4802 Individueel opleidingsrecht
Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-01.00,
209.00.00-02.00,
209.00.00-03.00,
209.00.00-04.01,
209.00.00-04.02,
209.00.00-05.00,
209.00.00-06.01,
209.00.00-06.02,
209.00.00-07.00,
209.00.00-08.00,
209.00.00-09.00,
209.00.00-10.00
Bijwerking: 05/09/2022
Geldig vanaf: 01/01/2022
Geldig tot: 31/08/2023
Elke bediende heeft het recht om jaarlijks minimaal 24 uur opleiding te volgen. Dit jaarlijks opleidingsrecht is overdraagbaar naar het volgende kalenderjaar.
In het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 10 januari 2022 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het individueel opleidingsrecht in het kader van levenslang leren( nr. 173454/CO/209).
1. Individueel opleidingsrecht
De individuele opleidingsnoden dienen minimaal jaarlijks onderwerp uit te maken van een gesprek tussen de bediende en de werkgever dat de mogelijkheid biedt om rekening te houden met de toekomstige evoluties van de functies ( te bepalen door werkgever en werknemer). Zowel het verwerven van competenties vereist voor de uitoefening van de huidige rol als andere toekomstgerichte competenties voor de huidige of voor een nieuwe rol, maken onderdeel uit van het opleidinsgesprek.
Elke bediende heeft me het oog op het verwerven van deze competenties het recht om jaarlijks minimaal 24 uur opleiding te volgen. Dit jaarlijks opleidingsrecht is overdraagbaar naar het volgende kalenderjaar.
De genoten opleidingen worden opgenomen en bijgehouden in het opleidings-cv.
Onder opleiding wordt verstaan zowel formele als informele opleiding zoals gedefinieerd in de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk.
2. Modaliteiten
Zowel de werkgever als de bediende moeten initiatief nemen om een specifieke opleiding te (laten) volgen. Een weigering om een opleiding te (laten) volgen dient steeds gemotiveerd te worden, zowel door de werkgever als door de bediende.
Indien een bediende gedurende 3 jaar geen enkele opleiding genoten heeft in het kader van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, dan kan deze bediende zelf initiatief nemen om een opleiding te volgen en in te plannen.
De opleidingen die in aanmerking komen zijn deze die voorkomen in het aanbod van de sectorale opleidingsfondsen.
De kosten van deze opleiding, de verplaatsingskosten en de arbeidstijd vallen volledig ten laste van de onderneming.
Het saldo van het door de bedienden voor 1 januari 2022 niet opgenomen individueel opleidingsrecht in toepassing van de CAO van 5 juli 2019 wordt aan het individuele opleidingsrecht toegevoegd.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
10/01/2022 |
Registratienr
173454 |
Geldig van
01/01/2022 |
Geldig tot
31/08/2023 |
Neerleggingsdatum
17/02/2022 |
Registratiedatum
17/06/2022 |
||
Onderwerp
Individueel opleidingsrecht |
|||
BS Bericht van neerlegging
27/06/2022 |
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/01/2023 |
Gepubliceerd in het B.St. van
17/04/2023 |
||
Keywords
OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING) |
|||
Tekst aangepast op
18/06/2022 |
Historiek | ||
---|---|---|
01/09/2023 | 31/12/2050 | 4802 Individueel opleidingsrecht |
01/01/2022 | 31/08/2023 | 4802 Individueel opleidingsrecht |
01/01/2020 | 31/12/2021 | 4802 Individueel opleidingsrecht |
01/01/2018 | 31/12/2019 | 4802 480104 Individueel opleidingsrecht |
01/01/2017 | 31/12/2017 | 4802 480104 Individuele opleidingsrekening |
01/01/2016 | 31/12/2016 | 4802 480104 Invidueel recht op professionele opleiding |