01 Protocolakkoord

Paritair (sub-)Comité nr.:
302.00.00-00.00

Bijwerking: 19/07/2005
Geldig vanaf: 01/07/2005
Geldig tot: 31/12/2008

In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2005-2006 overhandigd werd op 13 juli 2005 door de sociale partnes vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het hotelbedrijf het hiernavolgend protocolakkoord voor de horecasector afgesloten.

Wij geven u hierna de integrale tekst van dit protocolakkoord .

Verschillende delen van dit protocolakkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Onderhavige overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het hotelbedrijf en voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder “werknemers” de mannelijke en vrouwelijke werknemers.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

· Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten :

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor :

– de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening ;

– de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding ;

– de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie ;

– de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

· Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan :

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Protocolakkoord dd.13 juli 2005

I. Wat voorafgaat

In het kader van de afspraken met betrekking tot de koopkrachtverhogingen van de werknemers zoals vermeld onder punt II van onderhavige overeenkomst aanvaarden de sociale partners het principe van een saldomechanisme tussen de geschatte en de reële inflatie.

De sociale partners komen overeen dat de koopkrachtverhogingen bepaald in punt II van onderhavige overeenkomst toegestaan werden rekeninghoudend met een gecumuleerde verhoging van de opeenvolgende gezondheidsindexen voor de periode 2005-2006 van 3,5%. Indien het resultaat van de som van de indexeringen van 1 januari 2006 en 1 januari 2007 op 1 januari 2007 hoger is dan de verwachte 3,5% dan zal het verschil berekend op het referteloon van 9,18 EUR uitsluitend aangewend worden voor een “inhaaloperatie”. Per 1 januari 2007 zal een berekening gemaakt worden om het verschil vast te stellen tussen het rekenkundig gemiddelde van de minimumuurlonen in het hotelbedrijf ( P.C. 302) en het rekenkundig gemiddelde van de sectorale lonen van de banketbakkerijen (P.C. 118.03), handel in voedingswaren (P.C. 119) en de schoonmaak en ontsmettingsondernemingen (P.C. 121).

II. Koopkracht

a. Op 1 oktober 2005 worden de van toepassing zijnde minimumuurlonen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 met betrekking tot de invoering van een functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumuurlonen en effectieve lonen verhoogd met 0,0413 EUR per uur in de  38u/week. De minimummaandlonen en de effectieve maandlonen zullen op 1 oktober 2005 in dezelfde proportie verhoogd worden.

b. Op 1 juli 2006 worden de van toepassing zijnde minimumuurlonen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 met betrekking tot de invoering van een functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumuurlonen en effectieve lonen verhoogd met 0,0413 EUR per uur in de 38u/week. De minimummaandlonen en de effectieve maandlonen zullen op 1 juli 2006 in dezelfde proportie verhoogd worden.

c. Op 1 oktober 2006 worden de van toepassing zijnde minimumuurlonen in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 met betrekking tot de invoering van een functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumuurlonen en effectieve lonen verhoogd met 0,0826 EUR per uur in de 38u/week. De minimummaandlonen en de effectieve maandlonen zullen op 1 oktober 2006 in dezelfde proportie verhoogd worden.

III. Indexering

Art. 10, 11, 12 en 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 met betrekking tot de invoering van een functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumuurlonen zullen met ingang van 1 januari 2006 gewijzigd worden rekening houdend met wat hierna volgt:

Op 1 januari van elk jaar en voor de eerste keer op 1 januari 2006 zullen de van toepassing zijnde minimumlonen alsook het gedeelte van de effectief betaalde lonen dat overeenstemt met deze minimumlonen aangepast worden in functie van de reële evolutie van het viermaandelijks gemiddelde van de gezondheidsindexcijfer van de laatste 12 maanden (november, jaar – 1 tegenover november, jaar -2).

IV. Aanpassing forfaitaire lonen

In de periode 2005-2006 engageren de sociale partners zich, telkens als in uitvoering van punt II van onderhavige overeenkomst de minimumuurlonen en de minimummaandlonen worden verhoogd, zich te richten tot de Minister van Sociale Zaken om de forfaitaire daglonen, die in aanmerking moeten genomen worden voor de berekening van de bijdrage voor sociale zekerheid van de handarbeiders wier loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat, met een zelfde bedrag te verhogen.

V. Studentenarbeid

In de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 25 juni 1997 tot invoering van een functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumlonen wordt het artikel 24 bis als volgt gewijzigd:

“De studenten, met uitzondering van de leerlingen en studenten van de hotelscholen, tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten en die voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zullen met ingang van 1 juli 2005 ingeschaald worden in twee functiecategorieën lager dan deze die overeenstemt met de functiecategorie waarin zij volgens hun referentiefunctie zouden ingeschaald worden.”

(Over deze bepaling zal juridisch advies ingewonnen worden of zij niet in strijd is met de wet van 25 februari 2003).

VI. Bestaanszekerheid

In de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 augustus 1999 met betrekking tot de bijzondere vergoeding voor arbeiders ingeval van gebrek aan werk wegens economische oorzaken worden volgende wijzigingen aangebracht:

1. in artikel 2 wordt onder punt 1 na het woord voltijdse “of deeltijdse” toegevoegd

2. art. 4 wordt aangepast als volgt : Vanaf 1 juli 2005 bedraagt de bestaanszekerheidsuitkering: 0,4689 EUR per uur te vermenigvuldigen met het aantal uren voorzien in het uurrooster van de werknemer op de dag dat hij werkloos is wegens economische oorzaken.

3. De collectieve arbeidsovereenkomst zal verlengd worden tot 30 juni 2007.

VII. Functiejaren van het seizoenspersoneel

Art. 28 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25.06.1997 met betrekking tot de invoering van een functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumuurlonen met betrekking tot de anciënniteit wordt in volgende zin aangepast:

“Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder werknemer : “de werknemer die jaarlijks gebonden is door een arbeidsovereenkomst van minstens twee maanden die vallen in de periode van 1 mei tot 30 september, met een wekelijkse arbeidsduur die ten minste gelijk is aan ¾ van een voltijdse betrekking met dezelfde werkgever in een badplaats, luchtkuuroord of toeristisch centra zoals omschreven in artikel 15 § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 inzake de arbeidsduur en arbeidsduurvermindering”. Voor de werknemers die beantwoorden aan de hierboven vermelde voorwaarden worden alle gepresteerde dagen getotaliseerd over de verschillende kalenderjaren van tewerkstelling.

Telkenmale de werknemer 260 effectief gepresteerde dagen (5-dagenstelsel) of 312 effectief gepresteerde dagen (6-dagenstelsel) totaliseert bij dezelfde werkgever en in dezelfde functiecategorie, heeft hij recht op het minimumloon van één hoger functiejaar.

Wanneer de werknemer alle functiejaren in de loonklasse van de functiecategorie waarin hij werd ingedeeld heeft doorlopen, heeft hij na elke 2.560 bijkomende arbeidsdagen effectief gepresteerd te hebben, recht op een minimumloon verhoogd met 1 pct., berekend op het minimumloon bij nul functiejaren.”

VIII. Syndicale vorming – vergoeding deeltijdse werknemers

De sociale partners komen overeen dat aan de werknemers die een volledige dag syndicale vorming volgen op de dag dat zij in uitvoering van hun uurrooster minder uren presteren dan een volledige dagprestatie zoals van toepassing volgens het geldend arbeidsregime in de onderneming te vergoeden voor het dagdeel syndicale vorming dat zij niet betaald werden door de werkgever. In de schoot van het Waarborg en Sociaal Fonds Horeca en Aanverwante bedrijven zullen de modaliteiten vastgelegd worden tot uitbetaling van de vergoeding.

IX. Syndicale premie

De sociale partners verbinden zich er toe om in de schoot van de raad va  bestuur van het Waarborg en Sociaal Fonds Horeca en Aanverwante bedrijven een beslissing te laten akteren waarbij het bedrag van de syndicale premie voor de voltijdse werknemers aangesloten bij een syndicale organisatie als volgt wordt vastgesteld:

2006 : 116,51 EUR

2007 : 122,26 EUR

2008 : 128,00 EUR

X. Minimale wekelijkse arbeidsduur

Met betrekking tot art. 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27.09.2001 inzake de arbeidsduur en arbeidsduurvermindering wordt de hiernavolgende aanbeveling geformuleerd :

“Teneinde de socialezekerheidsrechten van de vrijwillige deeltijdse werknemers te waarborgen richten de sociale partners een aanbeveling tot de werkgevers om de wekelijkse arbeidsduur van de betrokken werknemers minimaal op 13 uren vast te leggen.”

XI. Tijdskrediet

De collectieve arbeidsovereenkomst van 30.06.2003 gesloten in het paritair comité van het hotelbedrijf inzake tijdskrediet wordt aangepast in die zin dat bij toepassing van art. 3,

§ 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 bis de duur van uitoefening van het recht op tijdskrediet voor de werknemers die de leeftijd van 50 jaar niet hebben bereikt, verlengd wordt tot 2 jaar.

XII. Premie voor arbeidsprestaties op zon- en wettelijke feestdagen

Rekening houdend met de opmerkingen gemaakt door de Federale Overheidsdienst van Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg in verband met de collectieve arbeidsovereenkomst van 30.06.2003 betreffende de premie voor arbeidsprestaties op zon- en wettelijke feestdagen verbinden de sociale partners zich ertoe om de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst aan te passen dermate dat de aanpassing een financieel neutrale impact heeft voor de ondernemingen in de sector.

XIII. Catering

De sociale partners geven hun goedkeuring aan het voorstel van collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot het dynamisch gebruik van de sectorale loonschalen opgenomen in de CAO van 25 juni 1997 tot invoering van een nieuwe functieclassificatie en tot vaststelling van de minimumlonen in de ondernemingen van de collectieve restauratie als bijlage gevoegd aan onderhavig protocolakkoord en vragen de algemeen verbindend verklaring.

XIV. Onderaanneming (productiviteitsnormen voor onderhoud van kamers)

De sociale partners erkennen de problemen die zich stellen bij bepaalde onderaannemers die het onderhoud van kamers verzorgen in hotels en wensen hiervoor een oplossing te zoeken. De ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Hotelbedrijf zullen uitgenodigd worden om notificatie te doen van het registratienummer van de onderaannemer waarop zij een beroep hebben gedaan voor het onderhoud van kamers.

XV. Werkgroepen

De sociale partners zullen in de periode 2005-2006 werkgroepen opstarten en dit binnen een vastgesteld tijdsschema op te maken bij de ondertekening van onderhavig protocolakkoord om oplossingen uit te werken voor:

1. verlofregeling voor werknemers in de horeca

2. stagiairs

3. aantrekkelijkheid van de sector

4. classificatie en functie-evolutie in de sector

5. sociale dialoog op ondernemingsniveau

6. wijziging kas voor jaarlijkse vakantie : onderzoeken mogelijke aansluiting van de

sector bij kas voor jaarlijkse vakantie van de voedingsnijverheid

7. evaluatie van de vormingsinspanningen

XVI. Verlenging bestaande CAO’s op het ogenblik van ondertekening van eerder geciteerde conventies

De collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot het conventioneel brugpensioen, het brugpensioen op 56 jaar en het halftijds brugpensioen zullen verlengd worden voor een periode tot 31 december 2006.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 30.06.2003 inzake betaling carensdag(en) zal verlengd worden voor een periode tot 30 juni 2007.

De collectieve arbeidsovereenkomst van 30.06.2003 inzake de bevordering tewerkstelling risicogroepen zal verlengd worden voor een periode tot 31 december 2006.

XVII. Sociale Vrede

De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd van onderhavige overeenkomst. Sociale voordelen die toegekend worden in uitvoering van onderhavig akkoord kunnen niet gecumuleerd worden met gelijkwaardige voordelen die reeds op het niveau van onderneming werden toegekend.

Wanneer gunstiger voorwaarden werden toegekend op het niveau van de onderneming dan blijven deze gehandhaafd.

De syndicale organisaties zullen zich onthouden om op ondernemingsvlak aanvullende eisen te stellen die van die aard zouden zijn dat zij de verbintenissen van de ondernemingen die voortvloeien uit deze overeenkomst uitbreiden.


Historiek
01/01/2023 31/12/2024 01 Sectoraal akkoord 2023-2024
01/01/2019 31/12/2020 01 Sectoraal akkoord 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 01 Sectorakkoord 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 01 Protocolakkoord 2015-2016
01/01/2013 31/12/2014 01 Protocolakkoord 2013-2014
01/01/2011 31/12/2012 01 Protocolakkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 01 Protocolakkoord 2009 - 2010
01/07/2005 31/12/2008 01 Protocolakkoord
01/07/2001 30/06/2005 01 Protocolakkoord
01/01/2001 30/06/2001 01 Protocolakkoord