4801 Beroepsopleiding

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-01.00

Bijwerking: 08/09/2017
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 31/12/2017

In het Aanvullend Paritair Comité voor bedienden werd op 9 juli 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst inzake opleiding afgesloten. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve Arbeidsbetrekkingen op 8 september 2015 onder het nummer 128829/CO/200. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 september 2015.

De bepalingen van deze CAO betreffende de vorming treden in werking op 1 januari 2016 en houden op van kracht te zijn op 31 december 2017.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO inzake opleiding, vervolgd door een commentaar en door de registratieformulieren die naar het Sociaal Fonds ACPB moeten teruggestuurd worden.

Tekst CAO 09/07/2015

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden die onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden behoren.

Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Artikel 2

§1. De werkgevers verbinden er zich toe om 4 dagen opleiding toe te kennen voor de periode die ingaat op 1 januari 2016 en eindigt op 31 december 2017. Onverminderd artikel 4 van deze overeenkomst worden de opleidingsdagen toegekend op om het even welk moment in 2016 en/of in 2017.

§2. Onverminderd het recht op opleiding dat onder paragraaf 1 is erkend, wordt voor elke bediende een aanvullend recht op één dag beroepsopleiding geopend voor de periode die ingaat op 1 januari 2016 en eindigt op 31 december 2017. De tijd die overeenstemt met de opleidingsdag moet 's avonds of tijdens het weekend en buiten de arbeidstijd vallen.

§3. De deeltijdse bedienden genieten de voornoemde opleidingsdagen in evenredigheid met hun deeltijdse prestaties. Het recht op opleiding geldt niet voor de bedienden die in opzegging zijn of die zijn aangeworven met een overeenkomst voor een bepaalde tijd van 1 jaar of minder.

Commentaar / motivering: de CAO legt geen verplichting op om 2 opleidingsdagen per werknemer per jaar toe te kennen, maar wel om in een opleidingsquotum van 4 dagen per werknemer te voorzien in de 2 jaar dat de overeenkomst geldig is. Men kan beslissen de opleidingsdagen te concentreren in het tweede jaar van de overeenkomst (bv. wanneer een nieuw productiesysteem in de onderneming wordt ingevoerd, wanneer een werknemer van functie verandert, wanneer een bepaalde opleiding maar in het tweede geldigheidsjaar van de overeenkomst wordt gegeven, enz...).

§4. De opleidingsdagen moeten gericht zijn op een verhoging van de beroepsbekwaamheid van alle bedienden.

Artikel 3

§1 De opleidingsdagen waarin artikel 2, §1 voorziet, worden toegekend volgens de hiernavolgende regels die dezelfde zijn als die welke zijn in de vorige tweejaarlijkse akkoorden in de sector, met name de CAO's van 5 mei 1999, 25 april 2001, 15 mei 2003, 16 juni 2005, 12 juli 2007, 16 juli 2009, 19 september 2011 en 12 december 2013 gesloten in het Aanvullend Nationaal paritair comité voor de bedienden.

Onverminderd de toepassing van het opleidingsplan, zoals bepaald in artikel 4 hierna, gaat het om opleidingen die worden aangeboden door het Centrum voor de Vorming van Bedienden van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (CEVORA) of om door CEVORA erkende opleidingen, alsook om de door de betrokken ondernemingen of sectoren of door andere opleidingverstrekkers georganiseerde opleidingen.

De werkgever heeft de verantwoordelijkheid om de opleidingsdagen aan te bieden tijdens de werkuren. Indien de opleiding plaatsvindt buiten de arbeidstijd moet de werkgever aan de bediende een gelijke compensatie in arbeidstijd toekennen.

De verplaatsingskosten van de bediende die betrekking hebben op de opleidingsdagen komen voor rekening van de werkgever.

Onverminderd de toepassing van het opleidingsplan, zoals bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst, moet de bediende, als de werkgever geen opleidingsdagen heeft voorgesteld vóór 31 december 2016, vóór 31 maart 2017 hiervoor een schriftelijke aanvraag indienen bij de werkgever. In dat geval moet de werkgever vóór 30 april 2017 schriftelijk aan de werknemer meedelen hoe en wanneer hij binnen de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst de opleidingsdagen zal aanbieden.

Wanneer de werkgever:

  • ofwel niet vóór 30 april 2017 is ingegaan op de schriftelijke vraag van de werknemer;
  • ofwel uiterlijk op 31 december 2017 geen of een te weinig opleidingsdagen aan de werknemer heeft aangeboden, worden de niet toegekende opleidingsdagen naar keuze van de werknemer door hem opgenomen onder de vorm van hetzij betaald verlof, hetzij opleidingsdagen binnen het opleidingsaanbod georganiseerd door CEVORA. In dit laatste geval richt de werknemer zijn verzoek om opleidingsdagen aan CEVORA. In alle gevallen worden deze dagen gelijkgesteld met gepresteerde arbeidsdagen.

§2. De onder artikel 2, §2 voorziene opleidingsdag is een beroepsopleiding die door CEVORA wordt gegeven.

Om die opleidingsdag te genieten, moet de bediende zich wenden tot CEVORA.

Per volledige opleidingsdag die hij volgt, ontvangt de bediende vanwege CEVORA een premie van 40 EUR als forfaitaire tegemoetkoming in zijn verplaatsings- en opleidingskosten.

Deze opleidingsdag wordt niet als arbeidstijd beschouwd en wordt niet als zodanig bezoldigd. Daarenboven komt deze opleidingsdag niet in aanmerking voor het betaald educatief verlof.

Artikel 4

De nadere regelen van het recht op opleiding zoals bepaald in artikel 2, §1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen in de onderneming als volgt worden vastgelegd:

§1 Ondernemingen met vakbondsafvaardiging

1. Ondernemingen die reeds een opleidingsplan voor de periode 2014-2015 opmaakten en het lieten registreren

Deze ondernemingen kunnen het opleidingsplan, met instemming van de ondertekenende partijen, verlengen voor de periode 2016-2017 met een eenvoudige brief (met vermelding van hun volledig RSZ-nummer) aan het Sociaal Fonds van het A.P.C.B., opgericht bij de in het A.P.C.B. gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2015 houdende oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (hierna Sociaal Fonds genoemd). De verlenging moet gebeuren tussen 1 januari 2016 en 30 juni 2016.

2. Ondernemingen met vakbondsafvaardiging die nog geen opleidingsplan opmaakten

In de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging kan tussen 1 januari 2016 en 30 juni 2016 een bedrijfseigen opleidingsplan worden overeengekomen. Om geldig te zijn, moet dat plan de instemming krijgen van de meerderheid van de leden van de vakbondsafvaardiging.

In het opleidingsplan kunnen de inhoud, het tijdstip, de doelgroep en alle andere nadere regelen van de opleiding volledig autonoom worden vastgelegd. Daarenboven kan het plan bepalen dat het opleidingskrediet op bepaalde bedienden wordt overgedragen.

Het opleidingsplan wordt tussen 1 januari 2016 en 30 juni 2016 geregistreerd bij het Sociaal Fonds. De registratie gebeurt op basis van het formulier dat ter beschikking gesteld wordt door het Sociaal Fonds.

3. De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder bedrijfseigen opleidingsplan

De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder bedrijfseigen opleidingsplan kunnen uiterlijk op 31 december 2016 toetreden tot het suppletief opleidingsplan. Deze bedrijven mogen het opleidingskrediet niet op bepaalde bedienden overdragen.

Met "suppletief plan" wordt het opleidingsplan bedoeld, uitgewerkt door de Raad van beheer van CEVORA.

In een bedrijf met vakbondsafvaardiging, wordt het suppletief opleidingsplan, indien van toepassing, aan de vakbondsafvaardiging meegedeeld. 

4. De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder opleidingsplan

De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder opleidingsplan mogen het opleidingskrediet niet op bepaalde bedienden overdragen.

Bij de uitvoering van artikel 4 § 1, 3) en 4), dient artikel 8 van de CAO van 9 juli 1997 gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden mbt. het statuut van de syndicale afvaardiging, te worden nageleefd.

§2 Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging

1. Ondernemingen die reeds zijn toegetreden tot het suppletief opleidingsplan

Deze ondernemingen kunnen hun toetreding verlengen door tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 een eenvoudige brief (met vermelding van hun volledig RSZ-nummer) te sturen naar het Sociaal Fonds van het A.P.C.B.

Deze ondernemingen kunnen het individuele opleidingsrecht van de bedienden op andere bedienden overdragen, maar slechts ten belope van 50 % van het totale krediet aan opleidingsdagen.

Met "suppletief plan" wordt het suppletief opleidingsplan bedoeld, uitgewerkt door de Raad van beheer van CEVORA.

In een bedrijf zonder vakbondsafvaardiging, wordt het suppletief opleidingsplan in het bedrijf uitgehangen. 

2. Ondernemingen die nog niet zijn toegetreden

Deze ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging hebben de mogelijkheid om toe te treden tot een suppletief opleidingsplan uitgewerkt door de Raad van beheer van CEVORA. Deze ondernemingen kunnen het individuele opleidingsrecht van de bedienden op andere bedienden overdragen, maar slechts ten belope van 50 % van het totale krediet aan opleidingsdagen.

Het suppletief opleidingsplan wordt in het bedrijf uitgehangen.

De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging kunnen eveneens tot deze collectieve arbeidsovereenkomst toetreden door een schriftelijke verbintenis aan te gaan dat het recht op opleiding zal gerealiseerd worden via CEVORA-opleidingen.

De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging kunnen tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 hun toetreding laten registreren bij het Sociaal Fonds, met het formulier dat door het Sociaal Fonds ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 5

De ondernemingen met een geregistreerd opleidingsplan of -verbintenis, genieten voor de ontwikkeling van hun opleidingsinitiatieven een trekkingsrecht ten laste van CEVORA. De nadere regelen voor dit trekkingsrecht zullen worden vastgelegd door het Sociaal Fonds.

Artikel 6, 7 en 8 

Zie Hoofdstuk 4802

(…)

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur voor de periode ingaand op 1 januari 2016 en eindigend op 31 december 2017.

2. Commentaar

De bepalingen van deze CAO inzake vorming hebben een geldigheidsduur van 2 jaar. Zij treden in werking op 1 januari 2016 en houden op van kracht te zijn op 31 december 2017.

1. Welk doel ?

Gezien de inspanningen inzake vorming ontoereikend blijven, meer bepaald in vergelijking met de in de buurstaten toegestane inspanningen, heeft het APCB maatregelen getroffen met het oog op de vorming van de bedienden zodat zij hun professionele kwalificatie en hun loopbaanmogelijkheden kunnen verhogen.

2. Welke bepalingen ?

2.1. Recht op en plicht tot vorming

Recht op 5 dagen vorming gedurende 2 jaar, vanaf 01/01/2016 tot 31/12/2017. Deze dagen kunnen in 2016 en/of in 2017 genomen worden.

De werkgever moet gedurende de arbeidsuren aan iedere bediende 4 vormingsdagen aanbieden. Indien de opleiding plaatsvindt buiten de arbeidstijd moet de werkgever aan de bediende een gelijke compensatie in arbeidstijd toekennen. De verplaatsingskosten van de bediende die betrekking hebben op de opleidingsdagen komen voor rekening van de werkgever.

Bovendien kan de bediende zich wenden tot CEVORA om 's avonds of tijdens het weekend en buiten de arbeidstijd in 2016 of in 2017 één vormingsdag te genieten. CEVORA geeft de opleiding en betaalt aan de bediende een premie van 40 EUR als forfaitaire tegemoetkoming in zijn verplaatsings- en opleidingskosten. Deze opleidingsdag wordt niet als arbeidstijd beschouwd en wordt niet als zodanig bezoldigd. Daarenboven komt deze opleidingsdag niet in aanmerking voor het betaald educatief verlof.

2.2. Voor welke bedienden ?

De al dan niet gebaremiseerde bedienden, alsook de kaderleden hebben recht op de vormingsdagen.

De deeltijdse bedienden genieten de vorming a rato van hun prestaties. Voorbeeld: een halftijdse bediende heeft recht op twee en een halve vormingsdag voor de periode 2016-2017.

De volgende bedienden worden uitgesloten:

  • de bedienden in opzeg;
  • de bedienden aangeworven met een contract van bepaalde duur van één jaar of minder.

3. Welke vormingen komen in aanmerking ?

De 4 vormingsdagen die tijdens de werkuren plaatsvinden zijn opleidingen die gegeven worden binnen het bedrijf, door de betrokken sectoren, door het CEVORA of op een door CEVORA erkende vormingsinstelling (zoals OSP, VIZO, VDAB, IFPME, ORBEM, BGDA, Bruxelles Formation, en een aantal commerciële instellingen) gegeven worden. De werkgever beslist over de inhoud van deze vormingen.

De vormingsdag die 's avonds of tijdens het weekend en buiten de arbeidstijd plaatsvindt is een door CEVORA gegeven opleiding.

4. Hoe kan de werkgever de 4 vormingsdagen gedurende de werkuren tot stand brengen ?

4.1. Basisregel

De werkgever kan zich tot de “brutoregel” beperken, zoals deze uit de CAO voortvloeit, met als gevolg dat:

  • 4 dagen aan de vorming in 2016 en/of in 2017 toegewijd worden ;
  • iedere bediende op zijn vormingsdagen recht heeft.

4.2. Voorziene modaliteiten

De basisregel kan, indien de werkgever het wenst, op een soepele manier aangepast worden. Deze aanpassingen worden tot stand gebracht d.m.v. een plan, overeenkomstig de tabel hierna.

N.B. Om de modaliteiten in kwestie uit te klaren gebruiken wij een aantal praktische uitdrukkingen:

  • de vormingsdagen “overdragen” = ervoor zorgen dat het totaal of een gedeelte van het recht op de vormingsdagen van bepaalde bedienden aan andere bedienden toegekend wordt. Voorbeeld: het recht op 4 vormingsdagen van Dhr. X wordt naar Dhr. Y (aan rato van 1 dag) en Dhr. Z (aan rato van 3 dagen) overgedragen.
  • “registratieformulier” = formulier beschikbaar op de website het Fonds, dat de werkgever moet invullen en naar het Sociaal fonds van het APCB versturen ingeval hij van de ene of andere modaliteit hierna gebruik wil maken

 

Ondernemingen met syndicale delegatie

 

Ondernemingen zonder syndicale delegatie

1ste modaliteit

 

Verlengen van het opleidingsplan die de onderneming voor de periode 2014-2015 heeft opgemaakt en geregistreerd, mits akkoord van de ondertekende partijen via brief (met vermelding van het volledig RSZ-nummer) gericht tussen 1 januari 2016 en 30 juni 2016 aan het Sociaal Fonds

 

2de modaliteit

 

Opstellen van een bedrijfseigen opleidingsplan met de instemming van de meerderheid van de leden van de syndicale delegatie. Dit is de soepelste formule: alle overdragingen van vormingsdagen zijn mogelijk. Het opleidingsplan dient tussen 1 januari 2016 en 30 juni 2016 naar het Sociaal Fonds verstuurd te worden, op basis van het registratieformulier in bijlage nr.3, waar het geregistreerd zal worden.

 

3de modaliteit

 

Bij ontstentenis van een opleidingsplan kan de werkgever alleen beslissen toe te treden tot het suppletief opleidingsplan, opgesteld door CEVORA. De werkgever moet de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk inlichten over deze toetreding. De vormingsdagen mogen geenszins overgedragen worden. Het suppletief opleidingsplan dient tegen 31 december 2016 naar het Sociaal Fonds verstuurd te worden, op basis van het registratieformulier in bijlage nr. 4, waar het geregistreerd zal worden.

 

4de modaliteit

 

Indien er geen eigen akkoord werd gesloten of er niet werd toegetreden tot een suppletief opleidingsplan, zoals hierboven omschreven, moeten de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging de basismodaliteiten naleven voor de individuele toekenning van opleidingsdagen. Het is dan niet toegestaan om vormingsdagen over te dragen op andere bedienden. De sociale partners herhalen dat de werkgever ook in dit geval verplicht is om de vakbondsafvaardiging vooraf in te lichten omdat hij in feite een wijziging doorvoert die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en loonvoorwaarden op collectieve manier zou kunnen beïnvloeden.
Ter herinnering, als de werkgever geen vormingsdagen heeft voorgesteld voor 31.12.2016, moet de bediende dit vóór 31.03.2017 schriftelijk aanvragen bij de werkgever. Indien de bediende dit niet doet, hoeven de vormingsdagen niet te worden toegekend. De toetreding dient naar het Sociaal Fonds verstuurd te worden, op basis van het registratieformulier in bijlage nr.6, waar het geregistreerd zal worden.

 

1ste modaliteit

 

Verlengen van het suppletief opleidingsplan dat opgesteld wordt door CEVORA voor de periode 2014-2015 en waartoe de onderneming reeds toegetreden is, door een brief (met vermelding van het volledige RSZ-nummer) tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 te sturen naar het Sociaal Fonds. De keuze voor het suppletief plan beperkt de overdragingen van vormingsdagen tot 50 % van het totaal aantal vormingsdagen van alle bedienden. Voorbeeld: in een onderneming met een effectief van 10 voltijdse bedienden, zijn er in totaal 40 vormingsdagen die de werkgever moet toekennen, waarvan 20 aan iedere bediende toegekend moeten worden en (= 2 dagen per bediende), en 20 aan een of meerdere bedienden mogen overgedragen worden.

 

2de modaliteit

 

Toetreding door de werkgever tot het suppletief opleidingsplan dat opgesteld wordt door CEVORA. Het suppletief opleidingsplan dient tussen 1 januari 2016 en 31 december 2016 naar het Sociaal Fonds verstuurd worden, op basis van het registratieformulier in bijlage nr.5, waar het geregistreerd zal worden. De keuze voor het suppletief plan beperkt de overdragingen van vormingsdagen tot 50 % van het totaal aantal vormingsdagen van alle bedienden. Voorbeeld: in een onderneming met een effectief van 10 voltijdse bedienden, zijn er in totaal 40 vormingsdagen die de werkgever moet toekennen, waarvan 20 aan iedere bediende toegekend moeten worden en (= 2 dagen per bediende), en 20 aan een of meerdere bedienden mogen overgedragen worden.

 

3de modaliteit

 

Indien er geen eigen akkoord werd gesloten of er niet werd toegetreden tot een suppletief opleidingsplan, zoals hierboven omschreven, moeten de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging de basismodaliteiten naleven voor de individuele toekenning van opleidingsdagen. Het is dan niet toegestaan om vormingsdagen over te dragen op andere bedienden. De sociale partners herhalen dat de werkgever ook in dit geval verplicht is om de vakbondsafvaardiging vooraf in te lichten omdat hij in feite een wijziging doorvoert die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en loonvoorwaarden op collectieve manier zou kunnen beïnvloeden.
Ter herinnering, als de werkgever geen vormingsdagen heeft voorgesteld voor 31.12.2016, moet de bediende dit vóór 31.03.2017 schriftelijk aanvragen bij de werkgever. Indien de bediende dit niet doet, hoeven de vormingsdagen niet te worden toegekend. De toetreding dient naar het Sociaal Fonds verstuurd te worden, op basis van het registratieformulier in bijlage nr.6, waar het geregistreerd zal worden.

 

5. Wanneer en hoe de gekozen modaliteiten laten mededelen ?

  • De werkgever van een onderneming met vakbondsafvaardiging die gebruik wil maken van de ene of andere modaliteiten hierboven, nl. het verlengen van een bedrijfseigen opleidingsplan of het opstellen ervan, moet het aangepaste registratieformulier zo vroeg mogelijk naar Sociaal fonds van het APCB en ten laatste op 30 juni 2016 versturen. Daarentegen moet de onderneming met een syndicale afvaardiging die tot het suppletief opleidingsplan van CEVORA toetreedt ten laatste op 31 december 2016 aan CEVORA zijn toetreding zenden.
  • De  werkgever van een onderneming zonder vakbondsafvaardiging die gebruik wil maken van de ene of andere modaliteiten hierboven, nl. het verlengen of het toetreden van/tot het suppletief plan, moet het betreffende registratieformulier ten laatste op 31 december 2016 naar het Sociaal Fonds van het APCB.
  • De werkgever die kiest zich aan de basisregel toe te houden (“brutoregel”) moet geen specifieke formaliteit in acht nemen. Hij hoeft enkel het recht op en plicht tot vorming toe te passen, aan rato van 4 dagen in 2016 en/of in 2017, zonder enige mogelijkheid van samenvoeging of overdraging van vormingsdagen (zie « basisregel » hierboven).

6. Wat indien de werkgever het nodige niet doet?

De werkgever is verantwoordelijk voor de vormingen en hun concrete totstandkoming. Hij moet de vormingsdata vóór 31/12/2016 meedelen.

Wanneer de werkgever:

  • ofwel vóór 30 april 2017 niet is ingegaan op de schriftelijke vraag van de werknemer,
  • ofwel uiterlijk op 31 december 2017 geen of een onvoldoende aantal opleidingsdagen aan de werknemer heeft aangeboden,

dan worden de niet toegekende opleidingsdagen naar keuze van de werknemer door hem opgenomen onder de vorm van:

  • hetzij betaald verlof,
  • hetzij opleidingsdagen binnen het opleidingsaanbod georganiseerd door CEVORA. In dit laatste geval richt de werknemer zijn vraag tot opleidingsdagen aan CEVORA.

In beide gevallen worden deze dagen gelijkgesteld met gepresteerde arbeidsdagen.

Indien de bediende geen schriftelijke aanvraag bij de werkgever vóór 31/03/2017 indient, verliest hij zijn vormingsdagen alsook de omzetting ervan onder de vorm van betaald verlof of onder de vorm van vormingsdagen bij CEVORA.

7. Steun en/of financiële tussenkomst ?

De bedrijven met een geregistreerd opleidingsplan of –verbintenis, genieten van een trekkingsrecht ten laste van CEVORA voor de ontwikkeling van hun opleidingsinitiatieven. De modaliteiten van dit trekkingsrecht worden vastgelegd door het Sociaal Fonds. Voor meer informatie kan U terecht bij een van de gewestelijke kantoren of de hoofdzetel van CEVORA (E. Plaskylaan 144 - B 1030 Brussel; tel.: 02/734.62.11; fax: 02/734.52.32).

3 Registratieformulieren

Bijlage 3 (versie 2014-2015) 

REGISTRATIEFORMULIER BEDRIJVEN MET SYNDICALE DELEGATIE - met een akkoord over een bedrijfseigen opleidingsplan

NEERLEGGING VAN HET BEDRIJFSEIGEN OPLEIDINGSPLAN

Bijlage 4 (versie 2014-2015)

REGISTRATIEFORMULIER BEDRIJVEN MET SYNDICALE DELEGATIE - Zonder akkoord over een bedrijfseigen opleidingsplan

INSCHRIJVING OP HET SUPPLETIEF OPLEIDINGSPLAN 

Bijlage 5 (versie 2014-2015)

REGISTRATIEFORMULIER BEDRIJVEN ZONDER SYNDICALE DELEGATIE - INSCHRIJVING OP HET SUPPLETIEF OPLEIDINGSPLAN VAN HET ANPCB 

 Bijlage 6 (versie 2014-2015)

REGISTRATIEFORMULIER BEDRIJVEN ZONDER SYNDICALE DELEGATIE - DIE ZICH ER TOE VERBINDEN DE OPLEIDING TE REALISEREN VIA CEVORA

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/07/2015
Registratienr
128829
Geldig van
01/01/2016
Geldig tot
31/12/2017
Neerleggingsdatum
10/07/2015
Registratiedatum
08/09/2015
Onderwerp
vorming
BS Bericht van neerlegging
18/09/2015
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
22/04/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
20/06/2016
Keywords
VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, RISICOGROEPEN, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 4801 Praktische tenuitvoerlegging van het individueel recht op opleidingen
01/01/2022 31/12/2023 4801 Beroepsopleiding
01/01/2020 31/12/2021 4801 Beroepsopleiding
01/01/2019 31/12/2019 4801 Beroepsopleiding
01/01/2018 31/12/2018 4801 Beroepsopleiding
01/01/2016 31/12/2017 4801 Beroepsopleiding
01/01/2014 31/12/2015 4801 Beroepsopleiding