40 Deeltijdse arbeid

Paritair (sub-)Comité nr.:
126.00.00-00.00

Bijwerking: 13/08/1997
Geldig vanaf: 01/01/1995

In het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking werd op 10 mei 1995 een collectieve arbeids-overeenkomst gesloten betreffende de vrijwillige deeltijdse arbeid. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 7 oktober 1996 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 14 maart 1997.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

 

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de onder-nemingen die onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking ressorteren.

Onder “arbeiders” worden verstaan “arbeiders en arbeidsters”.

 

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 60 van 20 december 1994, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werk-gelegenheid, ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 1995 (Belgisch Staatsblad van 15 maart 1995).

 

Artikel 3

Elke arbeider heeft het recht vrijwillig van een voltijdse arbeidsregeling over te stappen naar een deeltijds arbeidsregime of zijn deeltijds arbeidsregime te verminderen.

 

Artikel 4

Het deeltijds arbeidsregime zal ten minste de helft bedragen van het aantal arbeidsuren begrepen in een voltijdse arbeidsregeling.

Overeenkomstig de bedrijfsorganisatorische mogelijkheden zal de keuze van het arbeidsregime vastgesteld worden tussen werkgever en arbeider.

 

Artikel 5

De individuele arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk gewijzigd en de normale wettelijke regels inzake deel-tijdse arbeid blijven van kracht. De wijziging aan de arbeidsovereenkomst is van bepaalde of onbepaalde duur.

 

Artikel 6

De werkgever heeft de verplichting een vervanger aan te werven voor het aantal weggevallen arbeidsuren tenzij hij aantoont dat deze maatregel, leidt tot de vermindering van de tijdelijke werkloosheid.

 

Artikel 7

De arbeider die gebruik wenst te maken van de in artikel 3 gegeven mogelijkheden, zal de werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte stellen drie maand voor de aanvang van de vermindering van de arbeidsduur.

De aanvraag zal de aanvang en de periode vermelden tijdens de welke de arbeider de arbeidsduur wenst te verminderen, alsook het gewenste arbeidsregime.

 

Artikel 8

Het recht op de vermindering van de arbeidsduur dient te worden afgestemd op de noden in de bedrijfs-organisatie.

De werkgever zal zijn toestemming slechts kunnen weigeren indien :

-      meer dan één vijfde in een afdeling of in een functie of in het bedrijf, tegelijkertijd om deze wijziging verzoeken ;

-      er geen geldige plaatsvervanger kan worden gevonden binnen 2 maand na de aanvraag.

Uiterlijk 2 maanden na de aanvraag zal de werkgever schriftelijk zijn beslissing mededelen.

 

Artikel 9

Deze overeenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur, ingaande op 1 januari 1995 en eindigend op 31 december 1996.

 

 


Historiek
01/01/1995 31/12/2999 40 Deeltijdse arbeid