07010205 Bevordering van de werkgelegenheid in het Land van Waas

Paritair (sub-)Comité nr.:
209.00.00-05.00

Bijwerking: 13/03/1986
Geldig vanaf: 13/03/1986
Geldig tot: 01/12/1984

In het paritair comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid werd op 4 april 1985 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid in het Land van Waas. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk Besluit van 3 februari 1986 en gepubliceerd in het Staatsblad van 6 maart 1986

 

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de onder­nemingen welke ressorteren onder het paritair comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, en gevestigd in het Land van Waas.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.

 

HOOFDSTUK 2 - Verlenging van de akkoorden 1983-1984

Artikel 2

§1        De partijen stellen vast dat de regering, bij wet, de bepalingen betreffende de tewerkstelling en de arbeids­duur, voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten in toepassing van het Koninklijk Besluit nr. 181 tot oprichting van een Fonds met het oog op de aanwending van de bij­komende loonmatiging voor de tewerkstelling, verlengt.

Wijzigingen zouden kunnen aangebracht worden bij collectieve arbeidsovereenkomst. De verplichtingen in­zake tewerkstelling en arbeidstijd moeten nochtans overeenstemmen met die welke zijn voorzien voor de jaren 1983 en 1984.

In de metaalverwerkende nijverheid van het Land van Waas werden de akkoorden 1983-1984 afgesloten in het vlak van de ondernemingen. De eventuele moeilijkheden, zoals herstructurering en rationali­sa­ties, die zouden kunnen rijzen als gevolg van de verplichte verlenging waarvan hiervoor sprake, zullen in het gewestelijk paritair comité onderzocht worden.

 

§2        In de ondernemingen waar de tewerkstellingsverbintenissen voortvloeiend uit de collectieve arbeids­over­­een­komst afgesloten in toepassing van het Koninklijk Besluit nr. 181 werden overschreden, zal voor de verlenging slechts rekening worden gehouden met de tewerkstellingsverbintenissen ingeschreven in de akkoorden.

 

HOOFDSTUK 3 - Nieuwe tewerkstellingsmaatregelen 1985-1986

Artikel 3

§1        Algemeenheden.

Er zullen bijkomende maatregelen getroffen worden ter bevordering van de tewerkstelling met een effect van 1,5 pct. in 1985 en 1,5 pct. in 1986 .

Indien een onderneming zich echter in de onmogelijkheid bevindt de voorziene enveloppes geheel of gedeeltelijk aan te wenden, kan deze aangelegenheid onderzocht worden in het gewestelijk paritair comité. De partijen stellen overigens vast dat, in toepassing van de sociale herstelwet, de onder­nemingen die erkend zijn als verkerend in moeilijkheden of in uitzonderlijk ongunstige economische omstan­digheden, ontheven zijn van deze verplichtingen.

 

§2        Uitwerking.

Uitgaande van de wederzijdse bekommernis om de tewerkstelling zoveel mogelijk te bevorderen, hebben de partijen tewerkstellingsmaatregelen uitgewerkt om de enveloppes van 2 x 1,5 pct. te concretiseren.

De berekening van het aandeel van deze tewerkstellingsmaatregelen in de enveloppes, gebeurt na aftrek van de kost voortvloeiende uit de toepassing van artikel 4 inzake de arbeidsduurvermindering, artikel 7 inzake het brugpensioen en artikel 8 inzake professionele vorming.

De tewerkstellingsmaatregelen worden als volgt toegepast :

2.1.      De enveloppes worden aangewend voor de tewerkstelling en/of voor maatregelen ter bestrijding van de werkloosheid.

2.2.      Het eventueel overige gedeelte van de enveloppes dient geregeld op bedrijfsvlak.

 

§3        Toepassingsmodaliteiten.

Voor de toepassing van de bovenstaande punten dient rekening gehouden te worden met volgende modaliteiten :

3.1.      Het voorziene percentage aanwervingen wordt berekend op het op 31 december 1984 inge­schreven bediende-effectief.

Komen niet in aanmerking voor de berekening van het bediende-effectief :

-      de langdurige zieken (minstens één jaar),

-      de stagiairs.

3.2.      Rekening gehouden met de regeringsaanbeveling, zullen zoveel mogelijk jongeren (-30 jaar) in aan­merking komen voor deze bijkomende tewerkstelling.

3.3.      De aanwervingen verricht in de loop van 1983-1984 bovenop de verplichtingen voorzien door de onder­nemingsovereenkomsten, in uitvoering van het Koninklijk Besluit nr. 181 of 185, worden aan­gerekend op de nieuwe aanwervingsverplichtingen voor 1985-1986.

 

HOOFDSTUK 4 - Arbeidsduur

Veralgemening van de 38-urenweek in 1985-1986.

Artikel 4

Op 1 mei 1985 wordt de gemiddelde conventionele arbeidsduur met maximum een half uur per week verminderd, voor de ondernemingen van de sector waar de gemiddelde arbeidsduur meer dan 38 uren per week bedraagt. Deze arbeidsduurvermindering mag echter niet tot gevolg hebben dat men beneden de 38-uren­week daalt.

Vanaf 1 januari 1986 zal de conventionele arbeidsduur in de ondernemingen gemiddeld niet meer dan 38 uren per week mogen bedragen, berekend op jaarbasis (hetzij in beginsel 1.756 uren per bediende, rekening houdende met de feestdagen en de jaarlijkse vakantie. Voorbeelden van berekening worden als bijlage 1 toege­voegd aan deze collectieve arbeidsovereenkomst).

De vermindering van de arbeidsduur wordt volledig aangerekend op de enveloppes. Eventuele betwistingen die betrekking hebben op de berekening van de arbeidsduur worden geregeld in het gewestelijk paritair comité.

 

Minimale arbeidstijd

Artikel 5

Arbeidsduurvermindering zal niet kunnen overwogen worden in de ondernemingen waar reeds een normaal arbeidsregime van 36 uren of minder gemiddeld per week van toepassing is (hetzij in beginsel 1.663 uren indien men berekent op jaarbasis. Voorbeelden van berekening worden als bijlage 1 toegevoegd aan deze collectieve arbeidsovereenkomst).

De conventionele arbeidsduur wordt in de ondernemingen die behoren tot de sector van de metaalverwerkende nijverheid uitgedrukt op jaarbasis, rekening houdende met de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, de jaarlijkse vakantie, de conventionele rust- en vakantiedagen alsook de feestdagen.

Deze beschikking heeft enkel tot doel voor het geheel van de sector een eenvormige methode te bepalen voor het berekenen van de arbeidsduur.

 

HOOFDSTUK 5 - Versoepeling van de arbeidsorganisatie

Artikel 6

(....)

 

Zie onze omzendbrief Hfdst.7.2.

 

HOOFDSTUK 6 - Brugpensioen

Artikel 7

§1            (.....)

De bijkomende kost van de onderneming voor dit brugpensioen wordt aangerekend op voornoemde enveloppes van de onderneming (Modelberekening : bijlage 2).

 

(.....)

 

Commentaar :      Artikel 7

§1        Betreft het brugpensioen voor de mannelijke bedienden vanaf 57 jaar en voor de vrouwelijke bedienden vanaf 53 jaar. Zie onze omzendbrief Hfdst.21.2.

§2        De ondernemingen die een brugpensioenovereenkomst beneden de 57 jaar zouden afsluiten, die de brugpensioenleeftijd, voorzien in een bestaande overeenkomst, zou verlagen of die brugpensioenovereenkomsten die een tijdelijk karakter hebben, zou verlengen, rekenen de kost van dit brugpensioen aan op de enve­loppes van 2 x 1,5 pct. voorzien in artikel 3 (Modelberekening : bijlage 2).

§3        De brugpensioenovereenkomsten afgesloten in het kader van deze overeenkomsten zijn slechts geldig voor de jaren 1985 en 1986.

 

HOOFDSTUK 7 - Oprichting van een fonds voor professionele vorming van bedienden

Artikel 8

Er zal een fonds voor professionele vorming van bedienden worden opgericht dat moet toelaten vormings­initiatieven te financiëren bedoeld voor bedienden uit de metaalfabrikatennijverheid. Deze vorming kan zowel intern als extern de onderneming georganiseerd worden.

Ter financiering van deze tussenkomst zal gedurende de jaren 1985 en 1986 een specifieke bijdragen ten belope van 0,2 pct. van de bezoldigingen worden geïnd. Voor de berekening ervan komen 75 pct. van de wedden begrensd tot het plafond conform aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 voor bedienden in aan­merking. Deze bijdrage vermindert de enveloppe van 2 x 1,5 pct. voorzien in artikel 3 §1, met een gelijkaardig bedrag.

Dit Fonds voor professionele vorming van bedienden zal de structuur krijgen van een vereniging zonder winst­oogmerk, met als raad van beheer de heren :

V. NELEN, NV Boelwerf/Temse

M. THIBAUT, PVBA Niko/Sint Niklaas

W. DE PRIL, Fabrimetal/Vlaanderen

R. HUYLEBROECK, LBC

F. VERCAUTEREN, BBTK

E. CASSIER, ACLVB

De bedrijven die voldoende vormingsinitiatieven organiseren in het eigen bedrijf en die deze cursussen open stellen voor andere bedrijven, kunnen de reeds vernoemde 0,2 pct. hiervoor gebruiken. Jaarlijks zal dan een evaluatie gebeuren om het eventuele niet-bestede gedeelte te storten in het Fonds voor professionele vorming van het Land van Waas.

 

HOOFDSTUK 8 - Classificatie

Artikel 9

De partijen zullen met belangstelling de resultaten van de besprekingen in andere gewesten in verband met de classificatie actief volgen en zo mogelijk aan deze gesprekken deelnemen. Zij verklaren zich dienaangaande ook bereid andere systemen of eventuele voorstellen, op gewestelijk vlak te bespreken.

 

HOOFDSTUK 9 - Slotbepalingen

Opschortende clausule

Artikel 10.

(.....)

 

Sociale vrede

Artikel 11

Tijdens de duurtijd van de overeenkomst zal er geen enkele eis van collectieve of algemene aard kunnen gesteld worden, noch op ondernemingsvlak, noch op nationaal gewestelijk of plaatselijk vlak, die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen, voorzien in deze overeenkomst, uit te breiden of de kosten ervan te verzwaren.

 

Duur van de overeenkomst

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1985 tot en met 31 december 1986.

De artikel 4 en 5 zijn nochtans van onbepaalde duur. (...)

    Bijlage 1 - Berekening jaarlijkse arbeidsduur

1.   38 uren

Verschillende berekeningswijzen kunnen worden gebruikt bv. :

 1)  365 kalenderdagen per jaar

 

 2)  48 weken van 38 uren = 1.824 uren

 

 

 

 

 

 

·       52 zondagen (of recuperatiedagen)

 

·       Daarbij dient gevoegd 1 dag van 7u36 min. (365ste dag)

·       52 zaterdagen (of equivalente vrije dagen)

 

·       Daarvan dienen afgetrokken 10 feestdagen van 7u36

·       20 vakantiedagen

 

·       Dit geeft uiteindelijk 1.756 uren

·       10 feestdagen

 

 

 

 

 

in 40 uren-regime

ü     231 te werken dagen van 8 uren

 

 

 

 

 

In 38 uur-regime

 

 

ü     met dagelijkse arbeidsduurvermindering :231 dagen van 7u36 min., hetzij 1.756 uren

 

 

ü     met wekelijkse arbeidsduurvermindering :46,2 weken van 38 uren, hetzij 1.756 uren

 

 

ü     met toekenning van 12 compensatierust­dagen :219 dagen van 8 uren, hetzij 1.752 uren.

 

 

 

 

 

 

Opmerking :        zo de 365e dag op zon- of zaterdag valt, is er een dagprestatie minder.

 

2.   36 uren

 

 

 

 1)  231 te werken dagen van 8 uren in 40 uren-regime

 

 2)  48 weken van 36 uren = 1.728 uren

 

 

 

 

 

 

ü     met dagelijkse arbeidsduurvermindering :

 

ü     Daarbij dient gevoegd 1 dag van 7u12 min. (365ste dag)

      231 dagen van 7u12 min., hetzij 1.663 uren

 

ü     Daarvan dienen afgetrokken 10 dagen van 7u12 min.

ü     met wekelijkse arbeidsduurvermindering :

 

ü     Dit geeft uiteindelijk 1.663 uren

      46,2 weken van 36 uren, hetzij 1.663 uren

 

 

ü     met toekenning van de 23 compensatie­rustdagen :

 

 

208 dagen van 8 uren, hetzij 1 663 uren

 

 

 

 

 

 

 

Bijlage 2 - Modelberekening

Berekening van de kost van het brugpensioen voor één jaar per man :

1.     Men berekent het netto-maandinkomen zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

2.     Vervolgens wordt de helft van het verschil berekend tussen dit netto-maandinkomen en de officiële werkloosheidsuitkering.

3.     Het bedrag dat men bekomt in toepassing van punt 2 wordt vermenigvuldigd met 12.

4.     Het bekomen resultaat, in toepassing van punt 3, wordt geplaatst tegenover de weddemassa.

 

 


Historiek
02/12/1984 31/12/2999 0701 Arbeidsduur
01/01/1985 31/12/1986 0701 070205 Versoepeling van de arbeidsorganisatie : Land van Waas
13/03/1986 01/12/1984 0701 0205 Bevordering van de werkgelegenheid in het Land van Waas