5902 Hoofdelijke aansprakelijkheid (loonschulden)

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 01/06/2022
Geldig vanaf: 30/12/2016

Alle aannemers en opdrachtgevers van een onderaannemingsketen kunnen hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de correcte betaling van het loon.

Sommige bedrijfssectoren zetten vaak ingewikkelde constructies op van aannemers en toeleveranciers. De opdrachtgever doet een beroep op een aannemer, die op zijn beurt een onderaannemer of toeleverancier inschakelt, enz... Dergelijke constructies kunnen soms tot doel hebben sociale zekerheidsbijdragen en belastingen te ontwijken en/of om onderbetaalde arbeidskrachten tewerk te stellen.

Wat de hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en belastingschulden betreft, verwijzen wij naar hoofdstuk 59 van de sectorale documentatie.

Wat de hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden betreft moet een onderscheid gemaakt worden tussen:

  • de trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden;
  • de hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden voor de rechtstreekse contractant in het kader van activiteiten in de bouwsector.

1. Trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden

Het algemene beginsel is dat alle aannemers en opdrachtgevers die in een constructie van onderaanneming zitten, aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de correcte betaling van het loon.

Het is mogelijk om rechtstreeks de opdrachtgever aan te spreken om bijvoorbeeld het onbetaalde loongedeelte en de hierop verschuldigde sociale bijdragen te recupereren. De opdrachtgevers worden dus mee aansprakelijk gesteld. Dat moet hen ertoe aanzetten geen beroep meer te doen op ondernemingen die hun personeel minder dan het minimumloon betalen.

Er moet op gewezen worden dat deze hoofdelijke aansprakelijkheid niet van toepassing is op de opdrachtgever of de natuurlijke persoon  die werk voor privédoeleinden laat uitvoeren.

1.1. Trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid

De opdrachtgevers (de aannemers en de onderaannemers) die voor bepaalde werken (zie hierna) een beroep doen op één of meer aannemers (of onderaannemers) en die er door de inspectie schriftelijk van op de hoogte worden gebracht dat hun aannemers of de erop volgende onderaannemers op zwaarwichtige wijze tekortschieten in hun verplichting hun werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben, zijn, in bepaalde mate en gedurende een bepaalde periode, hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het loon aan de werknemers.

De aansprakelijkheid wordt hier trapsgewijs toegepast, zowel ten opzichte van de opeenvolgende aannemers als ten opzichte van de opdrachtgever. De opdrachtgever is dus aansprakelijk voor heel de keten en er moet geen chronologische rangorde worden nageleefd.

1.2. Bedoelde werken

De werken en de diensten waarvoor de hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden van toepassing is, zijn de activiteiten die behoren tot de volgende bevoegde paritaire comités:

  • Bewakings- en/of toezichtsdiensten (PC 317);
  • Bouwbedrijf (PC 124);
  • Landbouw (PC 144);
  • Tuinbouwbedrijven (PC 145);
  • Schoonmaak  (PC 121);
  • Electriciens: installatie en distributie (PSC 149.01);
  • Stoffering en houtbewerking (PC 126);
  • Metaal, machine- en elektrische bouw (PC 111);
  • Specifiek werk of diensten  in de voedingsnijverheid of handel in voedingswaren (PC 118 en 119).
  • Sector van het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden ook beoogd (PSC 140.03).

Voor sommige van de bovenstaande sectoren worden er specifieke diensten en/of activiteiten beoogd (zie link: kolom 1).

1.3. Vertrekpunt van de aansprakelijkheid: een geschreven mededeling van de inspectie 

De hoofdelijke aansprakelijkheid gaat ten vroegste in na een termijn van 14 werkdagen nadat de inspectie de opdrachtgever schriftelijk heeft laten weten dat de aannemer of de onderaannemer zwaarwichtig tekortschoot in zijn verplichtingen in verband met de  betaling van het loon aan zijn werknemers (d.w.z. betaling onder het minimumloon).

De hoofdelijke aansprakelijkheid kan slechts gelden voor de prestaties geleverd vanaf die datum. Zij geldt dus enkel voor toekomstige loonschulden en niet voor opeisbare loonschulden van vóór het begin van de periode van hoofdelijke aansprakelijkheid.

De opdrachtgever heeft dus een termijn van 14 dagen om maatregelen te nemen ten opzichte van zijn aannemer of om zelfs een einde te maken aan de samenwerking met naleving van de bepalingen van het aannemingscontract, om aan die aansprakelijkheid te ontsnappen. De aannemingscontracten zullen dan ook bedingen bevatten die het mogelijk maken het contract te verbreken zonder opzegging noch vergoeding wanneer er een mededeling van hoofdelijke aansprakelijkheid door sociale inspectie wordt betekend.

Noteer evenwel dat in 4 sectoren (landbouw, tuinbouw, schoonmaak en voeding) koninklijke besluiten de inlassing van dergelijke bedingen in het aannemingscontract beperken door het opleggen van bijkomende voorwaarden die moeten vervuld worden alvorens het contract eenzijdig te kunnen verbreken (zie link : kolom 4).

1.4. Duur van de aansprakelijkheid

De periode tijdens welke de hoofdelijke aansprakelijkheid van toepassing is, wordt door de inspectie in haar mededeling bepaald maar kan niet langer duren dan één jaar.

1.5. Omvang van de hoofdelijke aansprakelijkheid : welke bezoldiging ?

De hoofdelijke aansprakelijkheid geldt hier voor de bezoldiging die opeisbaar is vanaf het begin van de periode van hoofdelijke aansprakelijkheid zoals door de inspectie aangeduid in haar geschreven mededeling, met uitzondering van de vergoedingen waarop de werknemer recht heeft als gevolg van de verbreking van de arbeidsovereenkomst (vb.: opzeggingsvergoeding).

Tijdens de duur van de hoofdelijke aansprakelijkheid is de hoofdelijk aansprakelijke persoon ertoe gehouden  onverwijld de bezoldiging aan de werknemers (aangeduid in de mededeling) te betalen wanneer hij daartoe wordt aangemaand (met aangetekende brief) door één van de betreffende werknemers of door de inspectie. Vanaf de 5de werkdag na de toezending van de aanmaning, zijn intresten verschuldigd.

Het bedrag van de bezoldiging  waarop de hoofdelijke aansprakelijkheid van toepassing is, hangt af van de persoon die de aanmaning stuurt.

1°. Indien de aanmaning tot betaling verstuurd wordt door de werknemer, dan slaat de hoofdelijke aansprakelijkheid steeds op het nog niet betaalde gedeelte van de verschuldigde bezoldiging.

De hoofdelijk aansprakelijke kan nochtans het bedrag van de bezoldiging beperken tot de prestaties die voor hem werden geleverd:

  • indien hij bewijst dat de arbeidstijd die de betreffende werknemer heeft besteed in het kader van de activiteiten die hij laat uitvoeren, hetzij rechtstreeks, hetzij via intermediaire aannemers of onderaannemers, beperkt is tot een welbepaald aantal uren, dan geldt de hoofdelijke aansprakelijkheid slechts voor het met deze prestaties overeenstemmend niet-betaalde gedeelte van het verschuldigd loon;
  • indien hij bewijst dat de betreffende werknemer geen prestaties heeft geleverd in het kader van de activiteiten die hij hetzij rechtstreeks, hetzij via intermediaire aannemers of onderaannemers laat uitvoeren, dan is hij niet hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de bezoldiging van de betreffende werknemer.

De werknemer die de aanmaning doet moet dit eveneens laten weten aan de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, zodat de inspectie:

  • de prestaties en de betreffende bezoldigingen kan vaststellen of het percentage van het minimumloon;
  • en ze kan meedelen aan de RSZ.

2°. Als de aanmaning tot betaling verstuurd wordt door de inspectie, dan slaat de hoofdelijke aansprakelijkheid slechts op het niet betaalde gedeelte van het verschuldigde loon dat overeenstemt met de prestaties geleverd in het raam van de activiteiten die hij, hetzij rechtstreeks, hetzij via intermediaire aannemers of onderaannemers, laat uitvoeren.

Indien de hoofdelijk aansprakelijke niet kan zeggen welke prestaties werden geleverd door de betreffende werknemers in het kader van de werken die hij laat uitvoeren, hetzij rechtstreeks hetzij via intermediaire aannemers of onderaannemers, dan slaat de hoofdelijke aansprakelijkheid op de betaling van een percentage van het minimumloon te bepalen bij koninklijk besluit (zie link: kolom 2).

Dat percentage is gelijk aan het aandeel dat in de omzet van de werkgever tijdens een door de koning bepaalde periode (zie link: kolom 3) vertegenwoordigd wordt door werken uitgevoerd door de werkgever in het kader van de overeenkomst die de hoofdelijk aansprakelijke laat uitvoeren, hetzij rechtstreeks, hetzij via intermediaire aannemers of onderaannemers.

1.6. Verplichting van bekendmaking 

De aannemer of de onderaannemer over wie de mededeling van de inspectie wordt gedaan (de werkgever die op zwaarwichtige wijze tekortschoot in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop zij recht hebben), krijgt een kopie van de mededeling en moet die op elke plaats waar hij werknemers tewerkstelt uithangen.

De opdrachtgever, de aannemer of de onderaannemer aan wie de mededeling gericht is, moet eveneens een kopie van de ontvangen mededeling uithangen op werkplekken waar de bewuste werken worden uitgevoerd.

1.7. Betaling van de sociale bijdragen

De hoofdelijke aansprakelijke die het loon betaalt van werknemer van één van zijn aannemers of de daaropvolgende onderaannemers moet tevens de sociale zekerheidsbijdragen betalen.

Aan de hand van de gegevens ontvangen van de inspectie, bepaalt de RSZ de kwartalen waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn. Zij berekenen die bijdragen en ook de bijdrageopslagen, de forfaitaire vergoedingen en de verwijlintresten. Het bedrag van de vordering wordt dan aangetekend meegedeeld aan de werkgever van de betreffende werknemer(s) en aan de hoofdelijk aansprakelijke. Als de werkgever niet betaalt  dan zal de hoofdelijk aansprakelijke in gebreke worden gesteld. Als die de som niet binnen 30 dagen betaalt, dan zal de RSZ de vordering innen met een dwangbevel (Koninklijk besluit van 23 mei 2013, Belgisch Staatsblad van 31 mei 2013).

1.8. Sancties

Wordt bestraft met een sanctie van niveau 2, de hoofdelijk aansprakelijke die aangemaand wordt de bezoldiging te betalen maar die niet betaalt binnen een termijn van 5 werkdagen volgend op de verzending van de aanmaning. Wordt eveneens bestraft met een sanctie van niveau 2, hij die de verplichting van bekendmaking niet nakomt.

1.9. Inwerkingtreding

De hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van het loon in de genoemde bedrijfstakken is ingegaan op 1 september 2013, behalve voor de sector van het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden die is ingegaan op 16 mei 2014.

2. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden voor de rechtstreekse contractant in het kader van activiteiten in de bouwsector

Het beginsel is dat de rechtstreekse contractant die voor activiteiten in de bouwsector een beroep doet op een (onder)aannemer hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van het loon dat verschuldigd is aan de werknemer die tewerkgesteld wordt door deze (onder)aannemer en dat overeenstemt met de arbeidsprestaties die deze werknemer heeft verricht voor die rechtstreekse contractant.

Het verschuldigd loon is het loon dat verschuldigd is aan de werknemer maar dat nog niet werd betaald, noch door zijn werkgever, noch door degene die gehouden is om het te betalen voor rekening van deze werkgever. De vergoedingen waarop de werknemer recht heeft ingevolge de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst vallen hier niet onder.

Dit systeem van hoofdelijke aansprakelijkheid is niet van toepassing op de opdrachtgever die een natuurlijke persoon is en die activiteiten in de bouwsector uitsluitend voor privédoeleinden laat uitvoeren.

2.1. Bedoelde werken

Dit systeem van hoofdelijke aansprakelijkheid is van toepassing op de bouwwerken of diensten vermeld in:

  • het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124);
  • het bevoegdheidsgebied van:
    • het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (PC 111);
    • het Paritair Comité voor de schoonmaak (PC 121);
    • het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking (PC 126)
    • en het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie (PC 149.01)

en die tevens worden beschouwd als werken in onroerende staat in de zin van artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.

2.2. Geen hoofdelijke aansprakelijkheid voor de voorzichtige contractant

De rechtstreekse contractant is niet hoofdelijk aansprakelijk indien hij in het bezit is van een schriftelijke verklaring ondertekend door hem en zijn (onder)aannemer, waarin:

  • de rechtstreekse contractant aan zijn (onder)aannemer de coördinaten meedeelt van de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg waarin de inlichtingen betreffende het verschuldigd loon zijn opgenomen, en;
  • de (onder)aannemer van genoemde rechtstreekse contractant bevestigt dat hij het verschuldigd loon aan de werknemers van deze aannemer betaalt en zal betalen.

Die schriftelijke verklaring hoeft geen afzonderlijk document te zijn, maar kan ook worden opgenomen als een clausule in de aannemingsovereenkomst tussen de contractant en zijn (onder)aannemer.

Zo’n verklaring of clausule is echter niet verplicht.

2.3. Hoofdelijke aansprakelijkheid, ondanks schriftelijke verklaring

Men heeft willen vermijden dat de rechtstreekse contractant die in het bezit is van bovenstaande verklaring niet hoofdelijk aansprakelijk zou zijn in de situatie waarin hij op de hoogte is van het feit dat zijn (onder)aannemer zijn verplichting om het verschuldigde loon te betalen niet nakomt.

De rechtstreekse contractant is dus toch hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van het verschuldigd loon dat overeenstemt met de arbeidsprestaties verricht vanaf het verstrijken van een termijn van veertien werkdagen die aanvangt op het ogenblik waarop deze rechtstreekse contractant kennis heeft van het feit dat zijn (onder)aannemer niet het volledig of gedeeltelijk loon betaalt dat verschuldigd is aan zijn werknemers.

Die kennis is, onder andere, bewezen wanneer de rechtstreekse contractant in kennis werd gesteld door de inspectie overeenkomstig een specifieke procedure (zie hieronder). Het bewijs van dergelijke kennis kan echter door alle andere middelen van recht worden geleverd.

In dit geval geldt de hoofdelijke aansprakelijkheid dus enkel voor de toekomst. De termijn van veertien werkdagen moet de rechtstreekse contractant toelaten om de nodige maatregelen te nemen om te kunnen ontsnappen aan zijn hoofdelijke aansprakelijkheid (bijvoorbeeld door de inbreuk te laten stoppen door zijn tussenkomst of door een ontbindend beding aan te wenden).

Tip: Bent u van plan een beroep te doen op een (onder)aannemer voor activiteiten in de bouwsector? Neem in de aannemingsovereenkomst zowel de hierboven genoemde schriftelijke verklaring op als een ontbindend beding in geval van kennisname van  wanbetaling van het verschuldigde loon door uw (onder)aannemer aan zijn werknemers.

2.4. Melding aan de werkgever

De wetgever heeft een specifieke schriftelijke kennisgeving voorzien op het vlak van de bijzondere hoofdelijke aansprakelijkheid van de rechtstreekse contractant in geval van activiteiten in de bouwsector.

De sociaal inspecteurs kunnen de rechtstreekse medecontractant van de (onder)aannemer in kennis stellen dat hun (onder)aannemer zijn verplichting niet nakomt om het verschuldigd loon te betalen aan de werknemers.

Deze kennisgeving vermeldt :

  1. het aantal en de identiteit van de werknemers waarvan de sociaal inspecteurs hebben vastgesteld dat zij prestaties hebben geleverd in het raam van de activiteiten in de bouwsector die de rechtstreekse contractant laat uitvoeren via zijn (onder)aannemer die werkgever is van voormelde werknemers;
  2. de identiteit en het adres van de tewerkstellende (onder)aannemer die zijn verplichting niet is nagekomen om het verschuldigd loon te betalen aan zijn werknemers;
  3. het loon waarop de betrokken werknemers recht hebben ten laste van hun werkgever maar dat niet werd uitbetaald door deze werkgever;
  4. de plaats of de plaatsen waar de activiteiten in de bouwsector worden uitgevoerd door de betrokken werknemers;
  5. de identiteit en het adres van de opdrachtgever, de aannemer of de intermediaire aannemer, die de kennisgeving heeft ontvangen.

Een afschrift van deze kennisgeving wordt naar de betrokken (onder)aannemer-werkgever verstuurd.

2.5. Aanplakking van de kennisgeving

De gemelde werkgever moet een afschrift van bovenstaande kennisgeving aanplakken op de plaats of de plaatsen waar de betrokken werknemers de activiteiten in de bouwsector uitvoeren.

Indien de gemelde werkgever die verplichting niet naleeft, staat de rechtstreekse contractant in voor de aanplakking op die plaats of plaatsen.

2.6. Gelijkstelling met de werkgever

De hoofdelijk aansprakelijke rechtstreekse contractant wordt gelijkgesteld met de werkgever voor bepaalde verplichtingen en beperkingen in het kader van de loonbeschermingswet. Het gaat onder andere om:

  • het tijdstip en de wijze van de uitbetaling van het loon;
  • de verschuldigde rente op het loon:  dit betekent dat de intresten worden berekend vanaf het tijdstip waarop het loon eisbaar is geworden ten aanzien van de eigenlijke werkgever;
  • de verplichte aflevering van een loonbrief of vergelijkbaar loondocument uit het land van detachering;
  • de beperkingen met betrekking tot inhoudingen op het loon van de betrokken werknemers.

2.7. Verdediging van de rechten van de werknemers

Indien dit systeem van hoofdelijke aansprakelijkheid aanleiding zou geven tot rechtsgeschillen, kunnen de representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties van de privésector en de vakorganisaties van de publieke sector in rechte optreden ter verdediging van de rechten van de betrokken werknemers. Hiervoor moeten de betrokken werknemers wel hun toestemming geven.

De betrokken werknemers kunnen uiteraard ook zelf nog in rechte optreden, zich bij een vordering aansluiten of in het geding tussenkomen.

2.8. Sancties

Het niet naleven van de verplichting tot aanplakking van de hogervermelde kennisgeving van de inspectiediensten en het niet betalen van het verschuldigde loon door de hoofdelijk aansprakelijke rechtstreekse contractant worden bestraft met een sanctie van niveau 2 zoals bepaald in het Sociaal Strafwetboek.

2.9. Inwerkingtreding

De hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden voor de rechtstreekse contractant in het kader van activiteiten in de bouwsector is in werking getreden op 30 december 2016.

2.10. Verschil met de trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden

Het belangrijkste verschil is dat:

  • de trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid stelt de opdrachtgever aansprakelijk voor heel de keten en iedere (onder)aannemer voor de keten van onderaannemers die na hem volgt. Er moet geen chronologische rangorde worden nageleefd.
  • de trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid pas ingaat van zodra de inspectiediensten de opdrachtgever of (onder)aannemer in kennis hebben gesteld van de wanbetaling door de (onder)aannemer.
  • de trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid beperkt is in de tijd (maximaal één jaar).

Door de invoering van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden voor de rechtstreekse contractant in het kader van activiteiten in de bouwsector kan de trapsgewijze hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden niet meer worden toegepast voor de hoofdelijke aansprakelijkheid van een contractant voor de rechtstreekse relatie met zijn (onder)aannemer  voor activiteiten in de bouwsector.


Historiek
30/12/2016 31/12/2999 5902 Hoofdelijke aansprakelijkheid (loonschulden)
01/09/2013 29/12/2016 5902 61 De hoofdelijke aansprakelijkheid inzake loonschulden