In het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 12 maart 2018 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het individueel opleidingsrecht.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 17 april 2018 onder het nr. 145856/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 25 april 2018.

In hetzelfde paritair comité werd op 3 juli 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het sectoraal opleidingsengagement.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 7 augustus 2017 onder het nr. 140873/CO/209; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 23 augustus 2017.

Voor de bepalingen van de CAO van 12 maart 2018 klik op het nr. 145856.

CAO 3 juli 2017

Artikel 1 - Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen en hun werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bedienden die behoren tot het Paritair Comité voor de bedienden van de metaalfabrikatennijverheid.

Onder "bedienden" wordt verstaan de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2 - Doel

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig Afdeling 1 - Investeren in opleiding - van Hoofdstuk 2 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk in het algemeen en overeenkomstig de artikels 11 en 12 en 13 in het bijzonder.

Zij wordt gesloten in uitvoering van Hoofdstuk VI - Vorming en opleiding - van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2017 betreffende het nationaal akkoord 2017-2018 (registratienummer 140011/CO/209).

(...)

Artikel 4 - Individuele opleidingsrekening

Daarenboven zal vanaf 1 januari 2018 binnen het hierboven genoemde jaarlijks opleidingsengagement van 1,7 % een opleidingskrediet gelijk aan 8 uren (= 1 dag) per jaar per bediende op een individuele opleidingsrekening geplaatst worden.  Dit opleidingskrediet moet binnen 5 jaar na toekenning worden opgenomen.

Commentaar: voor de bepalingen betreffende het jaarlijks opleidingsengagement zie onze sectorale documentatie Hfdst. 480102.

Het saldo van de door de bedienden in 2016 en 2017 niet opgenomen opleidingsdagen zal aan de individuele opleidingsrekening worden toegevoegd.

In de loop van 2017 zullen de verdere modaliteiten van dit opleidingskrediet uitgewerkt worden.  Hiertoe wordt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2016 over het individueel recht op professionele opleiding met registratienummer 132276/CO/209 aangepast.

Commentaar: voor de bepalingen van de CAO van 12 maart 2018 klik op het nr. 145856.

Artikel 5 - Definitie van beroepsopleiding

Voor de toepassing van artikel 3 en 4 wordt onder beroepsopleiding verstaan: zowel de formele als de informele opleidingen zoals gedefinieerd in bovengenoemde wet:

§1. Formele opleiding: door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.  Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling.  Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is.  Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd.  Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme.

§2. Informele opleiding: de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder formele opleidingen die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.  Deze opleidingen worden gekenmerlt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden.

Deze beroepsopleiding dient tijdens de werkuren te gebeuren.

Artikel 6 - Duur

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur, met ingang van 1 januari 2017.

Zij kan opgezegd worden mits aangetekend schrijven aan de voorzitter van het nationaal paritair comité en waarvoor een opzegtermijn van 6 maanden geldt.