040102 Prijsaanduidingen. Aandeel van het bedieningsgeld in de prijs

Paritair (sub-)Comité nr.:
302.00.00-00.00

Bijwerking: 08/05/2000
Geldig vanaf: 01/01/1996
Geldig tot: 28/04/2017

De verkoper die aan de consument producten aanbiedt, moet de prijs hiervan schriftelijk en ondubbelzinnig aanduiden. De verkoper die aan de consument diensten aanbiedt, moet het tarief hiervan schriftelijk, leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig aanduiden (artikel 2 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument).

De aangeduide prijs of het aangeduide tarief moet de door de consument te betalen totale prijs of het totale tarief zijn, waaronder is begrepen: de belasting over de toegevoegde waarde, alle overige taksen en de kosten van alle diensten die door de consument verplicht moeten worden bijbetaald (artikel 3 van dezelfde wet). In de horeca wil dit concreet zeggen dat de aangeduide prijs verplicht niet alleen de prijs van het geleverde product (drank, maaltijd, logies) moet omvatten, maar eveneens de BTW en het eventuele bedieningsgeld.

Deze regels werden voor de horeca verder uitgewerkt in het koninklijk besluit van 15 juni 1988 betreffende de aanduiding van de tarieven in de zaken waar logies, maaltijden, gerechten of dranken worden verstrekt (Belgisch Staatsblad van 29 juni 1988). Wij gaan op deze reglementering niet verder in, aangezien zij onmiskenbaar tot het handels- en economisch recht behoort en bijgevolg buiten het opzet valt van deze documentatie. Maar het is duidelijk dat de bovenstaande regels zijdelings gevolgen hebben op sociaalrechtelijk vlak, meer bepaald in die ondernemingen waar personeel wordt tewerkgesteld dat met bedieningsgeld wordt betaald. Indien men in een horecazaak een product aan de consument levert voor een prijs van 100 EUR, wat is dan de prijs van de eigenlijke consumptie? Hoeveel van die 100 EUR is bestemd voor de BTW en hoeveel is bestemd voor het personeel?

1. BTW-tarief

In de horeca zijn twee BTW-tarieven van toepassing die sedert 1 januari 1996 bepaald zijn op 6 % en 21 %.

Het tarief van 6 % is van toepassing op de logiesverstrekking en andere hoteldiensten zoals parking, telefoon (op voorwaarde dat deze diensten vermeld worden op de hotelnota en voorbehouden worden aan het cliënteel dat in het hotel logeert), verhuur van brandkasten, personenvervoer, wasserij (op voorwaarde dat de dienst in het hotel wordt gepresteerd), televisie en radio.

Het tarief van 21 % is van toepassing op het verstrekken van spijzen en dranken, het verhuren van zalen voor zover dit samengaat met het verschaffen van spijzen en dranken.

Het BTW-tarief is verschuldigd op zowel de prijs van het eigenlijke product of de eigenlijke dienst, als op de prijs van de bediening.

2. Bedieningsgeld

Krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 14 december 1971 in het Paritair Comité voor het hotel­bedrijf, bedraagt het bedieningsgeld 16 % van de prijs van het eigenlijke product of de eigenlijke dienst. Dit is dus 16 % van de aangeduide prijs verminderd met het bedieningsgeld en de BTW.

3. Verdeling van de aangeduide prijs

Wat is nu het respectievelijke aandeel van de productprijs, de BTW en het bedieningsgeld in de aangeduide prijs?

Twee mogelijkheden doen zich voor.

a)   Het personeel wordt niet met bedieningsgeld betaald. In dit geval dient men op de prijslijsten te vermelden "belasting over de toegevoegde waarde inbegrepen". Wij raden aan daarbij tevens te vermelden: "bediening gratis".

Indien de aangeduide prijs 100 EUR bedraagt en het BTW-tarief 21 %, dan is de prijs van het product of de dienst gelijk aan 82,64 EUR en bedraagt de BTW 17,36 EUR. Om de BTW op het totale omzetcijfer te berekenen, vermenig­vuldigt u bijgevolg dat omzetcijfer met 0,1736.

Indien de aangeduide prijs 100 EUR bedraagt en het BTW-tarief 6 %, dan is de prijs van de dienst gelijk aan 94,34 EUR en bedraagt de BTW 5,66 EUR. Om de BTW op het omzetcijfer te berekenen, vermenigvuldigt u het omzetcijfer met 0,0566.

b)   Het personeel wordt wel met bedieningsgeld betaald. In dit geval dient men op de prijslijsten te vermelden "belasting over de toegevoegde waarde en bediening inbegrepen".

Indien de aangeduide prijs 100 EUR bedraagt en het BTW-tarief 21 %, dan is de prijs van het product of de dienst gelijk aan 71,24 EUR, bedraagt het bedieningsgeld 11,40 EUR en de BTW 17,36 EUR. Om het bedieningsgeld op het totale omzetcijfer te berekenen, vermenigvuldigt u bijgevolg dat omzetcijfer met 0,1140. Om de BTW te berekenen, vermenigvuldigt u het omzetcijfer met 0,1736.

Indien de aangeduide prijs 100 EUR bedraagt en het BTW-tarief 6 %, dan is de prijs van de dienst gelijk aan 81,33 EUR, bedraagt het bedieningsgeld 13,01 EUR en de BTW 5,66 EUR. Om het bedieningsgeld op het totale omzetcijfer te berekenen, vermenigvuldigt u bijgevolg dat omzetcijfer met 0,1301. Om de BTW te berekenen, vermenigvuldigt u het omzetcijfer met 0,0566.

Praktische schikkingen

Zoals u weet worden de sociale zekerheidsbijdragen van het personeel dat met bedieningsgeld wordt betaald berekend op basis van forfaitaire bedragen.

Om de bedrijfsvoorheffing correct te kunnen berekenen, dient men echter rekening te houden met het werkelijk ontvangen loon. De aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw worden bijgevolg verzocht op iedere prestatieopgave het werkelijke totaalbedrag aan bedieningsgeld voor ieder personeelslid dat met bedieningsgeld betaald wordt te vermelden.


Historiek
29/04/2017 31/12/2999 040102 Aandeel van het bedieningsgeld in de prijs
01/01/1996 28/04/2017 040102 Prijsaanduidingen. Aandeel van het bedieningsgeld in de prijs