2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar - ondernemingen die tenminste 5 werknemers tewerkstellen
Paritair (sub-)Comité nr.:
201.00.00-00.00
Bijwerking: 01/06/2006
Geldig vanaf: 01/01/2006
Geldig tot: 31/12/2007
In het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel werd op 21 juni 2005 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het conventioneel brugpensioen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en neergelegd op 5 januari 2006 onder het nr. 77895/CO/201. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 2006.
Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 1992. Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie betreffende het brugpensioen (nr. 355).
Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO en vervolgens een uitgebreide commentaar.
A. C.A.O. van 21 juni 2005
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
§1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die 5 of meer werknemers tewerkstellen en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.
§2. Om uit te maken of een werkgever 5 of meer werknemers tewerkgestelt, moet men het totaal aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van de vier burgerlijke kwartalen van het vorige jaar te delen door het aantal kwartalen waarvoor een aangifte in de loop van het voorgaande jaar werd ingediend bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.Bij het eerste jaar tewerkstelling is het in aanmerking te nemen aantal het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het eerste burgerlijk kwartaal waarvoor betrokken firma een aangifte bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid heeft ingediend.
§3. Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
HOOFDSTUK II - Recht op de aanvullende brugpensioenvergoeding
Artikel 2
De regeling van aanvullende brugpensioenvergoeding, zoals ingesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 gesloten van 19 december 1974, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij Koninklijk Besluit van 16 januari 1975, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975, wordt toegepast op de bedienden van 58 jaar en ouder, indien ze worden ontslagen door hun werkgever (behalve om dringende redenen) en op voorwaarde dat ze 25 jaar loondienst totaliseren.
Artikel 3
De werknemers kunnen volgens onderhavige overeenkomst slechts in brugpensioen gaan voor zover ze voldoen aan de voorwaarden betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
Artikel 4
De leeftijd waarvan sprake in artikel 2 moet ten laatste bereikt zijn bij het effectief verstrijken van de opzeggingstermijn of op de datum waarop de verbrekingsvergoeding wordt toegekend en in alle geval vóór het verstrijken van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Artikel 5
De artikelen 4 tot en met 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december 1974, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers, indien ze worden ontslagen, zijn eveneens van toepassing.
Artikel 6
Het brugpensioen toegepast op basis van deze overeenkomst neemt een einde wanneer de werknemer de pensioenleeftijd bereikt.
HOOFDSTUK III – Slotbepalingen
Artikel 7
Deze CAO is gesloten voor bepaalde duur: ze treedt in werking op 1 januari 2006 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2007.
B. Commentaar
1. Leeftijdsvoorwaarde
Wanneer een bediende ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk wordt beëindigd. Bovendien moet hij eveneens deze leeftijd bereiken uiterlijk op de datum waarop de CAO afloopt. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na de datum waarop de CAO aflopt.
2. Anciënniteitsvoorwaarde
Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de bediende die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.
3. Voorwaarde betreffende de grootte van de onderneming
De CAO is slechts van toepassing op de ondernemingen die 5 of meer werknemers tewerkstellen.
4. Vervanging van de bruggepensioneerde
In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde bediende verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstne- ming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.
Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie betreffende het brugpensioen (nr. 355).
5. Aanvullende vergoeding
Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding (artikel 4 van de CAO nr 17 van de NAR). Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering vergoeding (artikelen 5 tot 9 van de CAO nr 17 van de NAR).
6. Voorafgaandelijke overleg
Artikel 10 van de CAO nr 17 van de NAR voorziet :
- de verplichting voor de werkgever overleg te plegen, vooraleer te ontslaan, met de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, met de syndicale afvaardiging om te beslissen of, afgezien van de in de onderneming van kracht zijnde afdankingscriteria, werknemers die aan het leeftijdscriterium voldoen, bij voorrang kunnen worden ontslagen en derhalve het voordeel van de aanvullende regime kunnen genieten ;
- de verplichting voor de werkgever om een voorafgaandelijk onderhoud met de werkenemer te hebben om zijn bezwaren tegen het voorgenomen ontslag te kennen.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
21/06/2005 |
Registratienr
77895 |
Geldig van
01/01/2006 |
Geldig tot
31/12/2009 |
Neerleggingsdatum
06/12/2005 |
Registratiedatum
05/01/2006 |
||
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar |
|||
BS Bericht van neerlegging
20/01/2006 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/04/2006 |
Gepubliceerd in het B.St. van
03/07/2006 |
||
Keywords
BRUGPENSIOEN |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2014 | 31/12/2014 | 2201 Historiek SWT 58 jaar - Kliksysteem |
15/12/2011 | 31/12/2013 | 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar - ondernemingen die tenminste 5 werknemers tewerkstellen |
01/01/2010 | 31/12/2011 | 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar - ondernemingen die tenminste 5 werknemers tewerkstellen |
01/01/2008 | 31/12/2009 | 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar - ondernemingen die tenminste 5 werknemers tewerkstellen |
01/01/2006 | 31/12/2007 | 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar - ondernemingen die tenminste 5 werknemers tewerkstellen |
01/01/2004 | 31/12/2005 | 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar in 2004 en 2005 |
01/01/1999 | 31/12/2003 | 2201 2101 Brugpensioen op 58 jaar in 1999, 2000, 2001, 2002 en 2003 |