5202 Fonds voor bestaanszekerheid voor de aanvullende pensioenen

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 11/04/2011
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 31/12/2022

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 16 november 2006 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 12 januari 2007 onder het nr. 81.548/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 februari 2007.

Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 13 juni 2007 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 9 juli 2007. Zij is op 1 januari 2007 in werking getreden.

Op 13 september 2007 werd in hetzelfde Paritair Comité een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot wijziging van de CAO van 16 november 2006 tot oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf. Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 18 mei 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 3 juli 2008. De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2007.

Deze CAO werd gewijzigd door een CAO van 18 november 2010 tot wijziging en coördinatie van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 19 januari 2011 onder het nr. 102844/CO/124.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 16 november 2006, zoals gewijzigd door de CAO's van 13 september 2007 en 18 november 2010.

Artikel 1.

Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst (hierna CAO) en bij toepassing van artikel 1, lid 1,1° van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, richt het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf een fonds voor bestaanszekerheid op, "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf", waarvan de statuten worden opgenomen als bijlage bij deze CAO.

Art. 2.

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

Onder arbeiders wordt verstaan de "arbeiders" en "arbeidsters". 

Art. 3.

Deze CAO wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2011 en kan enkel bij eenparig akkoord van de partijen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 2 jaar worden opgezegd. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

Artikel 1

In uitvoering van de wet van 7 januari 1958 en in uitvoering van artikel 3 §1, 5°, a) van de Wet op de Aanvullende Pensioenen van 28 april 2003 (hierna WAP) wordt in de bouwnijverheid een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv", afgekort "fbzp-fsep Constructiv", hierna genoemd "het fonds voor bestaanszekerheid".

§2. Deze benaming vervangt de vroegere benaming "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf" (afgekort: FBZ Pensioenen).

Artikel 2

De zetel van het fonds voor bestaanszekerheid is gevestigd te 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 3.

Artikel 3

Het fonds voor bestaanszekerheid wordt belast met de taak van inrichter van het sociaal sectoraal pensioenstelsel zoals bepaald door de WAP en heeft met name als bevoegdheden:

1° Invoering, wijziging of opheffing van een sociaal sectoraal pensioenstelsel;

2° Financiering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel;

3° Aanzuivering van tekorten in de verworven reserves en van tekorten inzake de werkings- en beheerskosten van Pensio BOFP met de eigen middelen van het fonds voor bestaanszekerheid of met bijstand van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv (hierna fbz-fse Constructiv);

4° Alle mededelingen naar Pensio B OFP en de aangeslotenen van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, begunstigden of hun rechthebbenden;

5° Instelling en behandeling van vorderingen in en buiten rechte wegens niet betalen van bijdragen en/of andere tekortkomingen;

6° De uitvoering van elke verplichting opgelegd door de wetgeving van toepassing

 

 

Artikel 6

In het kader van het sociaal sectoraal pensioenstelsel beoogd in artikel 3 1° ontvangt het fonds voor bestaanszekerheid van fbz-fse Constructiv de bedragen die nodig zijn voor de financiering van het sectoraal pensioenstelsel beoogd onder artikel 3 1°, alsook voor de financiering van de werkingskosten die op haar van toepassing zijn.
De precieze modaliteiten van de financiering zijn bepaald in een beheersovereenkomst tussen het fonds voor bestaanszekerheid en fbz-fse Constructiv.

Artikel 7

§1. Het fonds voor bestaanszekerheid wordt bestuurd door een raad van bestuur die is samengesteld uit tien leden die door en onder de leden van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden aangeduid.

Deze leden worden voor de helft aangeduid door de organisaties die de werkgevers vertegenwoordigen en voor de andere helft door de organisaties die de werknemers vertegenwoordigen:

1° vijf vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties waarvan:
a) drie aangeduid door de Nationale Confederatie van het Bouw VZW;
b) één aangeduid door Bouwunie;
c) één aangeduid door FEMA.

2° vijf vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties waarvan:
a) twee aangeduid door ACV Bouw - Industrie en Energie;
b) twee aangeduid door ABVV - Algemene Centrale;
c) één aangeduid door de Algemene Centrale van Liberale Vakbonden van België.

De raad van bestuur kan eender welke derde persoon uitnodigen tot het bijwonen van de raad van bestuur.

§2. Het mandaat van bestuurder heeft een duurtijd van drie jaar en is hernieuwbaar. Dit mandaat is onbezoldigd.

§3. De raad van bestuur maakt een huishoudelijk reglement op dat moet goedgekeurd worden volgens de regels bepaald in artikel 9.

§4. De raad van bestuur duidt de vertegenwoordigers aan die zetelen in de algemene vergadering van Pensio B OFP.

Bovendien kan de raad van bestuur kandidaat-bestuurders voor Pensio B OFP voorstellen aan de algemene vergadering van Pensio B OFP.

Het fonds voor bestaanszekerheid moet lid zijn van Provizio OFP zolang Pensio B OFP belast is met het beheer en de uitvoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.

Artikel 8

§1. Het Paritair Comité voor bouwbedrijf stelt om de drie jaren de voorzitter van het fonds voor bestaanszekerheid aan.

De voorzitter wordt steeds gekozen door de groep van de werkgevers en binnen de raad van bestuur.

§2. Het Paritair Comité voor het bouwbedrijf duidt eveneens om de drie jaar twee ondervoorzitters aan onder de leden van de raad van bestuur, de ene op voorstel van de groep van de werknemers en de andere op voorstel van de groep van de werkgevers.
Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters beurtelings zijn ambt waar.

Artikel 9

§1. De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van de voorzitter, die er tevens toe gehouden is de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van één van zijn leden.

§2. De uitnodigingen worden aan de raad van bestuur verstuurd per post of per electronische weg ten laatste acht dagen vóór de vergaderdatum.

§3. Behoudens overmacht kan de raad van bestuur slechts geldig beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, ten minste één lid van de groep der werkgevers en ten minste één lid van de groep der werknemers aanwezig zijn.

§4. De beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen.

Artikel 10

§1. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de richtlijnen van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en is verantwoordelijk tegenover deze laatste, waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden na het einde van het boekjaar.

§2. Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het beheer en het bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid en de verwezenlijking van zijn doel.

§3. Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden.

Artikel 11

§1. De raad van bestuur benoemt een directeur-generaal belast met het dagelijks beheer van het fonds voor bestaanszkerheid.

Het dagelijks beheer is beschreven in het huishoudelijk reglement beoogd onder artikel 7 §3.

§2. Hij mag eveneens alle speciale volmachten toevertrouwen aan iedere door hem gekozen gevolmachtigde(n).

Artikel 12

De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen van het fonds voor bestaanszekerheid, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de uitoefening van het ontvangen mandaat.

Artikel 13

§1. De voorzitter leidt het debat, roept de leden samen, legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking van het fonds voor bestaanszekerheid.

§2. De goedgekeurde notulen van de vergadering worden bewaard op de zetel van het fonds voor bestaanszekerheid en kunnen door alle bestuurders geraadpleegd worden.

Artikel 14

Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds voor bestaanszekerheid verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 7 §1.

Artikel 15

De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij worden ingesteld op aanvraag van de voorzitter.

Artikel 16

§1. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en wordt afgesloten op 31 december.

§2. Elk jaar keurt de raad van bestuur de begroting voor het volgend boekjaar goed, evenals de jaarrekening van het afgelopen boekjaar.

Artikel 17

§1. Er wordt op het beheer van het fonds voor bestaanszekerheid een controle uitgevoerd door vier commissarissen die worden aangeduid door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur zetelen.

§2. De controle-opdrachten gebeuren volgens de regels die zijn vastgelegd in het huishoudelijk reglement voorzien in artikel 7 §3.

Artikel 18

Er wordt een verslag opgemaakt met de vaststellingen van de commissarissen. Dit verslag wordt geïntegreerd in het jaarverslag van de interne audit dat voorgesteld wordt aan van bestuur.

Artikel 19

§1. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de jaarrekening alsook het jaarverslag van de interne auditor overgemaakt aan een door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf aangeduide bedrijfsrevisor.

§2. De revisor gaat over tot de nazicht van de documenten die hem werden overgemaakt.

§3. Hij beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht op en onderzoek van alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds voor bestaanszekerheid, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan inlaten.

§4. Hij kan ter plaatse inzage nemen in de boeken, de briefwisseling, de notulen en om het even welk geschrift van het fonds voor bestaanszekerheid.

Artikel 20

§1. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor verslag uit aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.

§2. Een kopie van dit verslag wordt door het fonds voor bestaanszekerheid overgemaakt aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Artikel 21

Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd werd op de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Artikel 22

In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds voor bestaanszekerheid, zal het Paritair Comité dat deze ontbinding zal beslist hebben, zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven welke zoveel mogelijk het doel benadert met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid, na vereffening van de schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven welke zoveel mogelijk het benadert met het oog waarop het ontbonden fonds voor bestaanszekerheid werd opgericht.


Historiek
01/01/2023 31/12/2050 5202 Fonds voor bestaanszekerheid voor de aanvullende pensioenen
01/01/2011 31/12/2022 5202 Fonds voor bestaanszekerheid voor de aanvullende pensioenen
01/10/2007 31/12/2010 5202 Fonds voor bestaanszekerheid voor de aanvullende pensioenen
01/01/2007 30/09/2007 5202 1906 Fonds voor bestaanszekerheid voor de aanvullende pensioenen