2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 12/09/2005
Geldig vanaf: 01/01/2005
Geldig tot: 31/12/2006

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 28 juni 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten met betrekking tot het conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar voor de jaren 2005 en 2006. Deze CAO werd neergelegd op 28 juli 2005 op de Griffie van de Dienst der Collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 2 augustus 2005 onder het nr. 75939/CAO/207.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 28 juni 2005 en vervolgens een uitgebreide commentaar.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

A. Tekst CAO van 28 juni 2005

Artikel 1 - Voorwerp

Deze CAO heeft tot doel, de regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, overeenkomstig de modaliteiten voorzien in de CAO nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ingevoerd door de CAO van 21 mei 1991 (K.B. 13.9.91, B.S. 15.11.91), en verlengd door de CAO's van 18.6.93 (K.B. 23.3.94, B.S. 3.5.94), 20.6.95 (K.B. 22.1.96, B.S.14.2.96), 25 juni 1997, van 4 mei 1999 (K.B. 31.05.2001 , B.S. 25.07.2001), van 14 mei 2001 (K.B. 17.07.02, B.S. 12.10.02), van 10 juni 2003 (K.B.29.02.2004, B.S. 26.03.2004) gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, voor een bepaalde duur te verlengen van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.

Artikel 2 - Toepassingsgebied

Deze CAO is van toepassing :

1°    op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, die niet gebonden zijn door een CAO gesloten voor een onderneming, voor een groep van ondernemingen, voor een gewest of een subsector, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers in geval van ontslag;

2°    op de werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst van bediende..

Artikel 3 - Modaliteiten

De in artikel 1 van onderhavige CAO bedoelde regeling van aanvullende vergoeding wordt uitgebreid tot de bedienden die beoogd zijn in artikel 2 van deze CAO en die:

1°    de leeftijd van 58 jaar of meer hebben bereikt of zullen bereiken uiterlijk op 31 december 2006;

2°    voldoen aan de terzake geldende voorwaarden voorzien in het K.B. van 7 december 1992 betreffende  de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (B.S. van 11.12.92);

3°    ontslagen worden, behoudens wegens dringende reden zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten.

De betrokken bedienden zullen desgevallend door hun werkgever uitgenodigd worden tot een onderhoud zoals voorzien in artikel 10 van de voornoemde CAO nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; er zal, desgevallend, tot de ontslagprocedure worden overgegaan.

Om te genieten van deze CAO zullen de betrokken bedienden hun akkoord moeten betuigen met de opzeggingstermijn vastgesteld in artikel 82 §2, eerste en tweede lid van de Wet van 3 juli 1978 (B.S. 22.08.78) betreffende de arbeidsovereenkomsten, zijnde met een opzeggingstermijn van drie maanden per voltooide of begonnen schijf van vijf jaar dienst bij de door het vorige lid van dit artikel beoogde werkgever.

 

Artikel 4

Voor de betrokken bedienden en zonder afbreuk te doen aan artikel 3 van deze CAO, gelden dezelfde voorwaarden en procedures als deze bepaald in de voornoemde CAO nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad.

De aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever zal berekend worden zoals bepaald in de artikelen 5, 6 en 7 van de voornoemde CAO nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad. Bijgevolg zal deze aanvullende vergoeding gelijk zijn aan de helft van het verschil tussen het netto (begrensd) referteloon van de betrokken bediende en de werkloosheidsuitkering die hem zal toegekend worden.

Artikel 5

De in artikel 4 van deze CAO bedoelde aanvullende vergoeding wordt, overeenkomstig de bepalingen van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad toegekend.

Artikel 6

De in artikel 4 van deze CAO bedoelde aanvullende vergoeding wordt maandelijks uitbetaald.

Dit bedrag wordt, overeenkomstig artikel 8 van de voornoemde CAO nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad :

-      gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn inzake werkloosheidsuitkeringen;

-      herzien overeenkomstig de herwaarderingscoëfficiënt door de Nationale Arbeidsraad, jaarlijks vastgesteld in functie van de evolutie van de regelingslonen.

Artikel 7

De betrokken bruggepensioneerde bedienden verbinden zich ertoe hun laatste werkgever onmiddellijk in te lichten indien zij een activiteit hernemen. Hernemen zij een andere activiteit dan deze die aan de bruggepensioneerden door de wetgeving toegelaten is, dan wordt de uitbetaling van de in artikel 4 van onderhavige CAO bedoelde aanvullende vergoeding opgeschort.

In elk geval zullen zij om de drie maand het bewijs voorleggen dat zij van de werkloosheidsuitkeringen blijven genieten.

Artikel 8 - Duur

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2006.

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een werknemer ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpen­sioen genieten op voor­waarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk op 31 december 2006. Voor zover deze dub­bele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na 31 december 2006.

2. Anciënniteitsvoorwaarden

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de werknemer die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werk­nemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledi­ge werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers.

De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedu­rende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstne­ming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

 

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingspli­cht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie onder nummer 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheiduitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aan­vullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloos­heids­uitkering en wordt betaald door de werkgever.

Voor de berekening van de aanvullende vergoeding verwijzen wij U naar onze interprofessionele docu-mentatie nummer 355.

5. Opzeggingstermijn

Voor de toepassing van deze CAO dient de bediende zich akkoord te verklaren met een opzeggingstermijn gelijk aan drie maanden per begonnen schijf van vijf jaar anciënniteit.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
28/06/2005
Registratienr
75939
Geldig van
01/01/2005
Geldig tot
31/12/2008
Neerleggingsdatum
28/07/2005
Registratiedatum
02/08/2005
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
30/08/2005
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
06/12/2005
Gepubliceerd in het B.St. van
27/12/2005
Keywords
BRUGPENSIOEN

Historiek
01/04/2013 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/04/2011 31/03/2013 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2009 31/03/2011 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2009 31/03/2009 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2007 31/12/2008 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2007 01/01/2007 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2005 31/12/2006 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2003 31/12/2004 2201 210101 Conventioneel brugpensioen op 58 jaar
01/01/2001 31/12/2002 2201 210101 Brugpensioen
01/01/1999 31/12/2000 2201 210101 Brugpensioen