01 Sectoraal akkoord 2013-2014
Paritair (sub-)Comité nr.:
130.00.00-01.00
Bijwerking: 05/01/2016
Geldig vanaf: 01/01/2013
Geldig tot: 31/12/2014
In het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf werd op 16 mei 2014 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden voor 2013 en 2014.
Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.
Verschillende delen van dit sectoraal akkoord maken het voorwerp uit van afzonderlijke CAO's. In ieder geval behandelen wij de verschillende onderwerpen systematisch in het daartoe voorziene hoofdstuk.
Enkele belangrijke algemene regels inzake collectieve arbeidsovereenkomsten
Regels geldig voor alle collectieve arbeidsovereenkomsten
Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan (Nationale Arbeidsraad, paritair comité, paritair subcomité) evenals een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten buiten een paritair orgaan zijn bindend voor:
- de ondertekenende organisaties, de werkgevers die lid zijn van de ondertekenende werkgeversorganisaties en de ondertekenende werkgevers, vanaf de ondertekening;
- de organisaties die tot de CAO toetreden, de werkgevers lid van een toetredende werkgeversorganisatie en de toetredende werkgevers, vanaf de toetreding;
- de werkgevers die lid worden van een gebonden organisatie;
- de werknemers van een gebonden werkgever.
De individueel normatieve bepalingen van een CAO (loonvoorwaarden, arbeidsduur, eindejaarspremie, klein verlet, enz.) regelen, op een collectieve wijze, de individuele rechten van de werknemers en wijzigen dus impliciet de individuele arbeidsovereenkomst. Wanneer een CAO ophoudt uitwerking te hebben, dan blijven de regels ervan bijgevolg van toepassing via de individuele arbeidsovereenkomsten t.a.v. de werknemers die in dienst waren vóór de einddatum van de CAO. De via de CAO verkregen voordelen blijven dus verworven.
Regels geldig voor collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in een paritair orgaan
De individueel normatieve bepalingen van een CAO (lonen, premies, arbeidsduur, ...) zijn bindend voor alle werkgevers die vallen onder het ressort van het paritair orgaan, voor zover zij geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, vanaf de vijftiende dag na publicatie van het bericht van neerlegging in het BS, behalve wanneer de partien in de individuele arbeidsovereenkomst schriftelijk een strijdig beding hebben opgenomen en de werkgever geen lid is van een ondertekenende organisatie.
De algemeen verbindend verklaarde CAO is retroactief bindend voor alle werkgevers die behoren tot het ressort van het paritair orgaan en die geviseerd zijn door het toepassingsgebied van de CAO, zonder enige uitzondering. Het koninklijk besluit heeft uitwerking vanaf de inwerkingtreding van de CAO, maar kan nooit meer dan één jaar terugwerken.
Wanneer de werkingssfeer van een paritair comité of paritair subcomité wordt gewijzigd, blijven de in die comités gesloten overeenkomsten bindend voor de werkgevers en werknemers die vóór de wijziging eronder vielen, totdat in het comité waaronder zij na de wijziging ressorteren, de toepassing van de in dit comité geldende overeenkomsten op die werkgevers en werknemers is geregeld.
Arbeidsvoorwaarden voor 2013 en 2014
HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf, met uitsluiting van de werkgevers en werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Belgische dagbladen, afgesloten op 18.10.2007 binnen dit Paritair Comité en geregistreerd onder het nummer 85853/CO/130 (K.B. 01.07.2008 — B.S. 14.10.2008).
Onder « werknemers» verstaat men zowel arbeiders als arbeidsters.
HOOFDSTUK II - Koopkracht
Artikel 2
De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2013 en 2014 is vastgelegd op 0,0% door het Koninklijk Besluit van 28.04.203 tot uitvoering van artikel 7, §1 van de wet van 26.07.1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (B.S. 02.05.2013).
HOOFDSTUK III - Eindeloopbaan
Artikel 3 - Werkgelegenheidsplan oudere werknemers
In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van 27 juni 2012 over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan oudere werknemers in de onderneming (algemeen verbindend verklaard door het KB van 24 oktober 2012, gepubliceerd in het BS van 8 november 2012), wordt een werkgroep opgericht in de loop van het jaar 2014 binnen het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf. Deze zal zich buigen over het thema "belemmerende factoren voor oudere werknemers op ergonomisch of technisch vlak".
Op basis van de resultaten van het onderzoek, zal de werkgroep eventueel aan te raden maatregelen formuleren.
Hierbij kunnen goede praktijken op ondernemingsvlak transparant gemaakt worden op sectorniveau. De opsomming van deze "best practices" kunnen een inspiratiebron zijn voor de sociale partners in de ondernemingen.
Ook kunnen op niveau van het sectoraal vormingsfonds, FOGRA, de mogelijkheden besproken worden om vormingsprogramma's ter ondersteuning te ontwikkelen.
HOOFDSTUK IV - Vervroegde anciënniteitsverlofdag
Artikel 4
De partijen komen overeen met ingang van 1 januari 2014, in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van 27 juni 2012 over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan oudere werknemers in de onderneming, één (1) anciënniteitsdag toe te kennen aan werknemers van 55 jaar en ouder met 2 jaar ononderbroken tewerkstelling in de onderneming, voorafgaand aan de dag waarop de werknemer 55 jaar wordt.
Deze dag is niet cumuleerbaar met de huidige regeling "anciënniteitsverlof" zoals bepaald door artikel 30 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30.11.1990 gesloten binnen het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf (K.B. van 14.09.1992, B.S. van 09.10.1992).
Concreet betekent dit dat werknemers maximaal recht blijven hebben op drie (3) anciënniteitsverlofdagen.
In de ondernemingen waar een voordeel bestaat dat ten minste gelijkwaardig is, geldt het reeds bestaand voordeel. De hier vermelde beschikking is niet "cumuleerbaar."
HOOFDSTUK V - Werkgelegenheid en Welzijn
Artikel 5 - Krachtlijn 52
De sociale partners verbinden zich ertoe de mogelijkheden te onderzoeken tot herinschakeling van arbeiders die slachtoffer werden van een arbeidsongeval.
De ondertekenende partijen bevelen het gebruik van regionale subsidies voor de aangepaste werkposten (AWIP en VOP) in geval van aanwerving van mindervaliden, teneinde de tewerkstelling van mindervaliden aan te moedigen, daar waar dit mogelijk blijkt.
HOOFDSTUK VI - Varia
Artikel 6 - Functieclassificatie
De sociale partners hebben samengewerkt met het oog op het actualiseren van de functiebeschrijvingen bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van de loonvoorwaarden van 14.05.1980, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16.02.2006 gesloten binnen het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf.
Er is een akkoord over de inschaling van 9 referentiefuncties (zie bijlage).
In een werkgroep zullen de partners bekijken of er verdere toenadering rond andere functies mogelijk is.
Artikel 7 - De lonen van de leerlingen en de jongeren
Gelijklopend aan de werkgroep functieclassificatie zullen de partners bestuderen hoe het hoofdstuk 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van loonvoorwaarden van 14.05.1980 kan aangepast worden aan de huidige realiteit.
HOOFDSTUK VII - Sociale vrede
Artikel 8
Beide partijen verbinden zich ertoe om gedurende de looptijd van deze overeenkomst de sociale vrede in de ondernemingen te handhaven.
HOOFDSTUK VIII - Geldigheid
Artikel 9
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2013 en blijft van toepassing tot en met 31 december 2014.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
16/05/2014 |
Registratienr
122633 |
Geldig van
01/01/2013 |
Geldig tot
31/12/2014 |
Neerleggingsdatum
20/05/2014 |
Registratiedatum
25/07/2014 |
||
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden |
|||
BS Bericht van neerlegging
06/08/2014 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
27/03/2015 |
Gepubliceerd in het B.St. van
10/04/2015 |
||
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, FUNCTIECLASSIFICATIE, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, AANWERVING, MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, WERKING PARITAIR COMITÉ, SOCIALE VREDE |
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2023 | 31/12/2024 | 01 Sectoraal akkoord 2023-2024 |
01/01/2021 | 31/12/2022 | 01 Sectoraal akkoord 2021-2022 |
01/01/2017 | 31/12/2018 | 01 Sectoraal akkoord 2017-2018 |
01/01/2015 | 31/12/2016 | 01 Sectoraal akkoord 2015-2016 |
01/01/2013 | 31/12/2014 | 01 Sectoraal akkoord 2013-2014 |
01/01/2011 | 31/12/2012 | 01 Sectoraal akkoord 2011-2012 |
01/01/2009 | 31/12/2010 | 01 Sectoraal akkoord 2009-2010 |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 01 Sektoraal akkoord 2007-2008 |
01/01/2005 | 31/12/2006 | 01 Sektoraal akkoord 2005-2006 |
01/01/2003 | 31/12/2004 | 01 Sectoraal akkoord 2003-2004 |
01/01/2001 | 31/12/2002 | 01 Sectoraal akkoord 2001-2002 |