04010101 Bezoldigingsvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 16/10/2017
Geldig vanaf: 01/05/2017
Geldig tot: 30/04/2017

  • Verloningssysteem op basis van relevante ervaring;
  • Studentenloon;
  • Minimumbarema en maandwedden;
  • Maandwedde niet-geconventioneerde ondernemingen.

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 19 februari 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het verloningssysteem voor de bepaling van de minimum maandlonen en de maandwedden (registratienummer: 120798/CO/207. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninkijlk besluit van 9 oktober 2014 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 januari 2015. Zij treedt in werking op 1 januari 2014 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 20 oktober 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het minimumbarema (registratienummer: 131940/CO/207). Zij treedt in werking op 1 januari 2015 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 20 juni 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de maandwedde in niet geconventioneerd ondernemingen (registratienummer: 141366/CO/207). Zij treedt in werking op 1 januari 2017 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Wij geven u hierna een overzicht van de bezoldigingsvoorwaarden.

Commentaar: Voor de evolutie van deze minimumwedden, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

Toepassingsgebied

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit Paritair Comité.

Verloningssysteem op basis van relevante ervaring

Een systeem van minimum ervaringsmaandlonen

§1. Het verloningssysteem voorziet voor elk van de functiecategorieën (van 1 tot en met 4B), als bepaald in de classificatie der functies vastgesteld door dit Paritair Comité een minimum maandloon in functie van de relevante ervaring van de bediende.

§2. Het verloningssysteem opgenomen in de tabel in bijlage van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst met vermelding van de minimum ervaringsmaandlonen stemt overeen met het spilindexcijfer 100,23 (basis 2013 = 100).

§3. Het staat de ondernemingen vrij andere verloningssystemen verder te zetten, te wijzigen of te introduceren mits naleving van de in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimum maandlonen.

Relevante ervaring

§1. Onder relevante ervaring wordt verstaan iedere periode van professionele activiteit, uitgedrukt in volledige jaren (= periodes van 12 maanden), als werknemer, zelfstandige, ambtenaar of tewerkgesteld met een leerovereenkomst en dit zowel binnen als buiten de sector van de scheikundige nijverheid en rekening houdend met de gelijkstellingen vermeld in §2, 3, 4 hier onder.

§2. Alle periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst worden gelijkgesteld met relevante ervaring met uitzondering van:

  1. Periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst zonder loonbehoud voor een periode van méér dan 1 maand (cumulatief op jaarbasis);
  2. Periodes van arbeidsongeschiktheid door ziekte (andere dan beroepsziekte) of privé ongeval van langer dan 1 jaar;
  3. Periodes van voltijds tijdskrediet (andere dan thematische verloven) vanaf het tweede jaar.

§3. De periodes van uitkeringsgerechtigde werkloosheid worden gelijkgesteld met relevante ervaring met een geglobaliseerd maximum van 1 jaar.

Dit maximum geldt niet indien de betrokken bediende op het einde van deze periode van 1 jaar een beroepsopleiding volgt via één van de gewestelijke arbeidsbemiddelingdiensten of via een door de sector erkend opleidingscentrum. In dat geval wordt de volledige periode van beroepsopleiding als uitkeringsgerechtigde werkloze gelijkgesteld met relevante ervaring.

§4. De periode van studie aansluitend op de periode van leerplicht wordt gelijkgesteld met relevante ervaring met een maximum van 3 jaar. Voor diegene die een master diploma hebben behaald wordt dit maximum op 5 jaar gebracht.

§5. Voor de bepaling van de relevante ervaring kunnen de verschillende periodes van professionele activiteit en/of gelijkstelling geen aanleiding geven tot cumul (of dubbeltelling) voor dezelfde tijdsperiode.

§6. Voor de bepaling van de relevante ervaring wordt er geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties.

§7. Voor de bepaling van de relevante ervaring wordt geen onderscheid gemaakt tussen relevante ervaring in België en in het buitenland.

Bepaling minimum ervaringsmaandloon op moment van indiensttreding

§1. Op moment van indiensttreding wordt het minimum ervaringsmaandloon van de bediende vastgesteld op basis van relevante ervaring en de functiecategorie waartoe de functie van de betrokken bediende behoort.

§2. Voor de bepaling van het minimum ervaringsmaandloon op moment van indiensttreding wordt uitgegaan van volledige relevante ervaringsjaren (= periode van 12 maanden). Het eventueel saldo aan relevante ervaringsmaanden resulteert in een extra ervaringsjaar indien dit saldo minstens 6 maanden bedraagt.

Evolutie van de minimum ervaringsmaandlonen

§1. Vanaf de toekenning van het minimum ervaringsmaandloon op moment van indiensttreding maakt dit minimum maandloon telkens een ervaringsstap (=verhoging) wanneer de relevante ervaring met 12 maanden is toegenomen volgens de tabel opgenomen in bijlage van deze collectieve arbeidsovereenkomst en rekening houdend met §4 hier onder.

§2. De bedienden die in de 12 maanden tussen 2 ervaringsstappen langer dan 1 maand hun arbeidsovereenkomst hebben geschorst zonder loonbehoud zullen recht hebben op een ervaringsstap gelijk aan de in het verloningssysteem voorziene ervaringsstap vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan 12 en de teller gelijk aan het verschil tussen 12 en het aantal maanden schorsing zonder loonbehoud rekening houdend met de gelijkstelling van 1 maand.

§3. In geval van overgang naar een hogere functiecategorie wordt het nieuwe minimum ervaringsmaandloon gekoppeld aan de nieuwe functie, met behoud van de relevante ervaring onmiddellijk toegekend (= horizontale stap).

De volgende ervaringsstap zal gebeuren na 12 maanden bijkomende relevante ervaring als bepaald in §1, rekening houdend met §4.

§4. De ervaringsstappen worden effectief toegekend op 2 vaste momenten:

  1. Op 1 april van elk jaar voor de bedienden die in dienst gekomen zijn tussen 1 januari en 30 juni;
  2. Op 1 oktober van elk jaar voor de bedienden die in dienst gekomen zijn tussen 1 juli en 31 december.

Overgangsbepalingen

§1. Voor de werknemers die in dienst waren op 31 december 2009 wordt het aantal jaren relevante ervaring, uitgedrukt in volledige jaren, bepaald door het individuele minimum baremaloon en de individuele functiecategorie die van toepassing zijn op de betrokken bediende op 31 december 2009.

§2. De daaropvolgende ervaringsstap (=verhoging) van het minimum ervaringsmaandloon gebeurt naargelang de relevante ervaring met 12 maanden is toegenomen.

§3. De invoering van het nieuwe verloningssysteem op basis van relevante ervaring kan geen aanleiding geven tot een vermindering van het effectieve bruto maandloon van de bedienden die in dienst waren op 31 december 2009.

Studentenloon

Voor de bedienden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studentenarbeid bedraagt het minimum ervaringsmaandloon 90% van het laagste minimum maandloon van de functiecategorie die overeenstemt met de functie die ze uitoefenen.

Minimumbarema en maandwedden

Vanaf 1 januari 2016 worden de bruto minimum ervaringsmaandlonen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2011 betreffende het minimumbarema en de maandwedden, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (nr. 105180/CO/207000; K.B. 03/08/2012; B.S. 06/11/2012), die van kracht zijn op 31 december 2015, verhoogd met 10,40 EUR bruto.

Bij een eventuele verhoging van het gemiddeld minimum maandinkomen, in toepassing van de CAO'S nr. 43 tot 43octies gesloten in de NAR, worden slechts de bedragen die onder dit nieuwe minimum vallen verhoogd tot dat minimum.

Maandwedde niet-geconventioneerde ondernemingen

Onder "niet geconventioneerde ondernemingen" wordt verstaan de ondernemingen die aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2017-2018 niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst over loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten.

§1. De bruto maandwedde en de ploegpremies voor zover zij uitgedrukt zijn in forfaitaire bedragen van de werknemers op 31 december 2017, effectief uitbetaald in ondernemingen die aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2017-2018 niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen verhoogd worden met 1,1% op 1 januari 2018.

Deze verhoging met 1,1 % gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van de bruto maandwede en/of andere voordelen, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 februari 2014 (nr. 120815/CO/207), gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan de index en de toepassing van de sectorbarema's overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het minimumbarema, gesloten op 20 oktober 2015 in het Paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (131940/CO/207) of ondernemingsbarema's, die toegekend worden aan de werknemers tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§2. De voorgaande paragraaf is niet van toepassing op de werknemers die genieten van de loonsverhogingen voorzien in de CAO betreffende het minimumbarema gesloten op 20 juni 2017 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

§3. Dit artikel met betrekking tot de inspanning voor de niet-geconventioneerde ondernemingen kan in geen enkel geval als voorbeeld of precedent gebruikt worden voor de onderhandelingen bij de geconventioneerde ondernemingen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
20/06/2017
Registratienr
141366
Geldig van
01/01/2017
Geldig tot
31/12/2019
Neerleggingsdatum
10/08/2017
Registratiedatum
20/09/2017
Onderwerp
maandwedde
BS Bericht van neerlegging
28/09/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
05/07/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
06/08/2018
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID

Historiek
01/01/2022 31/12/2050 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/07/2019 30/11/2021 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/05/2017 30/06/2019 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/05/2017 30/04/2017 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2015 31/12/2016 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2014 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/07/2011 31/12/2013 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/01/2010 30/06/2011 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/04/2009 31/12/2009 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/04/2007 31/03/2009 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/04/2005 31/03/2007 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/07/2003 31/03/2005 04010101 Bezoldigingsvoorwaarden
01/03/2001 30/06/2003 04010101 Loonvoorwaarden
01/04/1999 28/02/2001 04010101 040101 Loonvoorwaarden