54 Ecocheques

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00, 209.00.00-02.00, 209.00.00-03.00, 209.00.00-04.01, 209.00.00-04.02, 209.00.00-05.00, 209.00.00-06.01, 209.00.00-06.02, 209.00.00-07.00, 209.00.00-08.00, 209.00.00-09.00, 209.00.00-10.00

Bijwerking: 18/03/2010
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 6 juli 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het nationaal akkoord 2009-2010.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nr. 95215/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 4 november 2009.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de ecocheques en vervolgens een commentaar.

A. Nationaal akkoord

Artikel 1 - Toepassingsgebied 

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Onder bedienden wordt verstaan mannelijke en vrouwelijke bedienden.

De bepalingen uit deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn van toepassing op alle bedienden, tenzij de toepassing uitdrukkelijk beperkt wordt tot de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden. 

Artikel 2 - Uitvoering interprofessioneel akkoord

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008.

Artikel 3 - Koopkracht

§1. Voor ondernemingen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioen vallen (dwz. bij Intégrale of met een erkende opting out) - in 2009 bedraagt de werkgeversbijdrage aan het sectoraal aanvullend pensioen 1,1%.

Deze paragraaf is van toepassing op de ondernemingen waar voor 11 juni 2001 voor het geheel of een deel van de bedoelde bedienden nog geen aanvullend pensioenstelsel op ondememingsvlak bestond, alsook op de ondernemingen waar voor 11 juni 2001 voor de bedoelde bedienden wel een aanvullend pensioenstelsel op ondernemingsvlak bestond, maar waar dit ondernemingsstelsel na deze datum werd opgeheven, en op de nieuwe ondernemingen opgericht vanaf 11 juni 2001, en die de collectieve pensioentoezegging dienden te realiseren via de door de sector aangeduide pensioeninstelling "Gemeenschappelijke Verzekeringskas Intégrale" of via de mogelijkheid tot opting out, conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2007, tot wijziging en vervanging van de  collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, houdende uitvoering van artikel 4, §§ 1 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 en geregistreerd onder het nummer 82045/CO/209.

Op 1 oktober 2009 wordt aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden eenmalig ecocheques overhandigd ter waarde van in het totaal 125 EUR. De referteperiode begint op 1 april 2009 en eindigt op 30 september 2009.

Op 1 oktober 2010 wordt aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden eenmalig ecocheques overhandigd ter waarde van in het totaal 250 EUR. De referteperiode begint op 1 oktober 2009 en eindigt op 30 september 2010.

Vanaf 1 januari 2011 zal deze 250 EUR omgezet worden in een voor onbepaalde duur geldende verhoging van de werkgeverspremie voor het sectoraal aanvullend pensioen met 0,67%. Hierdoor wordt de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage voor het aanvullend pensioen op 1,77% gebracht.

De bepalingen betreffende het sectoraal aanvullend pensioen, blijven van toepassing op de werknemers van de hierboven bedoelde ondernemingen met een arbeidsovereenkomst voor bedienden (met inbegrip van de kaderleden) en dit conform de bepalingen van artikel 4, §5 van het Nationaal akkoord 2007-2008 van 24 september 2007 (geregistreerd onder het nummer 85840/CO/209).

§2. Voor ondernemingen die niet vallen onder de toepassing van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel (dwz.  ondernemingen waar voor 11 juni 2001 al een eigen aanvullend pensioen bij een verzekeraar of een eigen ondernemingspensioenfonds bestond, dat evenwaardig is aan het sectorstelsel en erkend werd door het PC 209).

Deze paragraaf is van toepassing op de ondernemingen waar voor 11 juni 2001 voor het geheel of een deel van de bedoelde bedienden reeds een aanvullend pensioenstelsel op ondernemingsvlak bestond, evenwaardig aan het sectorstelsel, en als dusdanig ook erkend werden door het paritair comité en die de pensioentoezegging dienen te realiseren op hun eigen vlak conform de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, houdende uitvoering van artikel 4, §§ 2,3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 betreffende het nationaal akkoord 2001-2002, geregistreerd onder het nummer 60649/CO/209 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 30 september 2002.

Ze is eveneens van toepassing op de ondernemingen zonder syndicale delegatie die in uitvoering van artikel 2 §3 van het nationaal akkoord 1999-2000,  geregistreerd onder het n° 51355/COF/2090000, een door het paritair comité 209 goedgekeurd extralegaal pensioenstelsel hebben ingevoerd, en die de pensioentoezegging op hun eigen vlak dienden te realiseren conform de bepalingen van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, houdende uitvoering van artikel 4, §§ 2,3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 betreffende het nationaal akkoord 2001-2002, geregistreerd onder het nummer 60649/CO/209 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 30 september 2002.

a. Ondernemingen met een aanvullend pensioen waarvan de werkgeversbijdrage in 2009 gelijk is aan de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in  2009, met name 1,1%.

Voor deze ondernemingen gelden dezelfde bepalingen als deze voor ondernemingen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioen vallen, zoals bepaald in §1.

b. Ondernemingen met een aanvullend pensioen waarvan de werkgeversbijdrage in 2009 meer bedraapt dan de sectoraal bepaalde  minimumdrempel van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in 2009, met name 1,1%, maar minder dan de sectoraal
bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in 2011, met name 1,77%.

Voor 2009 en 2010 gelden dezelfde bepalingen als deze voor ondernemingen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioen vallen, zoals bepaald in §1.

Vanaf 1 januari 2011 zal deze 250 EUR in de eerste plaats aangewend worden om de werkgeverspremie voor hun op ondernemingsvlak geldend aanvullend pensioen te verhogen tot de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage van het aanvullend pensioen van 1,77% van de aan de RSZ aangegeven lonen .
Vanaf 2011 zal het saldo van deze 250 EUR jaarlijks in oktober in de vorm van eco-cheques aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden toegekend worden.
De berekening van het saldo gebeurt volgens onderstaande formule :
                        0,67-(1,77-N)
Bedrag saldo = _______________ X 250.
                               0,67
N = de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in 2009 in de ondememing.
Bv. In 2009 bedraagt de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen op ondernemingsvlak 1,50%. Het saldo bedraagt bijgevolg (0,67 - 0,27)/0,67 X 250 = 149,25 EUR

Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar de dichtst bijzijnde eenheid volgens de normale afrondingsregels.

Werkgevers zullen aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan hun bedienden het percentage meedelen van de werkgeversbijdrage aan het patronale aanvullend pensioen.

c. Ondernemingen met een aanvullend pensioen waarvan de werkgeversbijdrage in 2009 gelijk is aan of meer bedraapt dan 1,77%.

Deze ondernemingen kunnen op hun vlak kiezen uit het onderstaand gesloten menu:

• Toekenning van ecocheques aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden ter waarde van in het totaal 125 EUR op 1 oktober 2009 (met referteperiode vanaf 1 april 2009 tot 30 september 2009) en daarna jaarlijks van in het totaal 250 EUR vanaf 1 oktober 2010 (met referteperiode vanaf 1 oktober van het voorgaande jaar tot 30 september van het lopende jaar).

• Verhoging voor de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden van de bestaande regeling maaltijdcheques met 1 EUR per dag vanaf 1 juli 2009;

• Invoering of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering voor de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden ter waarde van 125 EUR voor 2009 en 250 EUR voor 2010, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen;

• Verbetering van het bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak voor de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden ter waarde van 125 EUR voor 2009 en 250 EUR voor 2010, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen. Indien gekozen wordt voor deze verbetering van het bestaand aanvullend pensioenplan op ondememingsvlak, wordt aanbevolen hetzelfde te doen voor de kaderleden.

De keuze uit bovenstaande mogelijkheden moet op ondememingsvlak gemaakt worden en vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau tegen uiterlijk 15 september 2009.

De keuze geldt voor onbepaalde duur.

Enkel voor de verhoging van de bestaande regeling maaltijdcheques kan er, indien geen syndicale delegatie is, gebruik gemaakt worden van de wettelijke mogelijkheid van individuele akkoorden, op voorwaarde dat hiervan ter informatie een melding gebeurt aan de voorzitter van het bevoegd gewestelijke verzoeningsbureau. Deze informeert op zijn beurt de sociale partners vertegenwoordigd in het bevoegd gewestelijke verzoeningsbureau.

Indien gekozen wordt voor de formule van verhoging van de maaltijdcheques vanaf 1 juli 2009 zal in voorkomend geval de collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau in een compensatie voorzien voor het verschil tussen de vanaf 1 juli 2009 reeds uitbetaalde maaltijdcheques en de nieuwe op een latere datum verhoogde maaltijdcheques.

Indien er voor 15 september 2009 geen collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau werd gesloten of indien één van de partijen op ondememingsvlak niet wenst te onderhandelen, worden op 1 oktober 2009 (met referteperiode vanaf 1 april 2009 tot 30 september 2009) aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde
en baremiseerbare bedienden eco-cheques toegekend ter waarde van in het totaal 125 EUR en daarna vanaf 1 oktober 2010 jaarlijks ter waarde van in het totaal 250 EUR (met referteperiode vanaf 1 oktober van het voorgaande jaar tot 30 september van het lopende jaar).

Werkgevers zullen aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan hun bedienden het percentage meedelen van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen.

§3. Gemeenschappelijke bepalingen inzake toekenning van eco-cheques

In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, worden de ecocheques toegekend op basis van de onderstaande modaliteiten

a. In de referteperiode wordt rekening gehouden met alle effectief gepresteerde dagen en alle dagen die gelijkgesteld zijn op basis van de CAO nr. 98 betreffende de ecocheque.

Worden daarenboven ook gelijkgesteld:

  • alle dagen van inactiviteit ten gevolge van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2009 inzake de anticrisismaatregelen in  uitvoering van Titel 2 van de de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, geregistreerd onder het nummer 92814/CO/209 op 30 juni 2009 ;

  • de dagen tijdskrediet toegekend op basis van afwijkende regimes vanaf 1 januari 2009 goedgekeurd door het paritair comité 209 in uitvoering van artikel 8 van het Nationaal Akkoord 2001-2002 van 11 juni 2001 (registratienummer 57918/CO/209);

  • alle dagen gedekt door werkloosheidsuitkeringen ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voor jeugdvakantie en seniorvakantie;

  • alle dagen gedekt door een gewaarborgd loon;

  • alle dagen afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval;

  • voor een période beperkt tot in het totaal maximum 3 maanden tijdens de referteperiode bovenop de periode gedekt door gewaarborgd loon, alle dagen van afwezigheid ten gevolge van een ziekte en een ongeval van gemeen recht, voor zover er in de referteperiode minstens 1 dag gewaarborgd loon voor deze ziekte of dit ongeval van gemeen recht werd betaald. Loopt dezelfde ziekte of hetzelfde ongeval van gemeen recht ononderbroken door in een  volgende referteperiode dan wordt de resterende période van maximum 3 maanden uitgeput.

b. Het recht op de ecocheques ontstaat pas na het verstrijken van de periode van ononderbroken tewerkstelling in de onderneming van minimaal 1 maand tijdens de referteperiode.

c. Voor bedienden die niet gedurende de ganse referteperiode door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn, wordt het bedrag van 125 EUR en 250 EUR pro rata hun tewerkstelling aangepast.

d. Voor de bedienden die deeltijds tewerkgesteld zijn, wordt het bedrag van respectievelijk 125 EUR en 250 EUR aangepast in functie van de tewerkstellingsbreuk.

e. De maximale nominale waarde van de ecocheques bedraagt 10 EUR per eco-cheque.
f. De eco-cheques worden jaarlijks in de maand oktober uitbetaald.

§4. Gemeenschappelijke bepalingen inzake het aanvullend pensioen 

Aan alle werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden (met inbegrip van de kaderleden) wordt vanaf 1 januari 2008 een collectieve pensioentoezegging verzekerd, die voorziet in een toelage ten laste van de onderneming die minstens 1,1 % bedraagt van het aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven bruto jaarloon van de bediende.

Deze pensioentoelage wordt uitsluitend gebruikt voor de aanleg van een rustpensioen of -kapitaal en de terugbetaling van de reserves bij eerder overlijden.

Vanaf 1 januari 2011 zal deze collectieve pensioentoezegging 1,77% bedragen.

Het sectorale pensioenreglement en de sectorale technische nota opgenomen als bijlage 2 en bijlage 2bis bij het Nationaal akkoord 2007-2008 van 24 september 2007 (geregistreerd onder het nummer 85840/CO/209) zullen in die zin aangepast worden.

Het aanvullend pensioen dat op ondememingsvlak werd ingesteld voor 11 juni 2001 moet gelden voor alle bedienden en moet te allen tijde evenwaardig zijn aan de bijdrage ten laste van de onderneming van het aanvullend pensioen ingesteld op sectorvlak overeenkomstig de collectieve pensioentoezegging hierboven.

Indien het ondernemingsstelsel van het type vaste prestaties is, moet de verworven reserve gefinancierd door de onderneming op ieder ogenblik minstens gelijk zijn aan de verworven reserve die zou bekomen worden door de kapitalisatie van een toelage ten laste van de onderneming van tenminste het sectoraal bepaalde percentage van het aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven bruto jaarloon van de aangeslotene, aan de actualisatievoet die gebruikt wordt voor de bepaling van de verworven reserves.

Artikel 4 - Uitzonderingen

Het artikel 3 hierboven is niet van toepassing op de ondernemingen die reeds door een akkoord gedekt zijn voor de jaren 2009 en 2010. De gewestelijke verzoeningscomités zijn bevoegd om de eventuele toepassingmoeilijkheden te regelen.

Deze bepalingen zijn evenmin van toepassing op de ondernemingen die zich in de economische onmogelijkheid bevinden deze voordelen toe te passen.  De gewestelijke verzoeningscomités zijn belast met de bepaling van de ondernemingen die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden. Zij dienen daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en de toestand van de onderneming. 

Ondernemingen getroffen door een ingrijpende reorganisatie en/of  herstructurering kunnen zich tot de gewestelijke verzoeningscomités wenden om, op basis van aanwijsbare feiten, een afwijking of een herschikking van deze voordelen te bekomen. 

Voor alle ondernemingen geldt alleszins dat vanaf 1 januari 2011 de collectieve pensioentoezegging 1,77% zal moeten bedragen.

(...)

Artikel 13 - Duur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur, behalve de artikels (...) die gesloten worden voor bepaalde duur van  januari 2009 tot 31 december 2010, tenzij een andere duur werd bepaald. 

De bepalingen van onbepaalde duur kunnen slechts opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de Voorzitter van het Paritair Comité en met naleving van een opzeggingstermijn van 6 maanden. 

(...)

 B. Commentaar

Voor de ecocheques die worden toegekend volgens de voorwaarden opgesomd in de CAO, zijn geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd en ze zijn evenmin belastbaar.

 


Historiek
01/10/2021 31/12/2050 54 Ecocheques
01/07/2017 30/09/2021 54 Ecocheques
01/01/2014 30/06/2017 54 Ecocheques
01/01/2014 31/12/2013 54 Ecocheques
01/01/2011 31/12/2013 54 Ecocheques
01/01/2011 31/12/2010 54 Ecocheques
01/01/2009 31/12/2010 54 Ecocheques
01/01/2009 31/12/2008 54 Ecocheques