…, zal dit gelezen moeten worden als een:
verlenging van het voltijds en/of halftijds tijdskrediet met 1 jaar/ tot 2 jaar recht op 12 maanden tijdskrediet zonder motief en 12 maanden voltijds en/of halftijds tijdskrediet met motief
verlenging van het voltijds en/of halftijds tijdskrediet met 2 jaar/ tot 3 jaar recht op 12 maanden  tijdskrediet zonder motief en 24 maanden voltijds en/of halftijds tijdskrediet met motief
Verlenging van het voltijds en/of halftijds tijdskrediet met 3 of 4 jaar/ tot 4 of 5 jaar recht op 12 maanden tijdskrediet zonder motief en 36 maanden jaar voltijds en/of halftijds tijdskrediet met motief

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
16/12/2002
Registratienr
65456
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/01/2003
Registratiedatum
18/02/2003
Onderwerp
tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking
BS Bericht van neerlegging
06/03/2003
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
17/05/2007
Gepubliceerd in het B.St. van
21/06/2007
Keywords
TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN

Historiek
01/06/2017 31/12/2050 2801 Tijdskrediet met motief in de inrichtingen en diensten erkend en/of gesubsidieerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en in de opvangcentra voor asielzoekers erkend en/of gesubsidieerd door de federale overheid
15/04/2013 31/05/2017 2801 Tijdskrediet met motief in de inrichtingen en diensten erkend en/of gesubsidieerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en in de opvangcentra voor asielzoekers erkend en/of gesubsidieerd door de federale overheid
01/01/2002 14/04/2013 2801 Tijdskrediet in de inrichtingen en diensten erkend en/of gesubsidieerd door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie