15 Opzeggingstermijnen

Paritair (sub-)Comité nr.:
128.06.00-00.00

Bijwerking: 02/12/2004
Geldig vanaf: 09/10/2003
Geldig tot: 28/12/2005

In artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt bepaald welke opzeggingstermijnen men dient in acht te nemen om een einde te stellen aan een arbeidsovereenkomst voor werklieden. In artikel 61 van dezelfde wet is echter voorzien dat de Koning, op voorstel van het paritair comité of van de Nationale Arbeidsraad, de opzeggingstermijnen kan wijzigen in het belang van bepaalde bijzondere categorieën van werknemers of voor de opzeggingen die om sociale of economische redenen zijn gedaan.

 

In het Paritair Subcomité voor de orthopedische schoeisels werden bijzondere (afwijkende) opzeggingstermijnen vastgesteld door een koninklijk besluit van 20 september 2003, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 9 oktober 2003. Deze opzeggingstermijnen zijn niet van toepassing in geval van opzegging om economische, structurele of technische redenen of in geval van opzegging met het oog op brugpensioen. In geval van brugpensioen blijven de algemene opzeggingstermijnen van de artikelen 59 en 60 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten van toepassing.

Het koninklijk besluit van 20 september 2003 is in werking getreden op 9 oktober 2003. Wij geven u hierna een overzicht van de opzeggingstermijnen die voor alle werklieden van toepassing zijn in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor orthopedische schoeisels. Sedert 1 maart 1997 is de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ook van toepassing op de overeenkomsten voor tewerkstelling van huisarbeiders.

Het ontslagrecht wordt enigszins beperkt gelet op het werkzekerheidsbeding (zie hoofdstuk 26). In bepaalde gevallen heeft de werknemer na ontslag recht op bestaanszekerheidvergoedingen betaald door de werkgever (zie hoofdstuk 20).

I. Opzeggingstermijnen

Vanaf 9 oktober 2003 gelden de volgende opzeggingstermijnen in alle gevallen van ontslag, behalve in geval van opzegging om economische, structurele of technische redenen of in geval van opzegging met het oog op brugpensioen:

 

Anciënniteit

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werknemer

Minder dan 6 maanden(1)

 7  kalenderdagen(2)

3 kalenderdagen(2)

Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar(3)

35 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar(3)

49 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar(3)

70 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar(3)

84 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 20 tot minder dan 25 jaar(3)

112 kalenderdagen(2)

28 kalenderdagen(2)

25 jaar en meer(3)

126 kalenderdagen(2)

28 kalenderdagen(2)

 

II. Opzeggingstermijnen bij ontslag om economische, structurele of technische redenen

 

Anciënniteit

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werknemer

Minder dan 6 maanden(1)

 7  kalenderdagen(2)

3 kalenderdagen(2)

Van 6 maanden tot minder dan 5 jaar(3)

35 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar(3)

49 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar(3)

84 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar(3)

98 kalenderdagen(2)

14 kalenderdagen(2)

Van 20 tot minder dan 25 jaar(3)

126 kalenderdagen(2)

28 kalenderdagen(2)

25 jaar en meer(3)

140 kalenderdagen(2)

28 kalenderdagen(2)

 

III. Opzeggingstermijnen in geval van brugpensioen

 

De opzeggingstermijnen hieronder zijn enkel van toepassing in geval van ontslag met het oog op brugpensioen.

 

Anciënniteit

Opzeggingstermijnen te eerbiedigen door de werkgever

Minder dan 6 maanden(1)

7 kalenderdagen(2)

Van 6 maanden tot minder dan 20 jaar(3)

28 kalenderdagen(2)

20 jaar en meer(3)

56 kalenderdagen(2)

 

Opmerking :    de opzeggingen betekend vóór 9 oktober 2003 blijven hun gevolgen behouden.

 


(1)   De verkorte opzeggingstermijn van 7 of 3 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdrukkelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement. In de individuele arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening. Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2)   Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

(3)   De opzeggingstermijn gaat in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(1)   De verkorte opzeggingstermijn van 7 of 3 kalenderdagen kan slechts worden toegepast op voorwaarde dat hij uitdrukkelijk werd vastgesteld in de individuele arbeidsovereenkomst en/of in het arbeidsreglement. In de individuele arbeidsovereenkomst of in het arbeidsreglement kan men eveneens bepalen dat de opzeggingstermijn ingaat de dag volgend op de dag van de betekening. Indien deze bepaling niet uitdrukkelijk is ingeschreven, is de algemene regel van toepassing en gaat de opzeggingstermijn in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.

(2)   Kalenderdagen, dit is met inbegrip van zon- en feestdagen.

(3)   De opzeggingstermijn gaat in de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.


Historiek
20/06/2012 31/12/2013 15 Opzeggingstermijnen
29/12/2005 19/06/2012 15 Opzeggingstermijnen
09/10/2003 28/12/2005 15 Opzeggingstermijnen
29/06/2001 08/10/2003 15 Opzeggingstermijnen
09/07/1999 28/06/2001 15 Opzeggingstermijnen