2602 260102 Arbeidspolitiek en werkzekerheid van de bedienden

Paritair (sub-)Comité nr.:
317.00.00-00.00

Bijwerking: 03/01/2003
Geldig vanaf: 01/01/1999
Geldig tot: 31/12/2000

In het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten werd op 8 juli 1977 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de werkgelegenheids- en werkzekerheidspolitiek. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 16 juni 1978 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 13 september 1978. Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst van 14 oktober 1980, algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 1 april 1981 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 mei 1981.

In het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten werd verder op 5 juli 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 17 januari 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 maart 2002.

Wij geven U hierna de integrale tekst van de CAO van 8 juli 1977 en de bepalingen van de CAO van 5 juli 1999 inzake de arbeidspolitiek en de werkzekerheid.

A. CAO 8 juli 1977

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

Artikel 2 - definities

In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder :

-        "full-time" agent :         degene die door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gebonden. Zoals voorzien in de wet valt de werknemer die geen arbeidsovereenkomst heeft ondertekend, onder het stelsel van de arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd.

-        "part-time" agent :       degene die door een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde tijd is gebonden doch waarvan de wekelijkse of maandelijkse arbeidsprestaties door de overeenkomst zijn beperkt.

-        gelegenheids- of tussentijdsagent :           degene die onregelmatige arbeidsprestaties verricht en die door een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd is gebonden.

Artikel 3

Werkgelegenheids- en werkzekerheidspolitiek :

a)    Naargelang van de begrensde mogelijkheden van de sector wordt bij voorrang personeel aangeworven voor een onbepaalde tijd en wordt dat personeel, per uitbatingssector, in dienst gehouden als tot ontslag of vermindering van arbeidsposten moet worden overgegaan.

b)    Ingeval volledige dienstbetrekkingen te begeven zijn, wordt, bij gelijke kwalificatie en tegenover kandidaten van buiten uit, voorrang verleend aan personeel met onvolledige dienstbetrekking dat reeds in de onderneming is tewerkgesteld.

c)    Wat betreft de waakdiensten verricht in bestaande of toekomstige Belgische of buitenlandse militaire basissen, gevestigd op het Belgisch grondgebied, verbinden de bewakingsondernemingen er zich toe, in geval van ontslag of vermindering van het werkvolume, het personeel in de mate van het mogelijke aan het werk te houden.

Artikel 4

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1977 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

B. CAO 5 juli 1999

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen welke behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten en heeft onmiddellijke uitwerking.

             Met "bedienden" worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke personeelsleden bedoeld.

§2        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit uitoefenen op Belgisch grondgebied, ongeacht het feit of hun zetel zich in België of in het buitenland bevindt.

(…)

HOOFDSTUK VII - Tewerkstelling en vorming

Artikel 11

Inzake ontslag van personeel tewerkgesteld onder contract van onbepaalde duur, uitgenomen tijdens de proefperiode, bevestigen de vakorganisaties dat de beslissingsmacht uitsluitend bij de directie van de onderneming ligt.

Artikel 12

In het raam van hierna vermelde procedure hebben de werknemers en de vakorganisaties het recht het ontslag aan te vechten.

De werknemers hebben het recht voor hun verdediging een beroep te doen op de vakbondsafvaardigingen of ‑organisaties.

Artikel 13

Uitgenomen in geval van overmacht heeft de betrokken persoon voor zijn ontslag of tijdelijke wegzending zonder loon het recht door de directie gehoord te worden en zich daarbij te laten bijstaan door een vakbondsafgevaardigde van zijn keuze.

Artikel 14

In geval van ontslag wegens beroepsonbekwaamheid, kan dit niet doorgaan nadat de betrokkene twee schriftelijke verwittigingen heeft gekregen, per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs.

Artikel 15

In geval van ontslag onafhankelijk van de persoon (economische redenen, herstructurering, ...) dient de informatie voorafgaandelijk gegeven te worden aan de ondernemingsraad of, bij gebreke, aan de vakbondsafvaardiging.

In het bewustzijn dat de stabiliteit van de werkgelegenheid een belangrijk element is voor de motivering van het personeel wordt overeengekomen dat de leden van de ondernemingsraad of, bij gebreke, van de vakbondsafvaardiging alle mogelijkheden (brugpensioen, arbeidsdeling, beroepsloopbaanonderbreking) onderzoeken teneinde ontslagen te vermijden of te beperken.

Artikel 16

Elk ontslag kan gebeuren buiten de procedure beschreven in artikels 13 en 15 als het wordt gewettigd door een zware fout en onder voorbehoud dat de wettelijke bepalingen terzake in acht genomen worden.

Artikel 17

Behalve in geval van overmacht dient het ontslag wegens zware fout voorafgaandelijk meegedeeld te worden aan de vakbondsafvaardiging.

Artikel 18

Behalve in de gevallen bepaald door de wet belooft de directie de aard van de zware fout die aanleiding gaf tot het ontslag niet openbaar te maken buiten de structuren van het syndicaal overleg.

Artikel 19

De sociale gesprekspartners verbinden zich ertoe een werkgroep op te richten met het doel de huidige controlemaatregelen met betrekking tot het ontslag om professionele tekortkomingen te verbeteren. Deze werkgroep zal uiterlijk op 31 december 2000 zijn resultaten voorleggen.

Artikel 20

Voorrang wordt gegeven aan het aanwerven van personeel met een contract voor onbepaalde duur, binnen de grenzen van de mogelijkheden van de sector.

Binnen dezelfde limiet wordt voorrang gegeven aan het behoud van dit personeel, in geval van afdanking of vermindering van arbeidsposten.

In geval van vacature van fulltime posten, met gelijke kwalificaties, zal voorrang gegeven worden aan parttime bedienden die reeds in dienst zijn, ten overstaan van externe kandidaten.

Artikel 21

Situatie van het exploitatiepersoneel in geval van verlies van een handelscontract ten gunste van een concurrerende onderneming:

Bij de overgang van een contract van meer dan 2.500 uren/maand, naar een andere bewakingsonderneming, zal de onderneming die het contract overneemt in overleg met de nationale vakbondssecretarissen van de organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité zich ertoe verplichten minstens 75 % van het personeel over te nemen in functie van de bezetting noodzakelijk voor de uitvoering van het nieuw contract.

Alle bedienden die desondanks ontslagen worden zullen worden opgenomen op een lijst "werfreserve" genaamd, bijgehouden door de voorzitter van de associatie van bewakingsondernemingen. De ondernemingen verbinden er zich toe deze lijst te raadplegen, echter zonder aanwervingsverplichting, alvorens tot aanwervingen over te gaan op de arbeidsmarkt. De ondernemingsraad of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging houdt toezicht op de naleving van deze bepalingen.

De bedienden die worden overgenomen door een andere onderneming behouden hun verworven anciënniteit van de uittredende firma en de daaraan gekoppelde rechten (anciënniteitsverlofdag voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst).

In geen geval kunnen zij aanspraak maken op de eigen verworvenheden van de uittredende onderneming.

Deze bepaling is niet van toepassing in geval van ontslag en in geval van arbeidsongeschiktheid tijdens de eerste maand. In dat laatste geval wordt het verschil tussen de ziekte-uitkering ten laste van de mutualiteit en de normale regeling aangevuld door een bijpassing door de werkgever alsof de bediende meer dan één maand dienst had.

(…)

Tewerkstellingsbeleid

Artikel 23

§1        De gepensioneerden van 65 jaar en ouder alsmede de bruggepensioneerden van 58 jaar en ouder, zullen niet meer aangeworven worden.

             Deze bepaling is niet toepasselijk voor kader- en directieleden.

§2        De eventuele aanwerving van gepensioneerden die minder dan 65 jaar oud zijn en van bruggepensioneerden van 58 jaar en jonger, zal per geval door de ondernemingsraad onderzocht worden of, bij gebrek daaraan, door de vakbondsafvaardiging of bij gebrek van deze laatste, door de plaatselijke syndicale vrijgestelden van de representatieve werknemersorganisaties die deze overeenkomst ondertekenen.

(…)

HOOFDSTUK XI - Algemene bepalingen

Artikel 28

§1        Indien sommige van de nieuwe voordelen, zoals vervat in deze collectieve arbeidsovereenkomst, reeds geheel of gedeeltelijk aan de werknemers worden toegekend door sommige werkgevers, wordt er tussen de ondertekenende partijen overeengekomen dat deze laatsten slechts het eventueel verschil tussen het reeds toegekende en hetgeen er in deze overeenkomst wordt voorzien, moeten betalen.

§2        Alle bepalingen van de bestaande overeenkomsten die niet door deze conventie worden gewijzigd blijven van toepassing.

Voordeliger overeenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten of op het vlak van de onderneming blijven behouden.

(…)

HOOFDSTUK XIV - Slotbepalingen

Artikel 31

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 behalve voor de bepalingen waarvoor de inwerkingtreding bepaald is op 1 juni 1999.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Deze overeenkomst vernietigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 geregistreerd ter Griffie op 18 november 1997 onder het nummer 45990/CO/317, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van de bedienden.

Zij vernietigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 1998, geregistreerd ter Griffie op 6 november 1998 onder nummer 49418/CO/317, betreffende de classificatie operationele bedienden.

Vanaf 1 oktober 2000 kan zij worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, bij aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.

 


Historiek
01/01/2015 31/12/2999 2602 Werkzekerheid - Ontslagprocedure
01/09/2005 31/12/2014 2602 Werkzekerheid - bedienden
01/01/2001 31/08/2005 2602 260102 Arbeidspolitiek en werkzekerheid van de bedienden
01/01/1999 31/12/2000 2602 260102 Arbeidspolitiek en werkzekerheid van de bedienden