0101 01 Nationaal akkoord 2011-2012

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 15/06/2011
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/12/2012

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 10 mei 2011 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het nationaal akkoord 2011-2012 voor bedienden.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Verschillende delen van dit nationaal akkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten

Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten

Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:

  • de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
  • de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
  • de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
  • de werknemers van een gebonden werkgever.

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de  werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.

Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan

De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.

De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.

Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.

Nationaal Akkoord 2011-2012 voor bedienden

Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit Paritair Comité.

§2. Met toepassingsgebied van artikel 8 van deze CAO (kort verzuim), van artikel 10 §1 van deze CAO (conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar), van artikel 13 van deze CAO (Fonds voor vorming — risicogroepen) van artikel 15 §1 van deze CAO (Tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle werknemers verbonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor bedienden.

§3. Het artikel 9 van deze CAO is uitsluitend van toepassing op de werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordiger.

Duur

Artikel 2

Deze CAO wordt gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, met uitzondering van artikel 10 §1.

Sector en ondernemingsoverleg

Artikel 3

De sociale gesprekspartners hebben de intentie om met deze CAO op het vlak van de loonkostenevolutie, permanente vorming en de tewerkstelling de toekomst van de sector en zijn werknemers op lange termijn te ondersteunen.

Voor het afsluiten van CAO's op het vlak van de sector en de ondernemingen nemen de sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak akte van de integrale inhoud van het bemiddelingsvoorstel van de regering en van de wettelijke bepalingen terzake.

Vastheid van betrekking

Artikel 4

De ondertekenende werkgeversorganisatie verbindt zich ertoe de ondernemingen aan te bevelen om in geval een onderneming genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag om economische redenen, de maatregelen te onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen ten opzichte van de bedienden zouden kunnen milderen, zoals ondermeer brugpensioen, werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden.

Minimumbarema

Artikel 5

Vanaf 1 januari 2012 worden de minimum ervaringsmaandlonen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het verloningssysteem voor de bepaling van de minimum maandlonen en de maandwedden, gesloten op 11 januari 2010 in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid (KB 12 januari 2011; BS 10.02.2011), die van kracht zijn op 31 december 2011 verhoogd met 0,3%.

Weddeverhoging

Artikel 6

De maandwedde van de baremieke bedienden op 31 december 2011, effectief uitbetaald in ondernemingen die aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2011-2012 niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst over loon en arbeidsvoorwaarden gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zal verhoogd worden met 0,3% op 1 januari 2012.

Deze verhoging met 0,3% gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van de maandwede en/of andere voordelen die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006 (KB 9 oktober 2006; BS 13.11.2006), gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de baremieke bedienden tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Implementatie sectorpensioen

Artikel 7

Inzake de implementatie van het aanvullend sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden van de scheikundige nijverheid wordt verwezen naar de bepalingen onder artikel 7 §2, 2de alinea van het Nationaal Akkoord 2009-2010 voor bedienden, gesloten op 1 april 2009 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid (KB 10 november 2009; BS 16.03.2010).

Kort verzuim

Artikel 8

Het toepassingsgebied van de CAO van 10 mei 1976 afgesloten in hét Paritair Comité voor de bedienden inzake kort verzuim wordt uitgebreid tot alle bedienden.

Handelsvertegenwoordigers

Artikel 9

§1.- Eindejaarspremie

De in het artikel 3 van de CAO, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, gesloten op 12 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid vermelde begrenzing van 2.100 EUR wordt, vanaf het jaar 2011, en uiterlijk betaalbaar wat de eindejaarspremie betreft van het kalenderjaar 2011, in januari 2012, met 0,3% verhoogd tot 2.106,30 EUR.

§2.- Minimumwedde

De CAO betreffende de mimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers gesloten in het Paritair comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid op 10 juli 2001 (KB 11 juni 2002; BS 27.06.2002) wordt opgeheven op 31 mei 2011.

De minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers zal vanaf 1 juni 2011 ten minste gelijk zijn aan de vastgestelde sectorale minimum ervaringsmaandlonen voor de bedienden, waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, van categorie 4A. Hiertoe zal een specifieke, CAO afgesloten worden.

Conventioneel brugpensioen

Artikel 10

§1.- Brugpensioen vanaf 58 jaar

De CAO, gesloten op 12 mei 2009 (KB 4 maart 2010; BS 19.05.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 maart 2011 vervallen is, wordt verlengd van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2013.

§2.- Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan

De CAO, gesloten op 12 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze CAO verlengd.

§3.- Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 40 jaar beroepsloopbaan

De collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 (KB 21 februari 2010; BS 8.04.2010) gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid betreffende het conventioneel brugpensioen voor bedienden vanaf de leeftijd van 56 jaar mits 40 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

§4.- Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar

De CAO, gesloten op 12 mei 2009 (KB 17 maart 2010; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, die per 31 december 2010 vervallen is, wordt voor de duur van deze CAO verlengd.

Syndicale vorming

Artikel 11

Artikel 8, eerste lid, van de CAO, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 30 juni 2009 (KB 17 maart 2010 ; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt, ingevolge een uitzonderlijke inspanning, ais volgt gewijzigd: "Met ingang van 1 januari 2011 wordt een financiéle reserve samengesteld met het doel de syndicale vorming van de vertegenwoordigers van de bedienden uit de scheikundige nijverheid te financieren, tot een maximumbedrag van 157.500 EUR per kalenderjaar. Voor het jaar 2012 wordt voorzien in een éénmalige extra toelage van 7.500 EUR aan de vakbondsorganisaties. Met ingang van 1 januari 2011 wordt een bedrag van 157.500 EUR toegekend aan de Belgische federatie van de chemische industrie en de life science VZW (essenscia) met het oog op de vervolmaking van de vorming van de werkgeversvertegenwoordigers in de sociale dialoog.

Financiering van het voordeel aan de gesyndiceerde bedienden

Artikel 12

Artikel 8, tweede lid, van de CAO, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 30 juni 2009 (KB 17 maart 2010 ; BS 4.06.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt, als volgt gewijzigd: "Deze financiële reserve zorgt bovendien, ingevolge een uitzonderlijke inspanning, voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in §1 van artikel 1 van deze CAO bedoelde bedienden, ten belope van 2.470.000 EUR per jaar met ingang van 1 januari 2011, indien in de loop van 2011 overgegaan kan worden tot de oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de inning van de forfaitaire werkgeversbijdragen per bediende per jaar, wordt het voornoemde bedrag, met ingang van 1 januari 2012 verhoogd tot 2.750.000 EUR."

Fonds voor Vorming (risicogroepen)

Artikel 13

De CAO tot verlenging van het Fonds voor beroepsvorming van de bedienden uit de scheikundige nijverheid, gesloten op 30 september 2009 (KB 13 juni 2010; BS 13.08.2010), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze CAO worden verlengd.

De werkgeversbijdrage voor het voornoemd Fonds bedraagt 0,20% van de bruto weddemassa van de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor bedienden. Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05% op de brutolonen van de bedienden integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

Een deel van de middelen zal gedurende de periode van deze CAO in het bijzonder worden aangewend om volgende 3 projecten vorm te geven en verder uit te werken:

  1. Een betere integratie in de sector van personen met een handicap;
  2. Internationale solidariteit;
  3. Verbetering van de instroom van jongeren en promotie van de sector bij de jongeren.

De concrete modaliteiten en middelen voor deze 3 projecten zullen worden bepaald door het Beheerscomité van het Fonds voor Vorming.

De sociale partners van de scheikundige nijverheid zullen gedurende de periode van de CAO binnen het Fonds Vorming eveneens de nodige initiatieven nemen ten einde de participatiegraad jaarlijks te verhogen met 5%.

Syndicale afvaardiging

Artikel 14

De drempel voor de oprichting van een syndicale afvaardiging voor de bedienden, als bepaald in art. 7 van de CAO houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen voor bedienden gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt (KB 7 mei 2000; BS 6 april 2001), per 1 september 2012, verlaagd van 30 naar 25 baremieke bedienden beoogd door de CAO van 17 januari 1947, rekening houdende met volgende elementen:

  • De partijen verbinden zich om tegen 1 september 2012 een adequate omschrijving te formuleren betreffende het begrip "de nodige tijd" en dit specifiek voor de ondernemingen die minimaal 25 en maximaal 29 baremieke bedienden beoogd door CAO van 17 januari 1947 tewerkstellen.
  • De syndicale afvaardiging in deze ondernemingen bestaat uit maximaal 2 effectieve leden. Er worden geen plaatsvervangende leden aangeduid.
  • Er kan in deze ondernemingen enkel een syndicale afvaardiging worden opgericht indien 50%+1 van de baremieke bedienden beoogd door CAO van 17 januari 1947 zulks schriftelijk vraagt via een schrijven gericht aan de voorzitter van het PC.
    Een paritaire werkgroep zal deze procedure evalueren en indien nodig aanpassen tegen uiterlijk september 2014.
  • Indien in een dergelijke onderneming reeds baremieke bedienden beoogd door CAO van 17 januari 1947 van een betrokken syndicale organisatie beschermd zijn uit hoofde van een mandaat in een overlegorgaan of als kandidaat op de lijsten van de sociale verkiezingen zullen de effectieve leden van de syndicale afvaardiging voor deze organisatie uit de lijst van de beschermde baremieke bedienden beoogd door de CAO van 17 januari 1947 worden aangeduid en omgekeerd."

Deze regeling doet geen afbreuk aan het statuut van de syndicale delegatie vanaf 30 baremieke bedienden beoogd door de CAP van 17 januari 1947, zoals omschreven in CAO houdende coördinatie van het statuut van de syndicale afvaardigingen voor bedienden gesloten op 4 mei 1999 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Combinatie Arbeid - Gezin

Tijdskrediet - 1/5de loopbaanvermindering

Artikel 15

§1.- Tijdskrediet

Flet recht op tijdskrediet, voorzien door artikel 3 van de CAO nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad (BS 16.02.2002), tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde CAO nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden:

  • het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar;
  • de bedienden die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciénniteit bereikt te hebben.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

§2.- 1/5de loopbaanvermindering

De ondernemingen kunnen, overeenkomstig art. 6 § 2 en art. 9 § 2 van voornoemde CAO nr. 77bis van de NAR, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5 de loopbaanvermindering voor de voltijdse bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

§3.- Overgang van loopbaanvermindering naar conventioneel brugpensioen

In geval een bediende overstapt van een vorm van loopbaanvermindering in het kader van tijdskrediet (cAo nr. 77bis) naar een vorm van conventioneel brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, als bepaald in de voor de sector geldende desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomsten, berekend worden op basis van een voltijds loon. De aanvullende vergoeding wordt geproratiseerd met de verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse tewerkstelling over de gehele loopbaan.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan.

Terugkomst uit zwangerschaps- of moederschapsverlof

Artikel 16

Na afloop van het zwangerschaps- of moederschapsverlof heeft de bediende het recht terug te keren naar haar functie of naar een gelijkwaardige of vergelijkbare functie conform haar arbeidsovereenkomst.

Functieclassificatie

Artikel 17

De paritaire werkgroep functieclassificatie tot actualisering en verfijning van de niveaukenmerken en de voorbeeldfuncties van de huidige functiekiassen, zonder afbreuk te doen aan de bestaande functieclassificaties op ondernemingsvlak, zal zijn werkzaamheden verder zetten met het oog op het afronden van deze actualisering tegen 31 december 2012.

Paritaire werkgroep

Artikel 18

Er wordt een paritaire werkgroep opgericht om de mogelijkheden in verband met de oprichting van een gemengd Paritair Comité (arbeiders en bedienden) voor de sector van de chemie en de life sciences te onderzoeken.

Overleg en sociale vrede

Artikel 19

Met inachtneming van de sociale vrede en van de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze CAO's aan elkaars verwachtingen hebben voldaan.

Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Deze CAO zal worden neergelegd ter Griffie van de Aigemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij Koninklijk Besluit wordt gevraagd.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
10/05/2011
Registratienr
104280
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
31/03/2013
Neerleggingsdatum
23/05/2011
Registratiedatum
31/05/2011
Onderwerp
sectoraal akkoord 2011-2012
BS Bericht van neerlegging
15/06/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
04/10/2011
Gepubliceerd in het B.St. van
01/12/2011
Keywords
LONEN, EINDEJAARSPREMIE, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, KLEIN VERLET, RISICOGROEPEN, BRUGPENSIOEN, SYNDICALE AFVAARDIGING, SYNDICALE PREMIE, WERKING ONDERNEMING/OVERLEGORGANEN, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 0101 Nationaal akkoord 2023 - 2024
01/01/2021 31/12/2022 0101 Nationaal akkoord 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 0101 Nationaal akkoord 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 0101 01 Nationaal akkoord 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 0101 01 Nationaal akkoord 2015-2016
01/01/2011 31/12/2012 0101 01 Nationaal akkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 0101 01 Nationaal akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 0101 01 Nationaal akkoord 2007-2008
01/01/2005 31/12/2006 0101 01 Nationaal akkoord 2005-2006
01/01/2003 31/12/2004 0101 01 Nationaal akkoord 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 0101 01 Nationaal akkoord 2001-2002