13 Klein verlet

Paritair (sub-)Comité nr.:
210.00.00-00.00

Bijwerking: 10/12/2009
Geldig vanaf: 01/07/2009
Geldig tot: 24/07/2021

Wij geven U hierna de bepalingen inzake klein werkverlet van toepassing op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van de ijzernijverheid.

Het gaat om de interprofessionele reglementering voorzien in een koninklijk besluit van 28 augustus 1963 en een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 oktober 1974, aangevuld evenwel met bepalingen van de CAO van 8 juli 2009, gesloten in het PC voor de bedienden van de ijzernijverheid, betreffende het behoud van het normaal loon voor afwezigheidsdagen naar aanleiding van bepaalde familiegebeurtenissen, staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten (nr. 95822/CO/210).

 

De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normaal loon, ter gelegenheid van de familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur:

 

Reden van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1. Huwelijk van de werknemer. PC 210: drie dagen, te kiezen door de werknemer tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week.
2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer, een grootvader of grootmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van elke andere verwante die bij de werknemer inwoont. De dag van het huwelijk.
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind of kleinkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster van de werknemer, van elke andere verwante die bij de werknemer inwoont. De dag van de plechtigheid.
4. (...) Zie Vaderschapsverlof of Geboorteverlof
5. Overlijden van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e). PC 210: vijf dagen, te kiezen door de werknemer in de periode die begint op de dag van overlijden en eindigt uiterlijk de 4de dag volgend op de dag van de begrafenis.
6. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer, van de vader of moeder van de werknemer, van de vader of moeder van de echtgeno(o)t(e) van de werknemer. PC 210: vijf dagen, te kiezen door de werknemer in de periode die begint op de dag van overlijden en eindigt uiterlijk de 4de dag volgend op de dag van de begrafenis.
7. Overlijden van de stiefvader of stiefmoeder van de werknemer. PC 210: drie dagen, te kiezen door de werknemer in de periode die begint op de dag van overlijden en eindigt de dag volgend op de dag van de begrafenis.
8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter die bij de werknemer inwoont. Twee dagen, te kiezen door de werknemer in de periode die begint op de dag van overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis.
9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon, of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. De dag van de begrafenis.
10. Plechtige communie van een kind van de werkgever of van zijn echtgeno(o)t(e). De dag van de plechtigheid. Wanneer de plechtige communie samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, dan mag de werknemer afwezig zijn op de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt.
11. Deelname van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaatsvindt. De dag van het feest. Wanneer deze dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, dan mag de werknemer afwezig zijn op de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt.
12. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een recruterings- of selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een recruterings- of selectiecentrum. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.
13. Verblijf van de gewetensbezwaarde werknemer op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig de wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.
14. Bijwonen van bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van één dag.
15. Deelname aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd.
17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
18. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.
19. (...) Zie Adoptieverlof

Commentaar

Voor de toepassing van de gebeurtenissen bedoeld onder de nrs 2, 3, 5, 10 en 11, wordt het aangenomen of erkend natuurlijk kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Voor de toepassing van de gebeurtenissen bedoeld onder de nrs 7 en 8, worden de schoonbroer, schoonzuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) gelijkgesteld met de schoonbroer, schoonzuster, grootvader, grootmoeder, overgrootvader, overgrootmoeder van de werknemer.

Voor de toepassing van onderhavige overeenkomst wordt de persoon met wie de werknemer wettelijk samenwoont, zoals geregeld door de artikels 1475 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de werknemer.

Voor de toepassing van de gebeurtenissen bedoeld onder de nrs 1, 2, 7 en 8 aanvaarden de ondernemingen, rekening houdend met de kenmerken eigen aan het werk van de bedienden, dat de afwezigheid in zijn geheel of gedeeltelijk gebruikt zou worden buiten de voorziene dag of période, voor zover de aangevraagde afwezigheid zich plaatst in een période die vrij dicht bij de gebeurtenis die haar rechtvaardigt, ligt en voor zover de bediende het bewijs levert dat de afwezigheid aangevraagd en gebruikt wordt in verband met de aangehaalde gebeurtenis. Op vraag van de werknemer zullen deze afwezigheidsdag of -dagen gesplitst kunnen worden. De bepaling voorzien in voorgaand lid kan in geen geval de totale duur van de toegekendeafwezigheid voor de verschillende bedoelde gebeurtenissen verhogen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
08/07/2009
Registratienr
95822
Geldig van
01/07/2009
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
02/09/2009
Registratiedatum
18/11/2009
Onderwerp
kort verzuim
BS Bericht van neerlegging
30/11/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/06/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
26/08/2010
Keywords
KLEIN VERLET

Historiek
07/07/2023 31/12/2050 13 Klein verlet
25/07/2021 06/07/2023 13 Klein verlet
01/07/2009 24/07/2021 13 Klein verlet
25/07/2004 30/06/2009 13 Kort verzuim