54 Ecocheques

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00, 209.00.00-02.00, 209.00.00-03.00, 209.00.00-04.01, 209.00.00-04.02, 209.00.00-05.00, 209.00.00-06.01, 209.00.00-06.02, 209.00.00-07.00, 209.00.00-08.00, 209.00.00-09.00, 209.00.00-10.00

Bijwerking: 24/07/2014
Geldig vanaf: 01/01/2014
Geldig tot: 30/06/2017

CAO 05/05/2014 - nr. 122032/CO/209

Geldigheidsduur: 01/01/2014 - onbepaalde duur

Mogelijkheid omzetting: ja, vóór 30/06/2014

Voor de modaliteiten en meer info: zie Hfdst. 54.

In het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid werd op 5 mei 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten houdende het sectoraal systeem ecocheques.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nr. 122032/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 24 juli 2014.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de ecocheques en vervolgens een commentaar.

A. CAO 05/05/2014

Artikel 1 - Toepassingsgebied

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Onder "bedienden" wordt verstaan mannelijke en vrouwelijke bedienden.

§2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de ondernemingen die op basis van het artikel 3 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009, geregistreerd onder het nummer 95215/CO/209 (koninklijk besluit van 13 juni 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2010), en van het artikel 4.2. van het nationaal akkoord 2011-2012 van 4 juli 2011, geregistreerd onder het nummer 105349/CO/209 (koninklijk besluit van 20 december 2012, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 januari 2013) voor een alternatieve besteding van de ecocheques hebben gekozen volgens de in dat artikel vermelde procedure.  Voor hen blijft deze alternatieve invulling behouden.

Commentaar: hierna volgen de bepalingen van artikel 3 van het nationaal akkoord 2009-2010:

"Artikel 3 - Koopkracht

§1. Voor ondernemingen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioen vallen (dwz. bij Intégrale of met een erkende opting out) - in 2009 bedraagt de werkgeversbijdrage aan het sectoraal aanvullend pensioen 1,1%.

Deze paragraaf is van toepassing op de ondernemingen waar voor 11 juni 2001 voor het geheel of een deel van de bedoelde bedienden nog geen aanvullend pensioenstelsel op ondememingsvlak bestond, alsook op de ondernemingen waar voor 11 juni 2001 voor de bedoelde bedienden wel een aanvullend pensioenstelsel op ondernemingsvlak bestond, maar waar dit ondernemingsstelsel na deze datum werd opgeheven, en op de nieuwe ondernemingen opgericht vanaf 11 juni 2001, en die de collectieve pensioentoezegging dienden te realiseren via de door de sector aangeduide pensioeninstelling "Gemeenschappelijke Verzekeringskas Intégrale" of via de mogelijkheid tot opting out, conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2007, tot wijziging en vervanging van de  collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, houdende uitvoering van artikel 4, §§ 1 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 betreffende het nationaal akkoord 2001-2002 en geregistreerd onder het nummer 82045/CO/209.

Op 1 oktober 2009 wordt aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden eenmalig ecocheques overhandigd ter waarde van in het totaal 125 EUR. De referteperiode begint op 1 april 2009 en eindigt op 30 september 2009.

Op 1 oktober 2010 wordt aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden eenmalig ecocheques overhandigd ter waarde van in het totaal 250 EUR. De referteperiode begint op 1 oktober 2009 en eindigt op 30 september 2010.

Vanaf 1 januari 2011 zal deze 250 EUR omgezet worden in een voor onbepaalde duur geldende verhoging van de werkgeverspremie voor het sectoraal aanvullend pensioen met 0,67%. Hierdoor wordt de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage voor het aanvullend pensioen op 1,77% gebracht.

De bepalingen betreffende het sectoraal aanvullend pensioen, blijven van toepassing op de werknemers van de hierboven bedoelde ondernemingen met een arbeidsovereenkomst voor bedienden (met inbegrip van de kaderleden) en dit conform de bepalingen van artikel 4, §5 van het Nationaal akkoord 2007-2008 van 24 september 2007 (geregistreerd onder het nummer 85840/CO/209).

§2. Voor ondernemingen die niet vallen onder de toepassing van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel (dwz.  ondernemingen waar voor 11 juni 2001 al een eigen aanvullend pensioen bij een verzekeraar of een eigen ondernemingspensioenfonds bestond, dat evenwaardig is aan het sectorstelsel en erkend werd door het PC 209).

Deze paragraaf is van toepassing op de ondernemingen waar voor 11 juni 2001 voor het geheel of een deel van de bedoelde bedienden reeds een aanvullend pensioenstelsel op ondernemingsvlak bestond, evenwaardig aan het sectorstelsel, en als dusdanig ook erkend werden door het paritair comité en die de pensioentoezegging dienen te realiseren op hun eigen vlak conform de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, houdende uitvoering van artikel 4, §§ 2,3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 betreffende het nationaal akkoord 2001-2002, geregistreerd onder het nummer 60649/CO/209 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 30 september 2002.

Ze is eveneens van toepassing op de ondernemingen zonder syndicale delegatie die in uitvoering van artikel 2 §3 van het nationaal akkoord 1999-2000,  geregistreerd onder het n° 51355/COF/2090000, een door het paritair comité 209 goedgekeurd extralegaal pensioenstelsel hebben ingevoerd, en die de pensioentoezegging op hun eigen vlak dienden te realiseren conform de bepalingen van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, houdende uitvoering van artikel 4, §§ 2,3 en 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 betreffende het nationaal akkoord 2001-2002, geregistreerd onder het nummer 60649/CO/209 en algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 30 september 2002.

a. Ondernemingen met een aanvullend pensioen waarvan de werkgeversbijdrage in 2009 gelijk is aan de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in  2009, met name 1,1%.

Voor deze ondernemingen gelden dezelfde bepalingen als deze voor ondernemingen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioen vallen, zoals bepaald in §1.

b. Ondernemingen met een aanvullend pensioen waarvan de werkgeversbijdrage in 2009 meer bedraapt dan de sectoraal bepaalde  minimumdrempel van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in 2009, met name 1,1%, maar minder dan de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in 2011, met name 1,77%.

Voor 2009 en 2010 gelden dezelfde bepalingen als deze voor ondernemingen die onder het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioen vallen, zoals bepaald in §1.

Vanaf 1 januari 2011 zal deze 250 EUR in de eerste plaats aangewend worden om de werkgeverspremie voor hun op ondernemingsvlak geldend aanvullend pensioen te verhogen tot de sectoraal bepaalde minimumdrempel van de werkgeversbijdrage van het aanvullend pensioen van 1,77% van de aan de RSZ aangegeven lonen .
Vanaf 2011 zal het saldo van deze 250 EUR jaarlijks in oktober in de vorm van eco-cheques aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden toegekend worden.
De berekening van het saldo gebeurt volgens onderstaande formule :
                        0,67-(1,77-N)
Bedrag saldo = _______________ X 250.
                               0,67
N = de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen in 2009 in de ondememing.
Bv. In 2009 bedraagt de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen op ondernemingsvlak 1,50%. Het saldo bedraagt bijgevolg (0,67 - 0,27)/0,67 X 250 = 149,25 EUR

Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar de dichtst bijzijnde eenheid volgens de normale afrondingsregels.

Werkgevers zullen aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan hun bedienden het percentage meedelen van de werkgeversbijdrage aan het patronale aanvullend pensioen.

Het bovengenoemd saldo kan echter ook volledig aangewend worden voor de verbetering van het bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak voor de bedienden.

Indien hiervoor gekozen wordt moet hierover een collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau gesloten worden tegen uiterlijk 31 januari 2011.

De keuze geldt voor onbepaalde duur.

c. Ondernemingen met een aanvullend pensioen waarvan de werkgeversbijdrage in 2009 gelijk is aan of meer bedraapt dan 1,77%.

Deze ondernemingen kunnen op hun vlak kiezen uit het onderstaand gesloten menu:

• Toekenning van ecocheques aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden ter waarde van in het totaal 125 EUR op 1 oktober 2009 (met referteperiode vanaf 1 april 2009 tot 30 september 2009) en daarna jaarlijks van in het totaal 250 EUR vanaf 1 oktober 2010 (met referteperiode vanaf 1 oktober van het voorgaande jaar tot 30 september van het lopende jaar).

• Verhoging voor de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden van de bestaande regeling maaltijdcheques met 1 EUR per dag vanaf 1 juli 2009;

• Invoering of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering voor de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden ter waarde van 125 EUR voor 2009 en 250 EUR voor 2010, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen;

• Verbetering van het bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak voor de gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden ter waarde van 125 EUR voor 2009 en 250 EUR voor 2010, alle kosten en werkgeverslasten inbegrepen. Indien gekozen wordt voor deze verbetering van het bestaand aanvullend pensioenplan op ondememingsvlak, wordt aanbevolen hetzelfde te doen voor de kaderleden.

De keuze uit bovenstaande mogelijkheden moet op ondememingsvlak gemaakt worden en vervat zijn in een collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau tegen uiterlijk 15 september 2009.

De keuze geldt voor onbepaalde duur.

Enkel voor de verhoging van de bestaande regeling maaltijdcheques kan er, indien geen syndicale delegatie is, gebruik gemaakt worden van de wettelijke mogelijkheid van individuele akkoorden, op voorwaarde dat hiervan ter informatie een melding gebeurt aan de voorzitter van het bevoegd gewestelijke verzoeningsbureau. Deze informeert op zijn beurt de sociale partners vertegenwoordigd in het bevoegd gewestelijke verzoeningsbureau.

Indien gekozen wordt voor de formule van verhoging van de maaltijdcheques vanaf 1 juli 2009 zal in voorkomend geval de collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau in een compensatie voorzien voor het verschil tussen de vanaf 1 juli 2009 reeds uitbetaalde maaltijdcheques en de nieuwe op een latere datum verhoogde maaltijdcheques.

Indien er voor 15 september 2009 geen collectieve arbeidsovereenkomst op bedrijfsniveau werd gesloten of indien één van de partijen op ondememingsvlak niet wenst te onderhandelen, worden op 1 oktober 2009 (met referteperiode vanaf 1 april 2009 tot 30 september 2009) aan alle voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde
en baremiseerbare bedienden eco-cheques toegekend ter waarde van in het totaal 125 EUR en daarna vanaf 1 oktober 2010 jaarlijks ter waarde van in het totaal 250 EUR (met referteperiode vanaf 1 oktober van het voorgaande jaar tot 30 september van het lopende jaar).

Werkgevers zullen aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan hun bedienden het percentage meedelen van de werkgeversbijdrage aan het aanvullend pensioen.

§3. Gemeenschappelijke bepalingen inzake toekenning van eco-cheques

In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, worden de ecocheques toegekend op basis van de onderstaande modaliteiten

a. In de referteperiode wordt rekening gehouden met alle effectief gepresteerde dagen en alle dagen die gelijkgesteld zijn op basis van de CAO nr. 98 betreffende de ecocheque.

Worden daarenboven ook gelijkgesteld:

  • alle dagen van inactiviteit ten gevolge van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 2009 inzake de anticrisismaatregelen in  uitvoering van Titel 2 van de de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis, geregistreerd onder het nummer 92814/CO/209 op 30 juni 2009 ;

  • de dagen tijdskrediet toegekend op basis van afwijkende regimes vanaf 1 januari 2009 goedgekeurd door het paritair comité 209 in uitvoering van artikel 8 van het Nationaal Akkoord 2001-2002 van 11 juni 2001 (registratienummer 57918/CO/209);

  • alle dagen gedekt door werkloosheidsuitkeringen ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voor jeugdvakantie en seniorvakantie;

  • alle dagen gedekt door een gewaarborgd loon;

  • alle dagen afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval;

  • voor een période beperkt tot in het totaal maximum 3 maanden tijdens de referteperiode bovenop de periode gedekt door gewaarborgd loon, alle dagen van afwezigheid ten gevolge van een ziekte en een ongeval van gemeen recht, voor zover er in de referteperiode minstens 1 dag gewaarborgd loon voor deze ziekte of dit ongeval van gemeen recht werd betaald. Loopt dezelfde ziekte of hetzelfde ongeval van gemeen recht ononderbroken door in een  volgende referteperiode dan wordt de resterende période van maximum 3 maanden uitgeput;

  • de volledige periode vaderschapsverlof.

b. Het recht op de ecocheques ontstaat pas na het verstrijken van de periode van ononderbroken tewerkstelling in de onderneming van minimaal 1 maand tijdens de referteperiode.

c. Voor bedienden die niet gedurende de ganse referteperiode door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn, wordt het bedrag van 125 EUR en 250 EUR pro rata hun tewerkstelling aangepast.

d. Voor de bedienden die deeltijds tewerkgesteld zijn, wordt het bedrag van respectievelijk 125 EUR en 250 EUR aangepast in functie van de tewerkstellingsbreuk.

e. De maximale nominale waarde van de ecocheques bedraagt 10 EUR per eco-cheque.
f. De eco-cheques worden jaarlijks in de maand oktober uitbetaald."

 

De bepalingen van artikel 4.2 van het nationaal akkoord 2011-2012 zijn de volgende:

" 4.2. Ecocheques

A. Principe

Op ondernemingsvlak kan gekozen worden voor een alternatieve en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques die nog toegekend worden overeenkomstig het artikel 3 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009, geregistreerd onder het nummer 95215/CO/209.

De alternatieve besteding gebeurt op basis van een bedrag van maximaal 250 EUR (administratieve kosten niet inbegrepen).

De alternatieve besteding is enkel mogelijk vanaf 1 oktober 2011 voor de ecocheques die vanaf 2012 (met referteperiode van 1 oktober 2011 tot en met 30 september 2012) worden toegekend.  De ecocheques die in 2011 worden toegekend (met referteperiode 1 oktober 2010 tot 30 september 2011) blijven behouden.

B. Modaliteiten voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden

Ondernemingen met vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen op hun vlak onderhandelen over een alternatieve en equivalente besteding van de nog toegekende ecocheques.  Deze onderhandelingen moeten voor 31 oktober 2011 resulteren in een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak inzake de alternatieve besteding.

Indien gekozen wordt voor de omzetting van de 250 EUR in brutoloon, komt het bedrag van 250 EUR overeen met een verhoging van 13,30 EUR/maand bruto van de wedde van een bediende in een voltijdse betrekking.

Voor bedienden met een deeltijdse arbeidsbetrekking wordt het bedrag van 13,30 EUR geproratiseerd.

In geval het bedrag van de toegekende ecocheque lager is dan 250 EUR, dan wordt het bedrag van 13,30 EUR aangepast volgens de regel van 3.

B.v.: de waarde van de ecocheque bedraagt nog 125 EUR.  Bij brutering wordt de bruto maandwedde in een voltijdse betrekking verhoogd met 6,65 EUR.

C. Modaliteiten voor ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging voor bedienden

De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen via toetreding tot het onderstaand menu, dat de keuzemogelijkheden bevat, kiezen voor een alternatieve en equivalente besteding van de nog toegekende ecocheques.  De toetreding tot het keuzemenu gebeurt door de werkgever door middel van een toetredingsakte die uiterlijk tegen 31 oktober 2011 via een aangetekend schrijven wordt overgemaakt aan de voorzitter van het nationaal paritair comité.  De voorzitter brengt op zijn beurt de sociale partners hiervan op de hoogte.

Sociale partners zullen een model van toetredingsakte opstellen.

Voor de alternatieve besteding kan uitsluitend gekozen worden uit de volgende 3 mogelijkheden (keuzemenu):

- invoering of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering;

- invoering of verbetering van een bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak;

- omzetting van de 250 EUR in brutoloon. Dan komt het bedrag van 250 EUR overeen met een verhoging van 13,30 EUR/maand bruto  van de wedde van een bediende in een voltijdse betrekking en worden dezelfde regels toegepast als voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden.

D. Suppletieve regeling

Indien er op ondernemingsvlak geen onderhandelingen worden gevoerd of partijen komen voor 31 oktober 2011 niet tot een akkoord over een alternatieve besteding van de ecocheques, of indien er, voor ondernemingen zonder syndicale delegatie, geen toetredingsakte wordt overgemaakt voor 31 oktober 2011 dan blijven de bepalingen van artikel 3 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009, geregistreerd onder het nummer 95215/CO/209, onverkort van kracht."

 

Artikel 2 - Doel

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 5.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 2014 met betrekking tot het nationaal akkoord 2013-2014.

Artikel 3 - Principe

Op ondernemingsvlak kan gekozen worden voor een alternatieve en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques, die nog toegekend worden overeenkomstig het artikel 3 van het nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009, geregistreerd onder het nummer 95215/CO/209 (koninklijk besluit van 13 juni 2010, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 16 augustus 2010), en het artikel 4.2. van het nationaal akkoord 2011-2012 van 4 juli 2011, geregistreerd onder het nummer 105349/CO/209 (koninklijk besluit van 20 december 2012, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 januari 2013).

De alternatieve besteding gebeurt op basis van een bedrag van maximaal 250 EUR (administratieve kosten niet inbegrepen).

De alternatieve besteding is enkel mogelijk voor de ecocheques die vanaf oktober 2014 (met referteperiode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) worden toegekend.  De ingangsdatum van de alternatieve besteding is vanaf 1 oktober 2013 of 1 oktober 2014.  De alternatieve besteding moet betrekking hebben op dezelfde referteperiode als deze waarvoor ecocheques verschuldigd zijn.

Artikel 4 -  Modaliteiten voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden

Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen op hun vlak onderhandelen over een alternatieve en equivalente besteding van de nog toegekende ecocheques.  Deze onderhandelingen moeten voor 30 juni 2014 resulteren in een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak betreffende de alternatieve besteding.

Indien gekozen wordt voor de omzetting van de 250 EUR in brutoloon, komt het bedrag van 250 EUR overeen met een bruto verhoging van 13,30 EUR/maand van de wedde van een bediende in een voltijdse betrekking.

Voor bedienden met een deeltijds arbeidsbetrekking wordt het bedrag van 13,30 EUR geproratiseerd.

In geval het bedrag van de toegekende ecocheques lager is dan 250 EUR, dan wordt het bedrag van 13,30 EUR aangepast volgens de regel van 3.

B.v.: de waarde van de ecocheques bedraagt nog 125 EUR.  Bij brutering wordt de bruto maandwedde in een voltijdse betrekking verhoogd met 6,65 EUR. 

Artikel 5 -  Modaliteiten voor ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging voor bedienden

De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen via toetreding tot het onderstaand menu, dat de keuzemogelijkheden bevat, kiezen voor een alternatieve en equivalente besteding van de nog toegekende ecocheques.  De toetreding tot het keuzemenu gebeurt door de werkgever door middel van een toetredingsakte die uiterlijk tegen 30 juni 2014 via een aangetekend schrijven wordt overgemaakt aan de voorzitter van het nationaal paritair comité.  De voorzitter brengt op zijn beurt de sociale partners hiervan op de hoogte.  

Een model van toetredingsakte is als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst toegevoegd.

Commentaar: voor de toetredingsakte klik op het nr. van de CAO 122032.

Voor de alternatieve besteding kan uitsluitend gekozen worden uit de volgende 3 mogelijkheden (keuzemenu):

- invoering of verbetering van een (bestaande) polis collectieve hospitalisatieverzekering;

- invoering of verbetering van een (bestaand) aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak;

- omzetting van de 250 EUR in brutoloon.  Dan komt het bedrag van 250 EUR overeen met een bruto verhoging van 13,30 EUR/maand van de wedde van een bediende in een voltijdse betrekking en worden dezelfde regels toegepast als voor ondernemingen met een vakbondsafvaarding voor bedienden.

Artikel 6 - Suppletieve regeling

Indien er op ondernemingsvlak geen onderhandelingen worden gevoerd of partijen komen voor 30 juni 2014 niet tot een akkoord over een alternatieve besteding van de ecocheques, of indien er, voor ondernemingen zonder syndicale delegatie, geen toetredingsakte wordt overgemaakt voor 30 juni 2014 dan blijven de bepalingen van artikel 3, §1 en §2 van het bovengenoemd nationaal akkoord 2009-2010 van 6 juli 2009 en van artikel 4.2. van het bovengenoemd nationaal akkoord 2011-2012 van 4 juli 2011 onverkort van kracht.

Artikel 7 - Gemeenschappelijke bepalingen inzake de toekenning van de ecocheques

In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98bis betreffende de wijziging ervan, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 21 december 2010, worden de ecocheques toegekend op basis van de onderstaande modaliteiten:

a. In de referteperiode wordt rekening gehouden met alle effectief gepresteerde dagen en alle dagen die gelijkgesteld zijn op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 en nr. 98bis betreffende de ecocheques.

Worden daarenboven ook gelijkgesteld:

- alle dagen van inactiviteit ten gevolge van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2011 (registratienummer 107306/CO/209, koninklijk besluit van 20 februari 2013, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 mei 2013) en deze van 5 mei 2014, beiden betreffende een regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en/of een regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken;

- de dagen tijdskrediet toegekend op basis van afwijkende regimes vanaf 1 januari 2009 goedgekeurd door het paritair comité 209 in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2001-2002 van 11 juni 2001 (registratienummer 57918/CO/209, koninklijk besluit van 12 mei 2004, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juli 2004);

- alle dagen gedekt door werkloosheidsuitkeringen ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening voor jeugdvakantie en seniorvakantie;

- alle dagen gedekt door een gewaarborgd loon;

- alle dagen afwezigheid ten gevolge van een arbeidsongeval;

- voor een periode beperkt tot in het totaal maximum 3 maanden tijdens de referteperiode bovenop de periode gedekt door gewaarborgd loon, alle dagen van afwezigheid ten gevolge van een ziekte en een ongeval van gemeen recht, voor zover er in de referteperiode minstens 1 dag gewaarborgd loon voor deze ziekte of dit ongeval van gemeen recht werd betaald.  Loopt dezelfde ziekte of hetzelfde ongeval van gemeen recht ononderbroken door in een volgende referteperiode dan wordt de resterende periode van maximum 3 maanden uitgeput;

- de volledige periode vaderschapsverlof.

b. Voor bedienden die niet gedurende de ganse referteperiode door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn, wordt het bedrag van 125 EUR en 250 EUR pro rata hun tewerkstelling aangepast.

c.  Voor de bedienden die deeltijds tewerkgesteld zijn, wordt het bedrag van respectievelijk 125 EUR en 250 EUR aangepast in functie van de tewerkstellingsbreuk.

d. De maximale nominale waarde van de ecocheques bedraagt 10 EUR per ecocheque.

e. De ecocheques worden jaarlijks in de maand oktober uitbetaald.

Artikel 8 - Duurtijd

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende breif, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid.

  

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 mei 2014 houdende het sectoraal systeem ecocheques

(...)

Commentaar: klik op het nr. van de CAO 122032.

B. Commentaar

Voor de ecocheques die worden toegekend volgens de voorwaarden opgesomd in de CAO, zijn geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd en ze zijn evenmin belastbaar.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
05/05/2014
Registratienr
122032
Geldig van
01/01/2014
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
23/05/2014
Registratiedatum
07/07/2014
Onderwerp
ecocheques
BS Bericht van neerlegging
24/07/2014
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
08/01/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
17/02/2015
Keywords
ECOCHEQUES

Historiek
01/10/2021 31/12/2050 54 Ecocheques
01/07/2017 30/09/2021 54 Ecocheques
01/01/2014 30/06/2017 54 Ecocheques
01/01/2014 31/12/2013 54 Ecocheques
01/01/2011 31/12/2013 54 Ecocheques
01/01/2011 31/12/2010 54 Ecocheques
01/01/2009 31/12/2010 54 Ecocheques
01/01/2009 31/12/2008 54 Ecocheques