0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.01.00-00.00

Bijwerking: 08/11/2017
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 31/07/2017

In het Paritair Subcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven werd op 18 december 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 5 februari 2015 onder het nr. 125195/CO/202.01. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 16 februari 2015.

Zij werd gewijzigd door een CAO van 11 februari 2015 (nr. 126754/CO/202.01).

Wij geven u hierna de tekst van de CAO van 18 december 2014 en de historiek van de bedragen, aangevuld met enige commentaar.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven behoren.

§2. Onder “normale voltijdse arbeidsprestaties”, worden verstaan de werkelijke geleverde arbeid, ten belope van de wekelijkse arbeidsduur, zoals deze is vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971.

§3. Onder “bedienden” wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing:

  1. op de bedienden die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende een periode welke minder dan een kalendermaand bedraagt;
  2. op de personen die zijn tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd.

HOOFDSTUK II - Beginselen

Artikel 3

Op 1 januari 2015 is het volgend gemiddeld minimum maandinkomen van toepassing:

1. Werknemers met een vast contract

Leeftijd -6 maanden anciënniteit +6 maanden anciënniteit +12 maanden anciënniteit
22 jaar     1.644,73 EUR
21 jaar 1.558,08 EUR 1.598,75 EUR 1.644,73 EUR
20 jaar 1.501,82 EUR 1.541,67 EUR 1.559,38 EUR
19 jaar 1.501,82 EUR 1.541,67 EUR 1.541,67 EUR
18 jaar 1.501,82 EUR 1.501,82 EUR 1.501,82 EUR
17 jaar 1.184,14 EUR 1.215,04 EUR 1.249,99 EUR
16 jaar en minder 1.090,66 EUR 1.119,12 EUR 1.151,31 EUR

2. Studenten

Leeftijd -6 maanden anciënniteit +6 maanden anciënniteit +12 maanden anciënniteit
22 jaar     1.644,71 EUR
21 jaar 1.558,04 EUR 1.598,71 EUR 1.644,71 EUR
20 jaar 1.464,56 EUR 1.502,79 EUR 1.546,03 EUR
19 jaar 1.371,08 EUR 1.406,86 EUR 1.447,34 EUR
18 jaar 1.277,59 EUR 1.310,94 EUR 1.348,66 EUR
17 jaar 1.184,11 EUR 1.215,02 EUR 1.249,98 EUR
16 jaar en minder 1.090,63 EUR 1.119,10 EUR 1.151,30 EUR

Commentaar: De jaarlijkse overzichten vindt u terug in onze sectorale documentatie Hfdst. 0404.

Artikel 4

Voor het bediendepersoneel dat met onvolledige dienstbetrekking is tewerkgesteld, wordt het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen, bepaald in de artikelen 3 tot en met 6 berekend naar rata van de duur van de maandelijkse arbeidsprestatie.

Artikel 5

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder “gemiddeld minimummaandinkomen” verstaan:

  1. het maandloon dat is gewaarborgd door de loonschalen welke zijn vastgesteld door het paritair comité, de ondernemingsovereenkomsten of de individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden. In het maandloon moet zowel het vaste als het veranderlijke gedeelte worden begrepen;
  2. de tegenwaarde per maand van de premies en andere voordelen, eventueel in natura betaald, welke worden toegekend krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsovereenkomsten, individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden of de gebruiken.

Artikel 6

Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld minimummaandinkomen:

  1. de aanvullingen voor overwerk bepaald door artikel 29, §1 van de arbeidswet van 16 maart 1971;
  2. de voordelen welke worden bedoeld in de bepalingen van artikel 19, §2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders;
  3. de premies of vergoedingen welke worden uitgekeerd wegens werkelijke door de bedienden gedragen kosten;
  4. de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiodes van de arbeidsovereenkomst zoals: ziekteuitkeringen, werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en dubbel vakantiegeld.

Commentaar:

De voordelen bedoeld in de bepalingen van artikel 19 §2 van het bovenvermelde koninklijk besluit van 28 november 1969 en die relevant zijn voor het onderhavige paritair comité zijn de volgende:

  1. de sluitingsvergoeding ten belope van een bedrag toegekend aan de werknemer per jaar anciënniteit in de onderneming en het totaal bedrag vermeld in artikel 23 van de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van de ondernemingen, die wordt uitgekeerd aan werknemers in geval van sluiting van de onderneming die hen tewerkstelt onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3, van voormelde wet van 26 juni 2002 en de sluitingsvergoeding die aan werknemers wordt toegekend in geval van de stopzetting van de activiteiten van de natuurlijke persoon of van de vereniging die hen tewerkstelt, voor zover de natuurlijke persoon of de onderneming aan de voorwaarden voldoet bedoeld in artikel 3 van voornoemde wet van 26 juni 2002, ten belope van dezelfde bedragen als bedoeld in artikel 23 van bovenvermelde wet van 26 juni 2002;
  2. de aan de werknemers verschuldigde vergoedingen, wanneer de werkgever zijn wettelijke, contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, met uitzondering nochtans van de vergoedingen, verschuldigd naar aanleiding van:
    a. de onregelmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever;
    b. de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor personeelsafgevaardigden;
    c. de eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor syndicale afgevaardigden;
    d. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk akkoord;
  3. (...)
  4. de bedragen die gelden als terugbetaling van de kosten die de werknemer heeft verricht om zich van zijn woonplaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook de kosten die ten laste van zijn werkgever vallen;
  5. de voordelen toegekend in de vorm van arbeidsgereedschap of werkkleding;
  6. de bedragen die de werkgever aan de werknemer betaalt ten einde zich te kwijten van zijn verplichting om arbeidsgereedschap of werkkleding te bezorgen of om te zorgen voor kost en inwoning, wanneer de werknemer ver van zijn woning tewerkgesteld is;
  7. de bedragen die aan de werknemer worden toegekend wegens hun aansluiting bij een vakorganisatie ten belope van het bedrag door de Minister van Sociale Voorzorg bepaald;
  8. (...)
  9. (...)
  10. de vergoeding voor de periode van arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week, alsook de vergoeding verschuldigd voor de periode van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 12bis en nr. 13bis;
  11. het verschaffen van eetmalen beneden de kostprijs in het bedrijfsrestaurant;
  12. (...)
  13. de vergoeding overeenstemmmend met het loon voor de feestdag of vervangingsdag tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid;
  14. de volgende geschenken:
    a. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons, geschenkcheques genaamd, als ze een totaal bedrag van 35 EUR per jaar per werknemer en 35 EUR per jaar voor elk kind ten laste van deze werknemer niet overschrijden en toegekend worden naar aanleiding van het Sinterklaasfeest, Kerstmis of Nieuwjaar;
    b. de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan de werknemer worden overhandigd wanneer hij een eervolle onderscheiding ontvangt als ze een totaal bedrag van 105 EUR per jaar per werknemer niet overschrijden;
    c. de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques die aan een werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn pensionering als ze een bedrag van 35 EUR niet overschrijden per volledig dienstjaar dat de werknemer bij de betrokken werkgever in dienst is en met een totaal bedrag van tenminste 105 EUR en maximum 875 EUR;
    d. de geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons die aan een werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn huwelijk of van het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning, voor zover het toegekend bedrag geen 200 EUR per werknemer overschrijdt.
  15. het voordeel betreffende het persoonlijk en individueel gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever;
  16. de kilometervergoeding toegekend door de werkgever aan de werknemer voor verplaatsingen met de fiets tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling, voor een bedrag van maximaal 0,145 EUR per kilometer (bedrag op 01/01/2010);
  17. (...)
  18. het voordeel opgeleverd door opties op aandelen, zoals bepaald bij artikel 42 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, behalve indien de prijs van de uitoefening van de optie lager is dan de op het ogenblik van het aanbod geldende waarde van de aandelen waarop de optie betrekking heeft.
  19. de vermindering, ten laste van de werkgever, van de normale prijs van de gefabriceerde of verkochte producten, of diensten geleverd door de werkgever, op voorwaarde dat de hoeveelheid van de aan elke werknemer verkochte producten of geleverde diensten het normale verbruik van het gezin van de werknemer niet overschrijdt. De werkgever moet kunnen aantonen dat hij zijn werknemers op deze voorwaarde heeft gewezen.
  20. de tussenkomsten van de werkgever ten beloop van maximum 60 % van de aankoopprijs (exclusief BTW) die door de werknemers wordt betaald voor de aankoop van een geheel van persoonlijke computer. Randapparatuur en printer, internetaansluiting en internetabonnement, alsook de voor de bedrijfsvoering dienstige software in het kader van een door de werkgever georganiseerd plan, zonder dat die werkgever op enig ogenblik zelf eigenaar van de voormelde elementen mag zijn, in zover zij niet meer bedragen dan 1.250 EUR per aanbod en als de in het koninklijk besluit van 25 maart 2003 tot wijziging van het KB/WIB 92 en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 396 van de programmawet van 24 december 2002 voorwaarden vervuld zijn.
  21. de stortingen bedoeld in artikel 38, § 3ter, eerste lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, verricht door de werkgevers met het oog op de toekenning aan hun personeelsleden of aan hun rechtverkrijgende(n) van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdig overlijden, de premies voor aanvullende hospitalisatieverzekering zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 april 1993 betreffende de bijdrage op de premies terzake van een aanvullende verzekering voor hospitalisatie, die door de werkgever in het voordeel van zijn personeel worden ten laste genomen, alsmede de premies voor aanvullende voordelen in geval van arbeidsongeschiktheid.

HOOFDSTUK III - Toepassingsmodaliteiten

Artikel 7

§1. Op het ogenblik van de betaling van de premie voorzien in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (geregistreerd onder nummer 64133), wordt een afrekening opgemaakt van de betaalde maandlonen alsook van de andere toegekende voordelen, waarvan sprake in artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gedurende de voorafgaande twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden.

§2. Wanneer de afrekening waarvan sprake in §1 lager is dan het totaal van de maandbedragen van het gemiddeld minimummaandinkomen dat wordt gewaarborgd door deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode waarvoor de afrekening vermeld in §1 werd opgemaakt, wordt het verschil als complement betaald op het ogenblik van de betaling van de premie waarvan sprake in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002, vermeld onder §1.

§3. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de in dit artikel voorziene datum wordt de gebeurlijke aanpassing gedaan op het ogenblik zelf van de beëindiging.

Commentaar:

De afrekening van de betaalde maandbezoldigingen aangevuld met de andere in aanmerking komende voordelen (zoals de eindejaarspremie bv.) wordt jaarlijks verricht bij de betaling van de eindejaarspremie, dit is ten laatste tussen 15 en 31 december van elk jaar. Het is ook dan dat er een eventuele aanpassing moet gebeuren.

Ingeval de arbeidsovereenkomst een einde neemt vóór de datum van betaling van de eindejaarspremie in de onderneming, moeten de afrekening en de eventuele aanpassing plaats vinden op het ogenblik van de beëindiging van het contract.

Artikel 8

§1. Voor de bedienden die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijk loon worden betaald, wordt het gemiddeld minimummaandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van de laatste twaalf maanden of op het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden.

§2. Voor de bepalingen van het gemiddeld minimummaandinkomen wordt geen rekening gehouden met onvolledige werkmaanden.

HOOFDSTUK IV - Koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen

(...)

HOOFDSTUK V – Opheffingsbepalingen

Artikel 10

De collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2004 (geregistreerd onder nummer 71744), afgesloten in het ParitairSubcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen, is opgeheven.

HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bovengemelde collectieve arbeidsovereenkomst van 18 mei 2004 betreffende waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

Ze treedt in werking op 1 januari 2015 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Artikel 12

Zij mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 13

Deze opzegging neemt een aanvang op de eerste dag van de maand welke volgt op deze waarin zij wordt betekend.

Artikel 14

De organisatie welke het initiatief neemt van de opzegging moet de redenen ervan opgeven en gelijktijdig opbouwende voorstellen neerleggen welke door de andere organisaties in het paritair subcomité moeten worden besproken binnen een termijn van een maand na hun ontvangst.

Artikel 15

Bij ontstentenis van een akkoord vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn blijven de voordelen en verplichtingen welke voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel 1, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximumtermijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn, wordt gesloten.

Historiek van de bedragen

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
11/02/2015
Registratienr
126754
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
31/03/2015
Registratiedatum
29/04/2015
Onderwerp
gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
12/05/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
26/10/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
27/11/2015
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Datum CAO
18/12/2014
Registratienr
125195
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
31/07/2017
Neerleggingsdatum
23/12/2014
Registratiedatum
05/02/2015
Onderwerp
waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
BS Bericht van neerlegging
16/02/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
26/10/2015
Gepubliceerd in het B.St. van
27/11/2015
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/03/2024 31/12/2050 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
17/12/2020 31/01/2023 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
23/11/2019 16/12/2020 0403 Gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen
01/08/2017 22/10/2019 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/01/2015 31/07/2017 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/09/2005 31/12/2011 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen
01/05/2004 31/08/2005 0403 Garantie d'un revenu minimum mensuel moyen
01/01/1999 30/04/2004 0403 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen