99 Aanvullende bepalingen van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur van de werknemers die als zeeman aan boord van een zeeschip varen en arbeid verrichten in de ondernemingen waarvan de gewone activiteit bestaat in het uitvoeren van bag

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 02/06/2015
Geldig vanaf: 01/08/2013

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 13 juni 2013 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling, in het kader van het Maritiem Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie van 23 februari 2006, van aanvullende bepalingen van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur van de werknemers die als zeeman aan boord van een zeeschip varen en arbeid verrichten in de ondernemingen waarvan de gewone activiteit bestaat in het uitvoeren van baggerwerken (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2013 onder het nummer 116028/CO/124). Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 21 februari 2014 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 2014.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers, aangeworven met arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur om als zeeman aan boord van een zeeschip te varen en arbeid te verrichten, van de ondernemingen, behorend tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, waarvan de gewone activiteit bestaat in het uitvoeren van baggerwerken.

Onder "werknemers" verstaat men : de werknemers en de werkneemsters.

Artikel 2

Onverminderd de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur van de in artikel 1 bedoelde werknemers regelen, stelt deze collectieve arbeidsovereenkomst aanvullende bepalingen vast die noodzakelijk zijn om de conformiteit met het Maritiem Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie van 23 februari 2006 te verzekeren.

Artikel 3

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  1. "zeeschip" : elk schip bestemd voor het uitvoeren van baggerwerken op zee die gerechtigd zijn de Belgische vlag te voeren;
  2. "IMO-nummer van het zeeschip" : het nummer dat aan het zeeschip is toegekend overeenkomstig de bepalingen van resolutie A.600(15) van de Internationale Maritieme Organisatie, aangenomen op 19 november 1987, en dat op de zeebrief van het betrokken zeeschip voorkomt;
  3. "reder" : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, ongeacht de benaming of het nationaal recht volgens hetwelk deze is opgericht, die één of meerdere zeeschepen uitbaat onder Belgische vlag;
  4. "kapitein" : elke persoon aan wie door de reder het bevel over het zeeschip werd toevertrouwd of diegene die feitelijk dit bevel voert;
  5. "zeeman" : elke persoon die aangenomen is voor de dienst op een zeeschip en die daartoe met de reder of zijn gemachtigde een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten.

HOOFDSTUK II - Minimumvereisten om op een zeeschip te mogen werken

Artikel 4

Werknemers beneden 16 jaar mogen niet aan boord van een zeeschip tewerkgesteld worden.

Artikel 5

De werknemer dient zich te onderwerpen aan de voorschriften inzake het gezondheidstoezicht, zoals bepaald in de desbetreffende reglementeringen, en moet over de nodige vaarbevoegdheidsbewijzen beschikken, zo dit voor de overeengekomen functie vereist wordt.

HOOFDSTUK III - Aanwerving met een overeenkomst van onbepaalde duur

Artikel 6

De arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur moet schriftelijk en in klare bewoordingen worden vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip waarop de werknemer in dienst treedt.

De in het vorige lid bedoelde schriftelijke arbeidsovereenkomst moet tenminste de volgende gegevens vermelden:

  • de volledige naam, geboortedatum of leeftijd, en de geboorteplaats van de werknemer;
  • de naam en adres van de werkgever, de reder of zijn gemachtigde; indien de reder een rechtspersoon is : de maatschappelijke naam en de maatschappelijke zetel en, in voorkomend geval, de benaming waaronder de reder zich tot het publiek richt;
  • de plaats waar en datum waarop de arbeidsovereenkomst is gesloten;
  • de functie waarin de werknemer wordt tewerkgesteld;
  • het bedrag van het loon van de werknemer;
  • de wijze van beëindiging van de overeenkomst en de voorwaarden daarvan, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
  • het sociaal zekerheidsstelsel waaronder de werknemer door de reder of zijn gemachtigde wordt aangesloten;
  • de aanspraak van de werknemer op repatriëring;
  • verwijziging naar deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst wordt een exemplaar ervan overhandigd aan de werknemer. Aan boord van het zeeschip moet de werknemer op eenvoudige wijze duidelijke informatie over zijn arbeidsvoorwaarden kunnen verkrijgen. Een ander exemplaar van de overeenkomst moet onverwijld worden overgezonden aan de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld van de thuishaven van het zeeschip.

Artikel 7

Vooraleer een werknemer voor de eerste maal wordt aangeworven om aan boord van een zeeschip te varen en arbeid te verrichten, moet hij in het register der zeelieden worden opgenomen door de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld.

Dit register wordt bijgehouden door het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

Artikel 8

Bij ontvangst van het zeemansboek bezorgt de reder of zijn gemachtigde het onverwijld aan de werknemer.

Het zeemansboek draagt het betrokken registratienummer van het register der zeelieden. Het bevat de gegevens die door de reglementering betreffende het zeemansboek zijn voorgeschreven.

Elke nieuwe inschrijving in het zeemansboek dient de stempel van het zeeschip en de naam en de handtekening van de kapitein te bevatten.

HOOFDSTUK IV - Loon- en arbeidsvoorwaarden

Artikel 9

Dit hoofdstuk genomen in uitvoering van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsvoorwaarden (hierna genoemd "collectieve overeenkomst"), regelt de arbeidsvoorwaarden van de werknemers die tewerkgesteld zijn aan boord van zeeschepen.

Voor de bij deze collectieve arbeidsovereenkomst niet beoogde gevallen geldt de collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 10

Het loon van de werknemers wordt als volgt vastgesteld:

Scheepstypes

Hopperzuigers

Functies

Categorieën

 

Eerste stuurman

IV

+ 15 pct./p.c.

Eerste WTK

IV

+ 10 pct./p.c.

Tweede stuurman, tweede WTK

IV

 

Pijpman

III

+ 5 pct./p.c.

Derde WTK

III

+3 pct./p.c.

Bootsman

III

 

Matroos, smeerder

II

+ 5 pct./p.c.

Bij een tewerkstelling in een ploegensysteem waarbij de functies van kapitein of HWTK uitgeoefend worden door werknemers met een arbeidersstatuut, hebben deze werknemers gedurende deze periode recht op het uurloon van eerste stuurman + 10 pct. (voor de functie van kapitein) of eerste WTK + 10 pct. (voor de functie van HWTK).

Cutterzuigers van 1 500 PK en meer en baggermolens van 800 liter en meer emmerinhoud

Functies

Categorieën

 

Eerste cutter- of eerste molenbaas

IV

+ 10 pct./p.c.

Eerste WTK

IV

+ 10 pct./p.c.

Tweede cutter- of tweede molenbaas

IV

 

Tweede WTK

IV

 

Derde WTK

III

+3 pct./p.c.

Bootsman of achterman

III

 

Matroos, smeerder

II

+ 5 pct./p.c.

Cutterzuigers van minder dan 1 500 PK en baggermolens van minder dan 600 liter emmerinhoud

Functies

Categorieën

 

Eerste cutter- of eerste molenbaas

IV

+ 5 pct./p.c.

Eerste WTK

IV

+ 5 pct./p.c.

Tweede cutter- of tweede molenbaas

III

+ 5 pct./p.c.

Tweede WTK

III

+ 5 pct./p.c.

Derde WTK

III

+3 pct./p.c.

Bootsman of achterman

III

 

Matroos, smeerder

II

+ 5 pct./p.c.

Zelfvarende bakken en sleepboten

Functies

Categorieën

 

Schipper, motorist

IV

 

Matroos, smeerder

II

+ 5 pct./p.c.

Matroos

II

 

Bakkenzuigers

Functies

Categorieën

 

Eerste zuigbaas, eerste WTK

IV

+ 5 pct./p.c.

Tweede zuigbaas, tweede WTK

III

+ 5 pct./p.c.

Matroos

II

+ 5 pct./p.c.

Dieplepelpontons 2 700 PK en meer

Functies

Categorieën

 

Eerste kraanman, WTK

IV

+ 5 pct./p.c.

Tweede kraanman

IV

 

Dieplepelpontons van minder dan 2 700 PK

Functies

Categorieën

 

Eerste kraanman, WTK

IV

 

Tweede kraanman

III

+ 5 pct./p.c.

Personeelsvletten

Functies

Categorieën

 

Schipper

IV

 

Motorist

III

+ 5 pct./p.c.

Werkschepen, peilvletten en drijvende kranen

Functies

Categorieën

 

Schipper, motorist

III

 

Niet zelfvarende bakken

Functies

Categorieën

 

Roerganger

III

 

Matroos

II

+ 5 pct./p.c.

Tussenstations

Functies

Categorieën

 

WTK

IV

+ 5 pct./p.c.

Smeerder

II

+ 5 pct./p.c.

Allerlei 

Functies

Categorieën

 

Electrotechnicus

IV

+ 10 pct./p.c.

Elektricien, elektronicus

IV

 

Lasser

IV

 

Kok

III

 

Peiler, hulpkok

II

+ 5 pct./p.c.

De diverse functies die hierboven vermeld worden volgens scheepstype, beduiden niet noodzakelijk dat elke opgesomde functie effectief op elk tuig aanwezig is, maar dienen bekeken te worden volgens de aard van het werk en de uitvoeringsomstandigheden.

In het totale personeelsbestand van al de geschoolde werknemers die aan boord werken zijn minstens 33 pct. van "categorie IV"; zij hebben recht op het uurloon dat bij de collectieve overeenkomst voor de arbeider van categorie IV is vastgesteld.

Al de in dit artikel vermelde geschoolde werknemers kunnen volgens de beoordeling van het ondernemingshoofd recht hebben op een hoger uurloon dan dat welke bij de collectieve overeenkomst voor de geschoolde arbeiders is vastgesteld. De verhoging moet minstens 5 pct. bedragen.

Artikel 11 - Overstapregeling naar een definitieve functie-uitoefening.

Bij een tewerkstelling in een hogere functie zal er onmiddellijk een functietoeslag betaald worden die gelijk is aan het verschil in loon van de beroepscategorie en het loon van de functiecategorie:

Beroepencaterogie (oud) :

loon X

Functiecategorie (nieuw) :

loon Y

Positieve functietoeslag :

Y - X = Z

Een definitieve verhoging na 2 jaar waarin de functie regelmatig werd uitgeoefend zal de uitbetaling van deze functietoeslag doen stoppen vermits het hogere loon zal uitbetaald worden.

Bij een definitieve tewerkstelling in een lagere functie (om gezondheidsredenen, op eigen verzoek van de betrokkene, sanctionering, verminderde beroepskennis,...) wordt op het moment van de beslissing het huidige loon verminderd naar het referentieloon van de nieuwe functie en zal er een functietoeslag betaald worden die gelijk is aan het verschil in loon tussen het oude uurloon en het nieuwe uurloon:

Beroepencaterogie (oud) :

loon X

Functiecategorie (nieuw) :

loon Y

Positieve functietoeslag :

X - Y = Z

De uitbetaling van deze functietoeslag zal geschieden tot het einde van het tweede kalenderjaar na het jaar waarin de beslissing tot definitieve functievermindering gebeurde. De functietoeslag wordt evenwel niet geïndexeerd ("Z" blijft ongewijzigd!).

Artikel 12

Onverminderd de bepalingen van hoofdstuk 10 (loonbijslagen voor bijzondere werken) van de collectieve overeenkomst:

  • ontvangen de werknemers die belast zijn met het ontkalken en ontroeten van de ketels, het reinigen van de carters, het reinigen van mazouttanks aan de binnenzijde, het lassen in aanzuig- en afvoerbuizen van baggermolenszuigers en binnen gesloten pomplichamen, het reinigen van scheepsruimbodems (bilges), een overloon van 25 pct. voor de duur van voormeld werk;
  • ontvangen de werknemers die belast zijn met het lassen met slijtvaste elektroden in zandpompen die nog aan boord volledig gemonteerd zijn, een overloon van 50 pct. voor de duur van voormeld werk.

Artikel 13

De werknemer van de zuigers, cutters, baggermolens en sleepboten belast met het voorverwarmen der machines (stoom, diesel, turbines of elektrodiesel), het aanwakkeren en afdekken der vuren, ontvangen een vergoeding gelijk aan het uurloon van hun kwalificatie vermenigvuldigd met het aantal uren voor dit werk gepresteerd.

Artikel 14

De werknemer tewerkgesteld op stilliggend materieel of op materieel in herstelling, behoudt het loon van zijn categorie.

Artikel 15

  1. De werknemers van wacht aan boord ontvangen een vergoeding gelijk aan het aantal wachturen, vermenigvuldigd met het uurloon van de arbeider van categorie II, vastgesteld door de collectieve overeenkomst, verhoogd met 5 pct. behalve wanneer de wacht gedaan wordt in stromen, rivieren en kanalen bevaarbaar voor schepen van 650 ton en minder. In dat geval wordt een vergoeding betaald gelijk aan het aantal wachturen, vermenigvuldigd met het uurloon van de arbeider van categorie I, vastgesteld in de collectieve overeenkomst.
    Wanneer gedurende de wachturen bepaalde taken aan boord worden opgedragen aan een arbeider van categorie II, III of IV die met de wacht belast is, wordt de hieraan door deze werknemer bestede tijd vergoed tegen het uurloon van zijn kwalificatie.
  2. In uitzonderlijke gevallen waarin een wacht aan boord overdag en 's nachts moet worden verzekerd, met andere woorden, wanneer het personeel niet werkt ten gevolge van het slecht weder of van tijdelijk stilleggen van het werk, ontvangen de met deze wacht belaste werknemers een vergoeding gelijk aan het loon van de categorie waartoe ze behoren.

Artikel 16

Overnachting aan boord van de in werking zijnde schepen is maar toegelaten voorzover deze schepen aan de werknemers de normale verblijfsvoorwaarden waarborgen.

Hieruit volgt dat de elders vermelde betalingsvoorwaarden integraal van toepassing zijn, en dit zonder speciale verhogingen.

Artikel 17

Ingeval de werknemers niet dagelijks huiswaarts keren, zijn de werkgevers verplicht de bestaande voorschriften toe te passen en te eerbiedigen en een matras, lakens en dekens te bezorgen aan elke werknemer die aan boord slaapt. De lakens zullen elke week ververst worden.

Voor de werknemers die buiten tewerkgesteld zijn, zijn de werkgevers verplicht zowel arbeidskledij als regenkledij te verstrekken, regenkledij die tezelfdertijd voldoende bescherming tegen koude moet bieden.

Het vaststellen van het type van deze tegen koude beschermende regenkledij wordt geregeld op het vlak van de onderneming in overleg met de syndicale afvaardiging.

HOOFDSTUK V - Arbeidstijden en rusttijden

Artikel 18

De arbeids- en rusttijden moeten binnen de volgende grenzen worden vastgesteld:

  1. De maximum arbeidstijd mag niet meer bedrgagen dan:

    1. 12 uur in ieder tijdvak van 24 uur;
    2. 72 uur in ieder tijdvak van 7 dagen;
      of
  2. De minimum rusttijd mag niet minder bedragen dan:
    1. 12 uur in ieder tijdvak van 24 uur;
    2. 84 uur in ieder tijdvak van 7 dagen.

De arbeidsregelingen binnen de voormelde grenzen moeten vastgelegd worden in overeenstemming met de wettelijke en conventionele bepalingen betreffende de arbeidsduur. Zo nodig moet zij vastgelegd worden op basis van de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de onderneming.

HOOFDSTUK VI - Verplichtingen der partijen

Artikel 19

De verplichtingen van werkgever en werknemer worden geregeld door de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Onverminderd de in het vorige lid bedoelde bepalingen is de reder of zijn gemachtigde verplicht de werknemer aan boord van het zeeschip een goed ingericht logies te bezorgen, dat ruimte biedt naar evenredigheid van het aantal er in onder te brengen zeelieden en dat uitsluitend tot hun gebruik is bestemd.

Tevens dient hij te zijnen laste te zorgen voor gezond en voldoende voedsel en een behoorlijke sanitaire uitrusting.

Artikel 20

Het loon van de werknemer wordt betaald in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon.

Artikel 21

Indien het zeeschip wordt opgebracht, indien het onzeewaardig wordt verklaard of in geval van beslag onder derden, heeft de werknemer recht op loon zolang hij van de kapitein aan boord dient te blijven.

HOOFDSTUK VII - Beëindiging van de overeenkomst en het recht op repatriëring

Artikel 22

De beëindiging van de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur wordt geregeld door de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 23

In geval door beëindiging van de arbeidsovereenkomst de werknemer ontscheept wordt in het buitenland, heeft hij het recht om op kosten van de reder of zijn gemachtigde naar de plaats van aanwerving te worden teruggebracht. Dit recht omvat de kosten van vervoer, logies en voeding. Deze kosten kunnen niet op de werknemer worden verhaald, tenzij vastgesteld is dat hij, in overeenstemming met wet- en regelgeving of andere maatregelen of toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten, ernstig in gebreke is ten aanzien van de verplichtingen uit zijn arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK VIII - Geneeskundige verzorging

Artikel 24

De werknemer heeft ten laste van de reder of zijn gemachtigde recht op de betaling van de geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verplegingskosten die nodig zijn in geval van ziekte of ongeval overkomen tijdens de zeereis. Hij heeft ten laste van de reder of zijn gemachtigde ook recht op de vergoeding van de verplaatsingskosten die voortvloeien uit ziekte of ongeval overkomen tijdens de zeereis. De verplichtingen van de reder of zijn gemachtigde eindigen in elk geval bij het einde van de reis of op het ogenblik waarop de werknemer, ten laste van de reder of zijn gemachtigde, vóór het einde van de reis naar zijn woonplaats of een ziekenhuis aldaar werd teruggebracht.

De reder of zijn gemachtigde draagt tevens de kosten voor het overbrengen van de tijdens de reis overleden werknemer naar de plaats waar de familie haar overledene wenst te laten begraven.

HOOFDSTUK IX - Opleiding en tewerkstelling

Artikel 25

De volgende bepalingen vastgelegd in de Gemeenschapswetgevingen betreffende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding zijn van toepassing:

  • Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;
  • Besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 12 mei 1987 betreffende de beroepsopleiding;
  • Decreet van de Duitstalige Gemeenschapsraad van 17 januari 2000 tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap.

Zijn eveneens van toepassing: de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2009 betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren 2009 tot 2013, alsook latere collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels voor de jaren na 2013.

HOOFDSTUK X - Klachtenprocedure

Artikel 26

Elke werknemer tewerkgesteld aan boord van een zeeschip heeft het recht een klacht in te dienen indien hij een inbreuk vaststelt op onderwerpen opgenomen in de Maritieme Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie van 23 februari 2006.

Een klacht kan ingediend worden volgens de klachtenprocedure die als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd.

Wanneer aan boord van het schip al een gelijkaardige klachtenprocedure met beroepsmogelijkheden vastgelegd is, moet de in het vorig lid bedoelde klachtenprocedure als suppletief beschouwd worden.

De bedoeling is de geschillen op een zo laag mogelijk niveau op te lossen.

Artikel 27

De werknemers hebben het recht zich tijdens de klachtenprocedure te laten bijstaan of te vertegenwoordigen. Zij kunnen ook de syndicale afvaardiging hierbij betrekken. De modaliteiten ervan worden verder op ondernemingsniveau vastgelegd.

Artikel 28

Voor het indienen van een klacht kan de werknemer op geen enkele manier gestraft worden.

Artikel 29

Niettegenstaande het recht van de werknemer om een klacht onmiddellijk bij externe instanties in te dienen, is het wenselijk voorafgaand alle interne niveaus (te beginnen bij rechtstreekse overste, vervolgens kapitein of site manager, tenslotte personeelsdienst van de onderneming) uit te putten.

HOOFDSTUK XI - Inwerkingtreding

Artikel 30

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 augustus 2013. Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2013, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de vaststelling, in het kader van het Maritiem Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie van 23 februari 2006, van aanvullende bepalingen van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur ervan de werknemers die als zeeman aan boord van een zeeschip en arbeid verrichten in de ondernemingen waarvan de gewone activiteit bestaat in het uitvoeren van baggerwerken

Klachtenprocedure aan boord

Elke werknemer tewerkgesteld aan boord van baggermaterieel heeft het recht een klacht in te dienen indien hij meent een inbreuk vast te stellen op onderwerpen opgenomen in het Maritiem Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie van 23 februari 2006.

1. Indienen van een klacht

De werknemer bezorgt schriftelijk zijn klacht aan zijn de kapitein. In het geval de klacht de kapitein zelf betreft, wordt de klacht aan de site manager of bij ontstentenis rechtstreeks aan de personeelsdienst van de onderneming overgemaakt.

De werknemer heeft het recht zich tijdens de klachtenprocedure te laten bijstaan of te vertegenwoordigen door één of meer aan boord van het schip aanwezige personen.

2. Behandeling klacht

Bij ontvangst van een klacht nodigt de kapitein de werknemer uit om de klacht grondig te bespreken en tracht een oplossing voor het probleem te vinden. Dit gesprek moet plaatsvinden binnen de 8 dagen na ontvangst van de klacht.

De kapitein maakt een rapport waarin de klacht en de voorgestelde oplossing vermeld wordt. Hij bezorgt hiervan een kopie aan de werknemer.

3. Mogelijkheid tot beroep

Indien het probleem niet aan boord kan geregeld worden omdat de werknemer het niet eens is met de voorgestelde oplossingen, kan de werknemer schriftelijk bezwaar aantekenen bij de personeelsdienst van de onderneming. Hij moet dit bezwaar binnen de 8 dagen nadat hij het rapport van de kapitein ontvangen heeft overmaken.

De personeelsdienst contacteert de werknemer en de kapitein en tracht alsnog een oplossing te vinden die voor alle betrokken partijen aanvaardbaar is. De personeelsdienst maakt een verslag op en stelt een oplossing voor. Zij brengt de werknemer van de voorgestelde oplossing op de hoogte binnen de 8 dagen na het contact met de betrokken partijen.

4. Verslagen

Het is voor alle partijen van belang dat er een schriftelijk bewijs wordt gehouden van de volledige klachtenprocedure. De verslagen worden verzameld in een klachtendossier dat de volgende documenten bevat:

  • een kopie van de klacht;
  • een kopie van het verslag van de kapitien;
  • een kopie van het bezwaar;
  • een kopie van het verslag van de personeelsdienst;
  • verdere ontwikkelingen.

De werknemer wordt ook op de hoogte gebracht van de opvolging die aan de voorgestelde oplossingen effectief gegeven is.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
13/06/2013
Registratienr
116028
Geldig van
01/08/2013
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
28/06/2013
Registratiedatum
10/07/2013
Onderwerp
vaststelling, in het kader van het Maritiem Arbeidsverdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie van 23 februari 2006, van aanvullende bepalingen van toepassing op de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duurvan de werknemers die als zeeman aan boord van een zeeschip varen en arbeid verrichten
BS Bericht van neerlegging
06/08/2013
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
21/02/2014
Gepubliceerd in het B.St. van
05/08/2014
Keywords
LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, ALTERNATIEF VOORDEEL/BELONINGSWIJZE (EXCL. PREMIE, CHEQUE, BONUS), KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), FUNCTIECLASSIFICATIE, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING)

Historiek
01/08/2013 99 Aanvullende bepalingen van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur van de werknemers die als zeeman aan boord van een zeeschip varen en arbeid verrichten in de ondernemingen waarvan de gewone activiteit bestaat in het uitvoeren van bag