0101 01 Nationaal akkoord 2009-2010

Paritair (sub-)Comité nr.:
207.00.00-00.00

Bijwerking: 15/06/2009
Geldig vanaf: 01/01/2009
Geldig tot: 31/12/2010

In het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid werd op 1 april 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve areisbetrkkingen en geregistreerd op 2 mei 009 onder het nr. 92232/CO/207. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 15 juni 2009.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Verschillende delen van dit nationaal akkoord maken wellicht nog het voorwerp uit van afzonderlijke CAO’s. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.

Nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden

Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit Paritair Comité.

§2. Het toepassingsgebied van artikel 10 §1 van deze CAO (conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar), van artikel 13 van deze CAO (Fonds voor vorming – risicogroepen) en van artikel 14 § 1 van deze CAO (Tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor bedienden.

§3. Het artikel 9 van deze CAO is uitsluitend van toepassing op de werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordiger.

Duur

Artikel 2

Deze CAO wordt gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, met uitzondering van artikel 7, 8 en 10.

Omkaderingsafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Artikel 3

De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak onderschrijven ten volle en zonder enig voorbehoud alle bepalingen van het uitzonderlijk akkoord van 18 december 2008 voor de onderhandelingen en bevestigen hiermee ondermeer de onderhandelingsenveloppe die in het uitzonderlijk akkoord werd vastgelegd voor de af te sluiten onderhandelingen op ondernemingsvlak in de periode 2009-2010.

De naleving op bedrijfsvlak van het uitzonderlijk akkoord, in bijlage, maakt onlosmakelijk deel uit van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Vastheid van betrekking

Artikel 4

De ondertekenende werkgeversorganisatie verbindt zich ertoe de ondernemingen aan te bevelen om in geval een onderneming genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag om economische redenen, de maatregelen te onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen ten opzichte van de bedienden zouden kunnen milderen, zoals ondermeer brugpensioen, werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden.

Minimumbarema

Artikel 5

§1. Enkel wanneer het huidige leeftijdsgebonden barema zal omgevormd zijn tot een nieuw salarisevolutiesysteem in overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/78/EG, omgezet in Belgisch recht via de Wet van 25 februari 2003, zoals gewijzigd door de Wet van 20 juli 2006, kunnen de minimumbarema’s terug aangepast worden.

Een eerste verhoging van 5,2 EUR /bruto gebeurt op moment van inwerkingtreding van het nieuwe salarisevolutiesysteem en ten vroegste op 1 april 2009.

Het minimumbarema wordt vanaf 1 januari 2010 verhoogd met 12,13 EUR/ bruto onder de in al.1 omschreven opschortende voorwaarde.

§2. Deze verhogingen zijn eveneens van toepassing op de bedienden die op moment van de toepassing van de eerste verhoging minder dan 17,33 EUR/bruto boven de geldende minimumbarema’s betaald worden.

§3. De in §1 en §2 van dit artikel vermelde inspanning voor de verhogingen van de minimumbarema’s kan niet gebruikt worden als zijnde richtinggevend voor de bedrijfsonderhandelingen.

Weddeverhoging

Artikel 6

§1. De ondernemingen die, aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2009-2010, niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst over loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen op 1 januari 2010, eenmalig, een totaalbedrag aan ecocheques, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, toekennen per gebaremiseerde bediende, dat wil zeggen waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, in dienst bij de werkgever op 1 januari 2010 ter waarde van 250 EUR.

Aan de deeltijdse bedienden worden ecocheques toegekend voor hetzelfde totaalbedrag en onder dezelfde voorwaarden als voor voltijdse bedienden.

De toekenning en/of de bepaling van het bedrag van deze ecocheques gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van het loon en/of andere geldelijke of in geld waardeerbare voordelen die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006 (K.B. 9 oktober 2006; B.S. 13 november 2006), gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de bedienden tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun brutowaarde aan te rekenen op de verhoging bepaald door huidige overeenkomst.

§2. Dit artikel is niet van toepassing op de bedienden die genieten van de loonsverhogingen voorzien in artikel 5 van deze CAO.

Pensioenplan

Artikel 7

§1. Voor de ondernemingen die op 1 oktober 2010 geen of een pensioenplan met een lagere jaarlijkse werkgeverkost dan het sectoraal pensioenplan hebben, wordt er een sectoraal pensioenplan uitgewerkt dat in werking zal treden vanaf 1 januari 2011, met een minimale instapkost van 250 EUR per bediende.

§2. Voor de ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 6 van deze CAO , die de éénmalige ecocheques hebben toegekend, als bepaald in al.1 van artikel 6, en vallen onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan zal de kost gelijk aan het totaalbedrag aan ecocheques (250 EUR per bediende in 2010) aangewend worden in het sectoraal pensioenplan vanaf 2011.

Voor de andere ondernemingen die voor de periode 2009-2010 een recurrent voordeel hebben toegekend en die onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan vallen, vormt het sectoraal pensioenplan een nieuw voordeel waarvan de kost op te nemen is in de CAO 2011-2012.

De verklarende tabel opgenomen in bijlage maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§3. De sociale partners van de scheikundige nijverheid gaan onmiddellijk over tot de oprichting van een installatiewerkGroup Sectoraal pensioenplan ten einde tegen ten laatste einde oktober 2009 alle beginselen en modaliteiten van het nieuw in te richten pensioenplan uit te werken.

§4. Dit artikel geldt voor onbepaalde duur.

Verplaatsingskosten

Artikel 8

§1. Voor wat betreft de tussenkomst van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoersbewijs berekend op basis van de tabel met forfaitaire bedragen opgenomen in art. 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van de abonnementen vanaf 5 km bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in art. 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in art. 5 en art. 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer op het grondgebied van een andere lidstaat wordt vanaf 1 februari 2009 de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het vervoersbewijs bepaald volgens de modaliteiten als opgenomen in art. 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Voor wat betreft de tussenkomst van de werkgevers bij gebruik van een ander vervoermiddel dan het openbaar vervoer voor een afgelegde afstand die minstens 5 kilometer moet bedragen, blijft de tussenkomst van de werkgever, vanaf 1 februari 2009, gekoppeld aan de vroegere tabel op basis van het gemiddelde van 60%, jaarlijks aangepast aan de nieuwe tarieven.

Partijen komen overeen de CAO van 14 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, betreffende het vervoer van de bedienden (KB 23 april 2002; BS 30 mei 2002) in die zin aan te passen.

§2. Dit artikel geldt voor onbepaalde duur.

Handelsvertegenwoordigers - Eindejaarspremie

Artikel 9

De in het artikel 3 van de CAO, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, gesloten op 12 juli 2007 (K.B. 18 mei 2008; B.S. 11 juni 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid vermelde begrenzing van 2.000 EUR wordt, vanaf het jaar 2010, en uiterlijk betaalbaar, wat de eindejaarspremie betreft van het kalenderjaar 2010, in januari 2011, op 2.100 EUR gebracht.

Conventioneel brugpensioen

Artikel 10

§1 - Brugpensioen vanaf 58 jaar

De CAO, gesloten op 26 juni 2007 (KB 2 juli 2008; BS 9 oktober 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 maart 2011.

§2 - Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan

De CAO, gesloten op 26 juli 2007 (KB 24 juli 2008; BS 9 oktober 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt voor de duur van deze CAO verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011.

§3 – Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 40 jaar beroepsloopbaan

Een nieuw stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar beroepsloopbaan wordt ingevoerd in de scheikundige nijverheid volgens de voorwaarden en de modaliteiten vastgelegd in de hieromtrent afgesloten interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in de Nationale Arbeidsraad voor de periode lopende van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011.

§4 - Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar

De CAO, gesloten op 26 juli 2007 (KB 19 maart 2008; BS 9 april 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, die per 31 december 2008 vervallen is, wordt voor de duur van deze CAO verlengd.

Voor zover dit wettelijk mogelijk is zal deze collectieve arbeidsovereenkomst nadien verlengd worden voor de periode lopende van 1 januari 2011 tot 31 maart 2011.

Syndicale vorming

Artikel 11

§1. In lid 1 en lid 3 van artikel 3 van de CAO, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 12 juli 2007 (K.B. 20 februari 2008; B.S. 9 april 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt het cijfer “300”, vanaf 1 januari 2009, vervangen door het cijfer “400”.

Het vierde lid van artikel 3 van hoger genoemde CAO wordt geschrapt.

§2. Het bedrag van 137.500 EUR per kalenderjaar vermeld in het eerste lid van artikel 8 van bovenvermelde CAO gesloten op 12 juli 2007 (K.B. 20 februari 2008; B.S. 9 april 2008), wordt, met ingang van 1 januari 2009, gebracht op 150.000 EUR per kalenderjaar.

§3. Volgende zin wordt toegevoegd in het eerste lid van artikel 8 van de bovenvermelde CAO gesloten op 12 juli 2007 (K.B. 20 februari 2008; B.S. 9 april 2008): “Met ingang van1 januari 2009 wordt eenzelfde bedrag toegekend aan de Belgische federatie van de chemische industrie en van life sciences vzw (essenscia) met het oog op het vervolmaken van de vorming van de werkgeversvertegenwoordigers in de sociale dialoog.

Financiering van het voordeel aan de gesyndiceerde bedienden

Artikel 12

Artikel 8, tweede lid, van de CAO, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 12 juli 2007 (KB 20 februari 2008; BS 9 april 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt, ingevolge een uitzonderlijke inspanning, als volgt gewijzigd: “Deze financiële reserve zorgt bovendien voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in §1 van artikel 1 van deze CAO bedoelde bedienden, ten belope van 2.350.000 EUR per jaar met ingang van 1 januari 2009.”

Fonds voor Vorming (risicogroepen)

Artikel 13

De CAO tot verlenging van het Fonds voor beroepsvorming van de bedienden uit de scheikundige nijverheid, gesloten op 26 juni 2007 (K.B. 19 maart 2008; B.S. 16 mei 2008), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze CAO worden verlengd.

Wat de CAO tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan voornoemd Fonds, eveneens gesloten op 26 juni 2007 ( KB 19 maart 2008; BS 16 mei 2008) in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreft, zal de bijdrage voor het Fonds, vanaf het jaar 2009, verhoogd worden van 0,10 % tot 0,20 % van de bruto-weddemassa van de werknemers onder arbeidsovereenkomst voor bedienden.

Van de hierboven vermelde totaal gestorte middelen zal een bedrag gelijk aan de bijdrage van 0,05% op de brutolonen van de bedienden integraal gebruikt worden voor collectieve opleidingsprojecten.

De sociale partners voor de bedienden van de scheikundige nijverheid bevestigen dat ze met het invoeren van deze maatregelen verder gunstig gevolg geven aan de oproep om de vormingsinspanningen te verhogen.

Combinatie Arbeid – Gezin

Tijdskrediet - 1/5de loopbaanvermindering

Artikel 14

§1. Tijdskrediet

Het recht op tijdskrediet, voorzien door artikel 3 van de CAO nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde CAO nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden:

  • het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar;
  • de bedienden die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

§2. 1/5de loopbaanvermindering

De ondernemingen kunnen, overeenkomstig art. 6 §2 en art. 9 §2 van voornoemde CAO nr. 77bis van de NAR, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5de loopbaanvermindering voor de voltijdse bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

§3. Overgang van loopbaanvermindering naar conventioneel brugpensioen

In geval een bediende overstapt van een vorm van loopbaanvermindering in het kader van tijdskrediet (CAO nr. 77bis) naar een vorm van conventioneel brugpensioen zal de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, als bepaald in de voor de sector geldende desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomsten, berekend worden op basis van een voltijds loon. De aanvullende vergoeding wordt geproratiseerd met de verhouding van de periodes voltijdse en deeltijdse tewerkstelling over de gehele loopbaan.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan.

Basisloonwaarborg voor zwangere bedienden

Artikel 15

Voor bedienden die omwille van hun zwangerschap genoodzaakt worden om gedurende deze periode een andere lagere functie binnen de onderneming in te vullen zal het basisloon van de originele functie gewaarborgd blijven.

Deze regeling doet geen afbreuk aan gelijkwaardige of gunstiger modaliteiten die op het vlak van de onderneming bestaan.

Functieclassificatie

Artikel 16

De paritaire werkgroep functieclassificatie met het oog op de actualisering en verfijning van de niveaukenmerken en de voorbeeldfuncties van de huidige functieklassen, zonder afbreuk te doen aan de bestaande functieclassificaties op ondernemingsvlak, zal zijn werkzaamheden tijdens de duur van onderhavig Nationaal Akkoord 2009-2010 verder zetten.

Arbeidsovereenkomsten

Artikel 17

In geval een uitzendkracht wordt aangeworven met een arbeidsovereenkomst bij dezelfde gebruiker, vanaf dan de werkgever genoemd, en dit voor dezelfde functie als waarin hij gedurende minstens 6 maanden, zonder tussentijdse onderbreking van meer dan 4 opeenvolgende weken, heeft gewerkt, zal er geen proefperiode in de arbeidsovereenkomst voorzien worden.

Sociale dialoog

Artikel 18

Na het afsluiten van het Nationaal Akkoord 2009-2010 voor bedienden zal de Voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, tijdens deze CAO-periode, het initiatief nemen om een dialoog op te starten tussen de sociale partners van het PC 207 aangaande het versterken van de sociale dialoog, in het bijzonder wat betreft de informatieverstrekking op sociaal-economisch gebied voor KMO’s vanaf een bepaald aantal bedienden.

De ondertekenende organisaties zijn bereid om op dit initiatief positief in te gaan.

Dit positief engagement tot dialoog houdt geen resultaatsverbintenis in.

Juridische aansprakelijkheid van de werknemers

Artikel 19

De paritaire werkgroep betreffende de juridische aansprakelijkheid van de werknemers zal haar werkzaamheden voor de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst verder zetten.

Overleg en sociale vrede

Artikel 20

Met inachtneming van de sociale vrede en van de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze CAO's aan elkaars verwachtingen hebben voldaan.

Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Deze CAO zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij Koninklijk Besluit wordt gevraagd.

Bijlage - zie gerelateerde CAO

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
01/04/2009
Registratienr
92232
Geldig van
01/01/2009
Geldig tot
31/03/2011
Neerleggingsdatum
27/04/2009
Registratiedatum
28/05/2009
Onderwerp
sectoraal akkoord 2009-2010
BS Bericht van neerlegging
15/06/2009
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
15/06/2010
Gepubliceerd in het B.St. van
20/08/2010
Keywords
LONEN, ECOCHEQUES, EINDEJAARSPREMIE, AANVULLENDE PENSIOENEN EN GROEPSVERZEKERINGEN, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, RISICOGROEPEN, OPZEGGING/ONTSLAG, SYNDICALE VORMING, SOCIALE VREDE

Historiek
01/01/2023 31/12/2024 0101 Nationaal akkoord 2023 - 2024
01/01/2021 31/12/2022 0101 Nationaal akkoord 2021-2022
01/01/2019 31/12/2020 0101 Nationaal akkoord 2019-2020
01/01/2017 31/12/2018 0101 01 Nationaal akkoord 2017-2018
01/01/2015 31/12/2016 0101 01 Nationaal akkoord 2015-2016
01/01/2011 31/12/2012 0101 01 Nationaal akkoord 2011-2012
01/01/2009 31/12/2010 0101 01 Nationaal akkoord 2009-2010
01/01/2007 31/12/2008 0101 01 Nationaal akkoord 2007-2008
01/01/2005 31/12/2006 0101 01 Nationaal akkoord 2005-2006
01/01/2003 31/12/2004 0101 01 Nationaal akkoord 2003-2004
01/01/2001 31/12/2002 0101 01 Nationaal akkoord 2001-2002