13 Klein verlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
210.00.00-00.00

Bijwerking: 05/09/2023
Geldig vanaf: 07/07/2023

De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen. Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.

De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht. Deze gebeurtenissen worden opgesomd in het KB van 28 augustus 1963. Dit KB legt bovendien voor iedere gebeurtenis die wordt opgesomd, het aantal dagen toegestane afwezigheid vast alsook de periode waarin zij moeten genomen worden.

De hierboven uiteengezette basisreglementering heeft een aanvullend karakter. De verschillende sectoren kunnen gunstigere bepalingen voorzien dan deze die zij voorziet (betaald klein verlet gedurende langere periodes of om andere redenen).

In het Paritair Comité van de bedienden voor de ijzernijverheid werd op 7 juli 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor onbepaalde duur betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde gebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten (nr. 181447/CO/210).

Deze CAO verwijst naar de wettelijke regeling opgenomen in het KB van 28 augustus 1963. 

1. Tabel

Zie de vermelding '210: 'voor de specifieke regels.

Gebeurtenis

Duur van afwezigheid

1. Huwelijk van de werknemer

Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week

1/1. PC 210: Ondertekening door de werknemer van een wettelijk samenlevingscontract 
PC 210: de dag van de ondertekening
1/2. PC 210: Opvang van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van adoptie (=adoptieverlof)
PC 210: Zes weken, maximaal verlengd met: drie weken vanaf 1 januari 2023; 4 weken vanaf 1 januari 2025 en 5 weken vanaf 1 januari 2027
1/3. PC 210: Ouderschapsverlof voor opvang van een kind in het kader van langdurige pleegzorg
PC 210: zes weken, maximaal verlengd met drie weken vanaf 1 januari 2023; 4 weken vanaf 1 januari 2025 en 5 weken vanaf 1 januari 2027

2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer

De dag van het huwelijk

3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer

De dag van de plechtigheid

4. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner

Tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden

 

PC 210: Twaalf dagen 

5. Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis

PC 210: Vijf dagen bij overlijden van vader of moeder van de werknemer

 

5/1. PC 210: Overlijden van een pleegouder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het ogenblik van het overlijden
PC 210: Drie dragen, op te nemen tussen het overlijden en de begrafenis

6. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont

 

Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis

7. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont

De dag van de begrafenis

8. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden

 

De dag van de begrafenis

PC 210: Tien dagen
8/1. PC 210: Overlijden van een pleegkind van wie de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) samenwonende partner pleegouder is, in het kader van kortdurige pleegzorg op het ogenblik van het overlijden
PC 210: Één dag, op de te nemen de dag van de begrafenis
8/2. PC 210: Overlijden van elke andere verwante die bij de werknemer inwoont
PC 210: De dag van de begrafenis

9. Plechtige communie van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner

De dag van de plechtigheid of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt

10. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft

De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt

11. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum

De nodige tijd met een maximum van drie dagen

12. Verblijf van de werknemer gewetensbezwaarde op het Bestuur van de medische expertise of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig die wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen

De nodige tijd met een maximum van drie dagen

13. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

14. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraads­verkiezingen

De nodige tijd

15. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau van stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen

17. PC 210: Afwezigheid voor pleegzorg in situaties waarin de werknemer de zorg werd toevertrouwd voor één of meerdere personen
PC 210: Maximum zes dagen per jaar op voorwaarde dat ze gebruikt worden voor de gebeurtenissen bedoeld in artikel 30quater van de wet van 3 juli 1978.

2. Commentaar

2.1. Deeltijdse werknemers

De deeltijdse werknemers hebben het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, gedurende de dagen en periodes die samenvallen met de dagen en periodes waarop zij normaal gewerkt zouden moeten hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde grenzen.

2.2. Wettelijk en feitelijk samenwonende werknemers

1. De wettelijk samenwonende werknemers genieten altijd dezelfde rechten als de gehuwde werknemers in het kader van het klein verlet m.b.t. de familiegebeurtenissen.

Opmerking: De wettelijke samenwoning is de situatie waarbij twee personen een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats overhandigd wordt.

2. De feitelijk samenwonende partners genieten alleen dezelfde rechten als gehuwde werknemers in de gevallen zoals vermeld in 4., 5., 6., 7. en 8. van de bovenvermelde tabel.

2.3. Kinderen

Voor de toepassing van deze reglementering wordt het geadopteerd of erkend natuurlijk kind steeds gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Tot 25 juli 2021 was er in de regelgeving klein verlet niets voorzien met betrekking tot pleegkinderen.

Vanaf 25 juli 2021 is er recht op:

  • 10 dagen klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een langdurige  pleegzorg (1) op het moment van het overlijden of in het verleden;
  • 1 dag klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een kortdurende pleegzorg (2)  op het moment van overlijden.

Vanaf 25 mei 2023 is er opnieuw een uitbreiding gebeurd van de gelijkstelling van een pleegkind met een kind in het kader van langdurige pleegzorg (3) en dit voor de in punt 2., 3., 9. en 10. van de in de bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen die het recht openen op klein verlet.

Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

Halfbroers en halfzusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.

2.4 Gelijkstelling in geval van langdurige pleegzorg

Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. 

De inschrijvingsvoorwaarde van het kind als deel uitmakend van dat gezin in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het gezin, de pleegouder of pleegouders zijn/hun verblijfplaats heeft/hebben werd vanaf 25 mei 2023 geschrapt in deze definitie.

Rouwverlof

Sinds 25 juli 2021 heeft een werknemer reeds recht op:

  • 10 dagen klein verlet waarvan de eerste 3 dagen moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis en de overige 7 dagen binnen het jaar na de dag van het overlijden kunnen opgenomen worden in geval van overlijden van zijn of haar pleegkind (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van langdurige pleegzorg die ofwel nog loopt op het ogenblik van overlijden ofwel in het verleden plaatsvond;
  • 3 dagen klein verlet die moeten opgenomen worden vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis in geval van overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van overlijden.

Vanaf 25 mei 2023 worden de in punt 4. en 5. van de in bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is wel dat het overlijden zich moet voordoen, hetzij tijdens de plaatsing, hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

Ook in de in punt 6. en 7. van de in bovenvermelde tabel voorziene gebeurtenissen worden vanaf 25 mei 2023 de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is hier wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

  • hetzij tijdens de plaatsing,
  • hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

Andere gebeurtenissen

Vanaf 25 mei 2023 worden de in de punt 2., 3., 9. en 10. van de in bovenvermelde tabel voorziene gevallen de familiebanden die zijn ontstaan ingevolge een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg gelijkgesteld met de door de vermelde gebeurtenissen geviseerde familiebanden. Concreet wordt voor deze gebeurtenissen het pleegkind gelijkgesteld met het kind, de pleegmoeder met de moeder, de pleegvader met de vader etc…

Voorwaarde is wel dat de gebeurtenis zich moet voordoen:

•             hetzij tijdens de plaatsing,

•             hetzij na afloop van de plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg waarbij het pleegkind gedurende een onafgebroken periode van drie jaar op permanente en affectieve wijze deel heeft uitgemaakt van het pleeggezin.

 


(1) Langdurige pleegzorg is pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens 6 maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder(s) zal verblijven. 

(2) Kortdurende pleegzorg omvat alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

(3) De gelijkstelling betreft hier enkel langdurige pleegzorg en geen andere vorm van pleegzorg (= kortdurende pleegzorg)

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
07/07/2023
Registratienr
181447
Geldig van
07/07/2023
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
07/07/2023
Registratiedatum
03/08/2023
Onderwerp
het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingenof burgerlijke opdrachten
BS Bericht van neerlegging
29/08/2023
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
21/11/2023
Gepubliceerd in het B.St. van
08/12/2023
Keywords
KLEIN VERLET, KLEIN VERLET
Tekst aangepast op
05/08/2023

Historiek
07/07/2023 31/12/2050 13 Klein verlet
25/07/2021 06/07/2023 13 Klein verlet
01/07/2009 24/07/2021 13 Klein verlet
25/07/2004 30/06/2009 13 Kort verzuim