040101 Loonvoorwaarden

Paritair (sub-)Comité nr.:
202.01.00-00.00

Bijwerking: 02/05/2018
Geldig vanaf: 01/08/2017
Geldig tot: 01/08/2017

Minimummaandlonen van het verkooppersoneel en administratief personeel:

Evolutie in de loonschalen:

  1. Aanvangslonen;
  2. Beroepservaring;
  3. Gelijkgestelde periodes;
  4. Bepaling van de beroepservaring bij aanwerving;
  5. Jaarlijkse baremieke verhogingen.

Studentenbarema's:

  • 21 jaar en ouder: 100 %;
  • 20 jaar: 96 %;
  • 19 jaar: 92 %;
  • 18 jaar: 88 %;
  • 17 jaar: 84 %;
  • 16 jaar: 80 %.

Conventionele verhoging: vanaf 1 augustus 2017 zullen de minimum- en effectieve wedden verhoogd worden met 20 euro bruto per maand (pro rata voor deeltijdse werknemers).

Minimummaandlonen van de filiaalhouders

Gemeenschappelijke bepalingen:

  • Kennis en gebruik van meerdere talen;
  • Bedienden die volledig of gedeeltelijk met commissielonen worden beloond.

In het Paritair Subcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven werd op 4 september 2017 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de lonen (registratienummer 142302/CO/202.01).

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze cao.

Voor de evolutie van de minimumwedden verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven.

§2. Met "bedienden" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden bedoeld.

HOOFDSTUK II - LOONSCHALEN

Afdeling 1- Minimummaandlonen van het verkooppersoneel en administratief personeel

A. EVOLUTIE IN DE LOONSCHALEN

1. Aanvangslonen

Artikel 2

§1. De aanvangslonen zijn de lonen die in het ervaringsbarema worden voorzien voor 0 ervaringsjaren.

De ervaringscurve is gecreëerd op basis van een indiensttreding op 21 jaar. Deze keuze is terecht, aangezien zij enerzijds gebaseerd is op de context van de handelssectoren. Anderzijds voldoet de baremastart op deze wijze aan het gewaarborgd minimummaandinkomenniveau.

Bijgevolg wordt de beroepservaring en de gelijkgestelde periodes vóór de leeftijd van 21 jaar niet meegeteld bij de bepaling van het toepasselijke ervaringsbarema.

§2. Zonder afbreuk te doen aan de anciënniteitsvereisten bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2017 betreffende de functieclassificatie, wordt het aantal jaren vereiste beroepservaring voor elke categorie als volgt bepaald:

  • 0 jaar voor een bediende categorie 1;
  • 0 jaar voor een bediende categorie 2;
  • 4 jaar voor een bediende categorie 2bis;
  • 2 jaar voor een bediende categorie 3;
  • 4 jaar voor een bediende categorie 4;
  • 4 jaar voor een bediende categorie 5.

Deze jaren beroepservaring worden berekend rekening houdend met §1 van huidig artikel 2 en met de bepalingen van artikel 3 van deze overeenkomst.

2. Beroepservaring

Artikel 3

Vanaf het aanvangsloon verhogen de minimummaandlonen naargelang de ervaring van de werknemer toeneemt en volgens het schema dat in het ervaringsbarema is bepaald.

Beroepservaring is de ruimere term die het volgende omvat:

  • Zowel de effectieve en gelijkgestelde professionele werkervaring bij de werkgever waar de bediende in dienst is, evenals de periodes van effectieve en gelijkgestelde beroepsprestaties die de bediende voor de indiensttreding verworven heeft als werknemer, zelfstandige of als statutair ambtenaar;
  • Technische kennis en levenservaring als loyaliteit aan de onderneming.

Voor de toekenning van ervaringsjaren wordt geen onderscheid gemaakt tussen voltijdse of deeltijdse prestaties.

3. Gelijkgestelde periodes

Artikel 4

Aangezien de beroepservaring niet enkel in het kader van een arbeidsbetrekking maar ook levenslang wordt verworven, komen de sociale partners overeen om met de ervaring volgende zaken gelijk te stellen:

  • Alle periodes binnen een professioneel milieu (oa interims, stages, bepaalde duurcontracten, zelfstandig werk, ambtenaar, vrijwilligerswerk, ..) met uitzondering van de tewerkstelling in het kader van een studentenovereenkomst. De in de overige lidstaten van de Europese Unie voor de werknemer toepasselijke periodes van gelijkstelling zullen op dezelfde manier erkend worden.
  • De eventuele jaren van legerdienst;
  • Alle periodes van contractschorsing (tijdskrediet, moederschapsverlof, thematische verloven,...); evenals de periodes die gedekt zijn door de sociale zekerheid en de sociale wetgeving (werkloosheid, ziekte-invaliditeit);
  • Alle studieperiodes;
  • Alle periodes van inactiviteit omwille van familiale motieven.
4. Bepaling van de beroepservaring bij aanwerving

Artikel 5

§1. Op het ogenblik van de indiensttreding wordt het baremaloon van de bediende vastgesteld in overeenstemming met het beroepservaringsbarema van de klasse waartoe zijn functie behoort en op basis van de beroepservaring zoals bepaald in artikelen 2, 3 en 4 van deze overeenkomst.

De som van de beroepservaringsperioden en gelijkgestelde perioden wordt uitgedrukt in jaren en maanden.

De eerste baremieke verhoging na de indiensttreding zal gebeuren op de eerste dag van de maand nadat de bediende het eerstvolgende jaar beroepservaring heeft bereikt.

Voor de aanrekening van beroepservaring mag geen enkele gelijkstellingperiode gecumuleerd worden met een periode van beroepsactiviteit of met een andere gelijkstellingperiode.

§2. Ingeval bij de indiensttreding het aantal jaren beroepservaring zoals bepaald in artikelen 2, 3 en 4 van deze overeenkomst hoger ligt dan het vereist aantal jaren van het aanvangsbarema voor deze categorie, heeft de werkgever voor de categorieën 3 tot 5 de mogelijkheid de bedienden aan te werven tegen het aanvangsbarema voor ervaringsjaar 0 van deze categorie, namelijk:

  • ervaringsjaar 2 in de derde categorie;
  • ervaringsjaar 4 in de vierde en de vijfde categorie.

Het ervaringsbarema dat met hun aantal jaren beroepservaring overeenstemt, moet evenwel geleidelijk worden bereikt met jaarlijkse gelijke schijven en dit uiterlijk:

  • 1 jaar na de indiensttreding, indien de bediende minder dan 10 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding;
  • 2 jaar na de indiensttreding, indien de bediende meer dan 10 maar minder dan 15 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding;
  • 3 jaar na de indiensttreding, indien de bediende meer dan 15 jaar beroepservaring heeft bij de indiensttreding.

Het is wenselijk dat deze modaliteiten nauwkeurig in de schriftelijke overeenkomst worden omschreven.

§3. Bij een nieuwe aanwerving zal de kandidaat aan de werkgever alle noodzakelijke informatie overmaken zodat deze het loon kan bepalen dat overeenkomt met de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

5. Jaarlijkse baremieke verhogingen

Artikel 6

De sectorale baremieke verloning van de werknemer zal evolueren volgens de ervaringscurve tot op het moment dat hij het maximum bereikt heeft. Wanneer de periode van beroepservaring met 12 maanden is toegenomen sinds de laatste baremieke verhoging, stijgt het baremaloon van de bediende met een beroepservaringsjaar volgens de loonbaremaschaal op de eerste dag van de daaropvolgende maand.

In geval van verandering van categorie, zal de werknemer 'verplaatst' worden naar de ervaringscurve die overeenkomt met zijn nieuwe categorie, rekening houdend met zijn verworven ervaring.

B. STUDENTENBAREMA'S

Artikel 7

§1. Vanaf 1 januari 2018 worden de sectorale jongerenbarema's van 16 tot en met 20 jaar afgeschaft.

§2. De afschaffing slaat enkel op de sectorale jongerenbarema's. Bedrijfsbarema's voor -21-jarigen blijven behouden op voorwaarde dat zij minstens even hoog zijn als de nieuwe sectorale barema's.

§3. De afschaffing van de sectorale jongerenbarema's geldt niet voor werknemers onder studentenstatuut (de werknemers verbonden met een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten). Voor de studenten wordt een apart studentenbarema ingevoerd op basis van de volgende degressiviteit:

  • 21 jaar en ouder: 100 %;
  • 20 jaar: 96 %;
  • 19 jaar: 92 %;
  • 18 jaar: 88 %;
  • 17 jaar: 84 %;
  • 16 jaar: 80 %.

Deze percentages moeten worden toegepast op het aanvangsloon (0 jaar anciënniteit) van de desbetreffende functiecategorie.

C. MINIMUMBAREMA'S

Artikel 8

De maandelijkse minimumlonen worden vastgesteld op 1 augustus 2017, ten overstaan van index 102,02, spil van de stabilisatieschijf 100,01-102,02 -104,06 (basis 2013) zoals bepaald in bijlage 1 van deze CAO.

Commentaar: Voor de evolutie van de minimumwedden verwijzen wij u naar onze sectorale documentatie Hfdst. 0402.

D. CONVENTIONELE VERHOGING

Artikel 9

Vanaf 1 augustus 2017 zullen de minimumloonschalen en de werkelijk betaalde lonen van het verkooppersoneel en administratief personeel verhoogd worden met 20 euro bruto per maand.

Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.

Afdeling 2 - Minimummaandlonen van de filiaalhouders

A. CATEGORIE I FILIAALHOUDERS

Artikel 10

Filiaalhouders die alleen voor de verkoop instaan en bij hun werkplaats een woonst genieten ten laste van de werkgever, wordt het toepasselijke minimummaandloon van categorie I toegekend.

Dit bedrag wordt verhoogd met een commissieloon dat ten minste 3 % bedraagt van de schijf van het gemiddeld maandelijks omzetcijfer hoger dan 9333,00 EUR (referteindex 102,02) en dit tot dit verhoogde bedrag het minimummaandloon van categorie II bereikt.

Dit laatste bedrag vertegenwoordigt in dat geval het minimum maandloon van de filiaalhouder.

B. CATEGORIE II FILIAALHOUDERS

Artikel 11

Filiaalhouders die alleen voor de verkoop instaan en bij hun werkplaats geen woonst genieten ten laste van de werkgever, wordt het toepasselijke minimummaandloon van categorie II toegekend.

C. CATEGORIE III FILIAALHOUDERS

Artikel 12

Wanneer in het filiaal 1 tot en met 10 verkooppersoneelsleden en/of winkelkassiers zijn tewerkgesteld, wordt aan de filiaalhouder in elk geval het toepasselijke minimummaandloon van categorie III toegekend.

D. CATEGORIE IV FILIAALHOUDERS

Artikel 13

Wanneer in het filiaal 11 tot en met 20 verkooppersoneelsleden en/of winkelkassiers zijn tewerkgesteld, wordt aan de filiaalhouder in elk geval het toepasselijke minimummaandloon van categorie IV toegekend.

E. CATEGORIE V FILIAALHOUDERS

Artikel 14

Wanneer in het filiaal meer dan 20 verkooppersoneelsleden en/of winkelkassiers zijn tewerkgesteld, wordt aan de filiaalhouder in elk geval het toepasselijke minimummaandloon van categorie V toegekend.

F. LOONELEMENTEN

Artikel 15

Teneinde vast te stellen of het loon van de filiaalhouder de in de artikelen 10 tot en met 14 vastgestelde minimumbedragen bereikt, wordt er rekening gehouden zowel met het vast en veranderlijk loon als met de eventueel andere voordelen in natura dan die voorzien in artikel 10.

Artikel 16

In het geval dat het baremaloon van de filiaalhouder lager ligt dan het loon van de gekwalificeerde eerste verkoper, moeten ook het variabelloon en de eventuele andere voordelen van allerlei aard in rekening worden gebracht. Ligt het samengestelde loon van de filiaalhouder op dat moment nog lager dan de gekwalificeerde eerste verkoper, wordt het (samengestelde) loon van de filiaalhouder opgetrokken tot dat baremaloon.

G. MINIMUMBAREMA'S

Artikel 17

De maandelijkse minimumlonen worden vastgesteld op 1 augustus 2017, ten overstaan van index 102,02, spil van de stabilisatieschijf 100,01-102,02 -104,06 (basis 2013) zoals bepaald in bijlage 2 van deze CAO.

H. CONVENTIONELE VERHOGING

Artikel 18

Vanaf 1 augustus 2017 zullen de minimumloonschalen en de werkelijk betaalde lonen van het verkooppersoneel en administratief personeel verhoogd worden met 20 euro bruto per maand.

Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.

Afdeling 3 - Gemeenschappelijke bepalingen

A. KENNIS EN GEBRUIK VAN MEERDERE TALEN

Artikel 19

De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimum maandlonen moeten worden beschouwd als overeenstemmend met het gebruik van één enkele taal.

De vereiste van de kennis of het gebruik in de uitoefening van een functie van meer dan één taal, rechtvaardigt niet de overgang naar een hogere categorie als de aard van de functie zelf er niet door wordt gewijzigd, maar het past ermee rekening te houden bij het vaststellen van het loon.

B. BEDIENDEN DIE VOLLEDIG OF GEDEELTELIJK MET COMMISSIELONEN WORDEN BELOOND

Artikel 20

De volledig of gedeeltelijk met commissieloon beloonde bedienden kunnen elke maand aanspraak maken op de minimumloonschalen. De loonaanvullingen, welke hierdoor, eventueel, door de werkgever moeten worden betaald kunnen ambtshalve van het brutoloon van de volgende maanden worden afgehouden zodra en in de mate dat dit laatste deze minima overschrijdt.

Deze voorschotten zijn niet meer terugvorderbaar na het afsluiten van de jaarlijkse rekeningen, noch bij het einde van de arbeidsovereenkomst voor bedienden.

HOOFDSTUK III - SLOTBEPALINGEN

Artikel 21

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 augustus 2017.

Zij heft op en vervangt artikel 10 tot en met 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juli 2002 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (64133/co/202.01).

Artikel 22

Zij is gesloten voor een onbepaalde tijd en mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor middelgrote levensmiddelenbedrijven en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
04/09/2017
Registratienr
142302
Geldig van
01/08/2017
Geldig tot
01/08/2017
Neerleggingsdatum
02/10/2017
Registratiedatum
27/10/2017
Onderwerp
lonen
BS Bericht van neerlegging
09/11/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
-

Historiek
01/01/2022 31/12/2050 040101 Loonvoorwaarden
23/10/2019 31/12/2021 040101 Loonvoorwaarden
23/10/2019 23/10/2019 040101 Loonvoorwaarden
01/08/2017 22/10/2019 040101 Loonvoorwaarden
01/08/2017 01/08/2017 040101 Loonvoorwaarden
01/01/2012 31/07/2017 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2010 31/12/2011 040101 0401 Loonvoorwaarden
10/03/2008 30/06/2010 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2007 09/03/2008 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/09/2005 30/09/2007 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2004 31/08/2005 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2001 31/12/2003 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2001 30/09/2001 040101 0401 Loonvoorwaarden
01/01/1999 30/09/2001 040101 0401 Loonvoorwaarden