4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 25/09/2019
Geldig vanaf: 01/01/2017
Geldig tot: 31/08/2017

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 25 juni 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (registratienummer: 95392/CO/124).

Zij werd gewijzigd door:

De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 januari 2017.

Wij geven u hierna de tekst van deze cao.

TITEL I - Algemene bepalingen

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied, referenties en definities

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters.

Artikel 2

§1. Deze overeenkomst organiseert en regelt volgende stelsels ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling :

  • [opgeheven door cao van 28/09/2017];
  • de regeling van de weekdagopleiding;
  • de regeling van de winteropleiding;
  • de regeling van de zaterdag- en avondopleiding.

§2. Deze overeenkomst bepaalt en organiseert volgende bijkomende initiatieven ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling :

  • de herwaardering van de sectorale opleidingen en de ontwikkeling van specifieke opleidingsprogramma's;
  • de specifieke ondersteuningsmaatregelen voor de inschakeling van de specifieke "risicogroepen";
  • de promotie van de sectorale opleidings- en tewerkstellingsregelingen en de reorganisatie van de acties van het "Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid".

§3. Deze overeenkomst belet niet dat andere regelingen of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling worden toegepast door de ondernemingen bedoeld in artikel 1.

Op voorstel van de regionale oriëntatiegroepen van Constructiv kan het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bovendien beslissen om instrumenten of initiatieven voor opleiding en tewerkstelling, uitgaand van de gewestelijke of gemeenschapsoverheden, te erkennen als gelijkwaardig met de regelingen bedoeld in §1.

HOOFDSTUK II - Algemene financieringsregels

Artikel 3

§1. De werking van de opleidings- en tewerkstellingsregelingen, bepaald bij titels III en IV van deze overeenkomst, wordt gewaarborgd door de bijdrage van 0,40 pct. overeenkomstig artikel 8, b) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2016 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid Constructiv (134503/CO/124).

§2. Een jaarlijkse bedrag van 300 000 EUR is voor initiatieven inzake sectorale outplacement bestemd.

Artikel 4

[opgeheven door cao van 28/09/2017]

Artikel 5

[opgeheven door cao van 28/09/2017]

HOOFDSTUK III - Promotie van de opleidingscultuur in de ondernemingen

Artikel 6

De bij deze overeenkomst bepaalde tewerkstellingsbevorderende regelingen worden paritair georganiseerd en beheerd.

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv wordt belast met de paritaire evaluatie van de regelingen ter bevordering van tewerkstelling en opleiding die door deze overeenkomst worden georganiseerd.

Artikel 7

De plaatselijke representatieve werkgeversorganisaties krijgen een prioritaire rol toebedeeld bij de promotie van de opleidingscultuur in de ondernemingen bedoeld in artikel 1 en van de bij deze overeenkomst bepaalde opleidings- en tewerkstellingsregelingen.

Artikel 8

§1. Om gebruik te kunnen maken van de verschillende opleidings- en tewerkstellingsregelingen die door de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden georganiseerd, moet de in artikel 1 bedoelde werkgever de opleidingstabel gebruiken en invullen.

Wordt met de opleidingstabel gelijkgesteld de eerste aanvraag om gebruik te kunnen maken van één van de opleidingsstelsels geregeld door deze overeenkomst ingediend door een werkgever bedoeld in artikel 1.

§2. Deze opleidingstabel bedoeld in §1 wordt verspreid door de lokale werkgeversorganisaties. De werkgever bedoeld in artikel 1 die de tabel heeft ingevuld, moet ze terugsturen naar de lokale werkgeversorganisatie, die de opleidingstabel vervolgens overmaakt aan de bevoegde regiomanager van Constructiv.

§3. De regiomanager van Constructiv neemt contact op met de werkgever om de opleidingsregelingen aangeduid op de opleidingstabel bedoeld in §1 op het niveau van de onderneming in werking te stellen en om het opleidingsdossier voor de onderneming samen te stellen.

Het opleidingsdossier bevat enkel de opleidingstabel bedoeld in §1 en een kopie van de documenten nodig voor het in werking stellen van de regelingen aangeduid op de opleidingstabel.

§4. Naar analogie van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, raadpleegt de werkgever de syndicale afvaardiging over de toepassingsmodaliteiten in de onderneming van de verschillende opleidingsregelingen aangeduid op de opleidingstabel bedoeld in §1.

TITEL II - Opleiding en tewerkstelling van jongeren

HOOFDSTUK I - Het bouwleerlingwezen

[opgeheven door cao van 28/09/2017]

HOOFDSTUK II - Sectoraal referentiekader

Artikel 35

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv legt het sectoraal referentiekader vast waarin de acties van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 95 van deze overeenkomst zullen worden ondergebracht om hun strategie te bepalen tegenover de jongeren die een alternerende opleiding volgen georganiseerd door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst.

Artikel 36

Om het sectoraal referentiekader te finaliseren, wordt rekening gehouden met de volgende doelstellingen:

  • Het verhogen van het aantal deelnemers aan de systemen van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
  • Het verhogen van de doorstroming naar de bouwsector van jongeren die met succes aan een alternerend systeem hebben deelgenomen;
  • Een betere afstemming van het alternerend systeem op de bouwrealiteit;
  • Het verbeteren van de kwaliteit van de opleiding;
  • Het verminderen van het aantal afhakers in deze alternerende systemen.

Artikel 37

De regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 95 van deze overeenkomst bepalen volledig zelfstandig het denkspoor (de denksporen) waaraan zij de voorkeur geven om de doelstellingen te halen die in het sectoraal referentiekader werden vastgelegd.

Deze strategie van nieuwe initiatieven op het niveau van de gewesten moet als doel hebben het sectoraal referentiekader in te voeren in samenwerking met de bevoegde regionale overheden. Hiertoe mogen samenwerkingsakkoorden worden gesloten. Hun precieze modaliteiten mogen per gewest verschillen.

Artikel 38

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt.

HOOFDSTUK III - Andere maatregelen

Artikel 39

De regimes van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst beletten niet dat andere regelingen of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling van jongeren die aan de deeltijdse leerplicht zijn onderworpen, worden toegepast door de ondernemingen bedoeld in artikel 1.

Het verdient aanbeveling dat die andere stelsels of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling van jongeren voldoen aan de doelstellingen die in het sectoraal referentiekader zijn vastgelegd.

TITEL III - Opleidings- en tewerkstellingsregelingen voor arbeiders

HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen

Artikel 40

§1. De opleidingsregelingen zijn sectorale regelingen ter bevordering van de beroepsopleiding van de arbeiders die door de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen worden tewerkgesteld, door een jaarlijks opleidingskrediet ter beschikking van deze ondernemingen te stellen.

§2. Op 1 januari 2017 wordt dit jaarlijks krediet opgetrokken tot 90 000 dagen formele opleiding.
Dit jaarlijks krediet voldoet aan de doelstellingen die werden vastgelegd door afdeling 1 van hoofdstuk 2 van titel 2 van de wet van 5 maart 2017 betreffende werkbaar en wendbaar werk, en door het interprofessioneel akkoord. Het voert de verbintenis van de bouwsector uit om de participatiegraad aan opleidingen per jaar met 5 pct. te verhogen.

§3. Voor de toepassing van titel III van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:

  1. "formele opleiding" : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme;
  2. "informele opleiding" : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a), die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden.

Artikel 41

§1. Zonder afbreuk te doen aan het erkende initiatiefrecht van de arbeiders of hun vertegenwoordigers, behoort de toepassingsmogelijkheid van de door deze titel georganiseerde opleidingsregelingen in de onderneming tot de beoordelingsbevoegdheid van de werkgever.

Arbeiders van de bij artikel 1 bedoelde ondernemingen die laaggeschoold zijn of die niet over voldoende beroepsbekwaamheid beschikken, hebben voorrang bij de toegang tot de opleidingsregelingen die door deze titel worden georganiseerd.

§2. De werkgever kan eveneens deelnemen aan een opleiding georganiseerd overeenkomstig de bepalingen van deze titel.

HOOFDSTUK II - De regeling van de weekdagopleiding

Afdeling 1 - Bepalingen inzake opleiding

Artikel 42

De regeling van de weekdagopleiding heeft tot doel de voortdurende opleiding van de arbeiders te bevorderen door het opstellen van opleidingsplannen in de bij artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen.

De regeling van de weekdagopleiding heeft eveneens tot doel de efficiëntie van de programmering en de organisatie van de door Constructiv erkende opleidingen te verbeteren.

Artikel 43

§1. Het opleidingsplan bepaalt, rekening houdend met de collectieve noden van de onderneming op het vlak van de opleiding van de arbeiders :

  • de in de onderneming uitgeoefende beroepen of functies waarvoor een nood aan opleiding zich manifesteert;
  • per beroep of functie, het aantal arbeiders dat betrokken is bij het opleidingsplan;
  • de programma's en het aantal opleidingsuren voor elk van de in het plan bedoelde beroepen of
  • de ogenblikken, binnen de periode van één jaar, waarop de verschillende opleidingsprogramma's zullen plaatsvinden.

§2. Elk opleidingsprogramma dat in het opleidingsplan van de onderneming is vastgesteld, bedraagt minimaal 4 uren en maximaal het plafond dat geldt in het kader van de reglementering van het betaald educatief verlof.

§3. Een opleidingsprogramma kan samengesteld zijn uit verschillende modules van technische vorming, algemene vorming en/of veiligheidsopleiding op voorwaarde dat die modules verband houden met de taken die in de onderneming worden uitgevoerd. De verschillende opleidingsmodules mogen niet korter duren dan de minimale duur die §2 voorschrijft.

§4. Alle opleidingen komen in aanmerking voor een sectorale financiering op voorwaarde dat zij voldoen aan de criteria bepaald in §3.

Artikel 44

Het geheel van opleidingsprogramma's, waarvoor een sectorale financiering wordt gevraagd, mag niet meer bedragen dan het plafond dat geldt in het kader van de reglementering van het betaald educatief verlof per werknemer en per jaar. Het jaar loopt van 1 september tot 31 augustus van het volgende jaar.

Artikel 45

Ten behoeve van de kleine en middelgrote ondernemingen stelt Constructiv modellen van opleidingsprogramma's op die in de opleidingsplannen, die in de ondernemingen worden aangenomen, kunnen worden ingevoegd. De bij artikel 1 bedoelde ondernemingen kunnen tot de geprogrammeerde opleidingen van Constructiv toetreden door het aannemen van een opleidingsplan.

Artikel 46

Het vereenvoudigd opleidingsplan wordt opgesteld voor de duur van de geprogrammeerde opleiding. Dit plan vermeldt de bij de opleiding betrokken beroepen of functies, het aantal aan de opleiding deelnemende arbeiders en de periode waarin deze opleiding zal worden verstrekt.

Artikel 47

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de voorwaarden waarbij de uitzendkrachten technische of beroepsopleidingen kunnen volgen tijdens de duurtijd van hun uitzendcontract.

Afdeling 2 - Specifieke regels voor veiligheids-opleidingen

Artikel 48

De arbeiders die geen 5 jaar anciënniteit in de sector hebben, kunnen een veiligheidsopleiding van minimaal 16 uren volgen. Deze opleiding wordt verdeeld in 8 uren theoretische veiligheidsopleiding en 8 uren veiligheidsopleiding die specifiek gericht is op het beroep dat de arbeider in de onderneming uitoefent.

Een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toepassing en de eventuele vrijstelling van de regels.

Artikel 49

De sectorintreders zonder bouwopleiding moeten een veiligheidsopleiding kunnen volgen. De inhoud ervan dient aangepast te zijn aan de aard van de functie en van het bedrijf en voorziet in een gefaseerde invulling. Deze opleidingen worden ontwikkeld door Constructiv.

Afdeling 3 - Procedureregels

Artikel 50

Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de procedureregels en de bijzon-dere voorwaarden voor de toepassing van de door dit hoofdstuk georganiseerde opleidingsstelsels.

Artikel 51

De effectieve deelname van de arbeiders wordt door het bevoegde opleidingscentrum bewezen of in geval van opleiding in de onderneming, door een autoriteit aangeduid door het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv.

Afdeling 4 - Bezoldiging van de opleidingsdagen

Artikel 52

De arbeider die betrokken is bij de toepassing van een conform dit hoofdstuk georgani-seerde opleidingsregeling in de onderneming heeft, ten laste van zijn werkgever, recht op de betaling van zijn normale loon voor de uren opleiding die in toepassing van deze regelingen worden verstrekt.

Afdeling 5 - Gedeeltelijke terugbetaling van het loon van de opleidingsuren

Artikel 53

§1. Constructiv betaalt de werkgever, volgens de voorwaarden van dit artikel en binnen de grenzen van de beschikbare middelen, een bedrag van 15,00 EUR per uur effectief gevolgde opleiding.

§2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv stelt de modaliteiten en de termijn van de in §1 bedoelde terugbetaling vast.

Artikel 54

§1. Onder voorbehoud van bekrachtiging door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf erkent Constructiv de opleidingen die worden georganiseerd in uitvoering van dit hoofdstuk met het oog op de toepassing van de regeling betaald educatief verlof georganiseerd door afdeling 6 van hoofdstuk 4 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

§2. Een sectoraal stelsel van "terugbetaling-indeplaatsstelling" wordt ingevoerd in het kader van de toepassing van de bij §1 bepaalde regelingen.

De werkgevers die schuldenaar zijn van Constructiv, inclusief het stelsel van de weerverlet- en getrouwheidszegels, zijn uitgesloten van de toepassing van het bij deze paragraaf bedoelde sectorale stelsel.
Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv stemt in met de toepassing van de in §1 bedoelde terugbetaling aan de werkgevers die schuldenaar geworden zijn van Constructiv en hun toestand in orde hebben gebracht.

§3. Artikelen 53 en 54 worden opgeheven in geval van modificatie van de modaliteiten en/of van de toepassingsvoorwaarden van de regeling betaald educatief verlof georganiseerd door afdeling 6 van hoofdstuk 4 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

Afdeling 6 - Tussenkomst in de opleidingskosten

Artikel 55

§1. Constructiv betaalt een deel van de kosten voor de organisatie van de beroepsopleiding in het bevoegde opleidingscentrum volgens de regels bepaald in de volgende paragrafen.

§2. De beroepsopleiding wordt georganiseerd door een opleidingscentrum dat over een structurele sectorale erkenning beschikt en dat valt onder de volgende openbare en sectorale partners : VDAB, CDR Bouw, SYNTRA, Bruxelles-Formation, FOREm, Arbeitsamt, Construtec, IFAPME, EFPME, IAWM, Confederatie Bouw, Bouwunie en FEMA.

  • Bij een praktische opleiding betaalt Constructiv 10,00 EUR per opleidingsuur aan de opleidingspartner.
  • Bij een theoretische opleiding betaalt Constructiv 5,00 EUR per opleidingsuur aan de opleidingspartner.
  • Indien de prijs gevraagd door het opleidingscentrum hoger is dan de bedragen hierboven vermeld, zal dit opleidingscentrum de opleidingskost rechtstreeks factureren aan de onderneming. In dat geval zal Constructiv aan de onderneming een forfaitair bedrag van 10,00 EUR per uur praktische opleiding en van 5,00 EUR per uur theoretische opleiding storten.

§3. Als de beroepsopleiding wordt georganiseerd in een opleidingscentrum dat niet over een structurele sectorale erkenning beschikt, dan factureert het centrum de opleidingskosten direct aan het bouwbedrijf en Constructiv betaalt direct aan het bedrijf een forfaitair bedrag van 5,00 EUR per opleidingsuur. Alleen niet-commerciële opleidingen of veiligheidsopleidingen openen het recht op die Constructiv-tussenkomst.

HOOFDSTUK III - De winteropleidingen

Artikel 56

§1. De werkgever die het initiatief neemt om een beroep te doen op de winteropleidingen, waarvan de uitvoering wordt gecoördineerd door Constructiv, kan deze regeling toepassen zonder te moeten wachten tot de uitputting van het recht van de onderneming op de toepassing van de door hoofdstuk II van deze titel georganiseerde opleidingsregelingen.

§2. De winteropleiding kan enkel worden georganiseerd door een opleidingscentrum dat over een structurele sectorale erkenning beschikt en meer bepaald bij volgende partners : VDAB, CDR Bouw, Bruxelles-Formation, FOREm, Arbeitsamt, IFAPME, EFPME, IAWM, Confederatie Bouw, Bouwunie en FEMA.

Artikel 57

§1. Constructiv kent aan bouwvakarbeiders, die op vraag van de werkgever, een winteropleiding volledig hebben gevolgd en gunstig hebben beëindigd, een opleidingspremie toe van 40,00 EUR per opleidingsdag van minimaal 8 uur.

§2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de regels voor de indiening van de aanvraag van de premie evenals de eventueel bij deze aanvraag te voegen documenten.

HOOFDSTUK IV - Avond- of zaterdagopleidingen

Artikel 58

§1. Als de bij een avond- of zaterdagopleiding betrokken arbeider voldoet aan de voorwaarden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 67, § 1 om recht te hebben op een verhoogde premie, neemt Constructiv een deel van de kosten ten laste voor het organiseren van de beroepsopleiding in het bevoegde opleidingscentrum in overeenstemming met de regels vastgesteld in artikel 55, § § 2 en 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Als de opleiding 's avonds wordt georganiseerd, is deze tussenkomst beperkt tot 40 uur per werknemer en per jaar. Het jaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het volgende jaar.

§2. Het Beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van constructiv stelt de lijst op van opleidingscentra die het recht op deze tussenkomst openen.

HOOFDSTUK V - Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 59

Constructiv is belast met de organisatie van en de controle op de toepassing van de door deze titel georganiseerde opleidingsstelsels.

Artikel 60

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv stelt jaarlijks een evaluatieverslag op met de volgende gegevens:

  • de deelname van alle looncategorieën en leeftijdscategorieën aan de opleidingen;
  • de VCA-opleidingen;
  • een actieprogramma voor het volgende jaar.

Artikel 61

Indien de werkgever de kosten heeft betaald voor het behalen van een certificaat van verworven competenties of VCA-attest, dient de arbeider deze kosten terug te betalen indien hij tijdens het jaar na het behalen van het certificaat of attest de onderneming vrijwillig verlaat of ontslagen wordt wegens dringende redenen.

Artikel 62

Op het ogenblik dat de arbeider een opleiding volgt, kan een scholingsbeding bij de arbeidsovereenkomst worden gevoegd overeenkomstig de wet van 27 december 2006 tot invoering van artikel 22bis in de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978.

TITEL IV - Aanvullende stelsels en maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling

HOOFDSTUK I - Herwaardering van de sectorale opleidingen en ontwikkeling van specifieke opleidingsprogramma's

Afdeling 1 - Het opleidingspasje

[opgeheven door cao van 28/09/2017]

Afdeling 2 - De opleiding van ongeschoolde arbeiders

Artikel 66

Constructiv stelt specifieke opleidingsmodules op die afgestemd zijn op de arbeiders van de in artikel 1 bedoelde ondernemingen die geen enkele beroepsbekwaamheid hebben.

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv spreekt zich uit over de aard en de duur van deze bij lid 1 bedoelde specifieke modules. De specifieke opleidingsmodules kunnen vanaf 1 september 2009 worden gebruikt.

Afdeling 3 - De tewerkstellings- of opleidingspremies

Artikel 67

§1. Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de toekenning van tewerkstellings- of opleidingspremies aan de werkgevers van de bouw en aan hun arbeiders.

§2. Voor de opleidingsdagen die worden georganiseerd bij toepassing van de bij hoofdstuk II van titel III van deze overeenkomst bepaalde opleidingsregelingen hebben de arbeiders geen recht op de premies voorzien in de bij §1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.

§3. De bij artikel 53, §1, van deze overeenkomst bedoelde voordelen mogen niet worden gecumuleerd met de premies die werden vastgesteld bij de bij §1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK II - De initiatieven ten voordele van de specifieke risicogroepen

Afdeling 1 - Voortzetting van de inspanningen

Artikel 68

De inspanningen ten voordele van de "risicogroepen bouw" die worden geleverd in toepassing van de opeenvolgende overeenkomsten over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen, worden voortgezet gedurende de toepassingsperiode van deze overeenkomst.

De in lid 1 bedoelde inspanningen hebben hoofdzakelijk betrekking op de inschakeling van ongeschoolde of laaggeschoolde jongeren, op de opleiding van laaggeschoolde arbeiders en op de ontwikkeling van gezamenlijke initiatieven met het onderwijs.

Een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de integratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen omschrijft nader de inhoud van de in de vorige leden bedoelde inspanningen.

Artikel 69

Tijdens de toepassingsperiode van deze overeenkomst zullen bijkomende inspanningen ten voordele van volgende specifieke categorieën van de "risicogroepen bouw" worden voortgezet :

  • de personen die zich in de situatie bevinden van opleiding door werken of van inschakeling in initiatieven die tot de sociale economie behoren;
  • de langdurig werklozen die een basisopleiding bouw volgen;
  • de werkzoekenden van minstens 45 jaar die een basisopleiding bouw volgen.

De bepalingen van dit hoofdstuk stellen de algemene beginselen vast van de initiatieven die moeten worden genomen ten voordele van de in lid 1 bedoelde specifieke categorieën. Deze beginselen worden uitgevoerd door de bepalingen van de in artikel 68, lid 3, bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst.

Afdeling 2 - De initiatieven op het vlak van de sociale economie

[opgeheven door cao van 28/09/2017]

Afdeling 3 - Hulp bij de opleiding van langdurig werklozen

[opgeheven door cao van 28/09/2017]

HOOFDSTUK III - De bevordering van de sectorale opleidings- en tewerkstellingsregelingen

Artikel 82

De lokale patronale en syndicale organisaties van de bouwsector werken mee aan de door Constructiv ontwikkelde initiatieven. Deze organisaties dienen met name, overeenkomstig de bepalingen van artikel 8, de opleidingstabellen van de ondernemingen in.

De bij lid 1 bedoelde organisaties voeren eveneens specifieke informatieacties over de sectorale opleidings- en tewerkstellingsregelingen, met name ter attentie van hun leden.

Die specifieke acties hebben ook tot doel de bedrijfsinterne opleidingen te bevorderen en de opleidingen met een duurtijd die gelijk is aan of langer is dan 32 uren op jaarbasis.

Artikel 83

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv spreekt zich uit over het bedrag van de financiële middelen die kunnen worden toegekend voor de bij artikel 82 bedoelde samenwerkingen en specifieke acties. Dit beheerscomité bepaalt tevens de voorwaarden en toekenningsmodaliteiten van de financiële tussenkomsten aan de organisaties die deze samenwerkingen en specifieke acties opzetten.

HOOFDSTUK IV - Verbetering van de doorstroming van de afgestudeerden naar de bouwsector

Artikel 84

§1. Na consultatie van de regionale oriëntatiegroepen binnen Constructiv zal het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv de samenwerkingsovereenkomsten met het onderwijs evalueren, met als voornaamste doelstelling de doorstromingscijfers van afgestudeerden naar de bouwsector te verbeteren.

Deze samenwerkingovereenkomst dient te voorzien in twee soorten overeenkomsten :

  • het uitgebreide convenant, voor de scholen die voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria (onder andere minimale bezettingsgraad, 9 weken stages en stagebegeleiding);
  • het basisconvenant voor die scholen of secties die aan deze kwaliteitscriteria niet voldoen. Ook wordt voorzien in een overgangsregeling van twee jaar.

In beide gevallen worden de financiële middelen gebaseerd op de doorstromingscijfers.

§2. Opdat deze doorstroming naar de bouwsector optimaal zou verlopen en opdat de stages in optimale omstandigheden zouden verlopen, leggen de werkgeversorganisaties een databank aan met de gegevens van de werkgevers uit de bouwsector.

Artikel 85

Teneinde de doorstromingscijfers en de daaraan verbonden financiële middelen correct te berekenen, zullen de scholen met een samenwerkingsovereenkomst met de sector aan Constructiv bij het begin van het schooljaar een opgave overmaken van de leerlingen in de 3de graad.

Artikel 86

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt het sectoraal referentiekader waarin de initiatieven van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 95 van deze overeenkomst zullen worden ondergebracht om hun strategie te bepalen tegenover de door deze afdeling bedoelde doelgroep.

Artikel 87

Om het sectoraal referentiekader af te werken, wordt rekening gehouden met de volgende doelstellingen :

  • de instroom van jongeren naar het bouwvakonderwijs verhogen;
  • de kwaliteit van het bouwvakonderwijs verhogen;
  • de doorstroming naar de bouwbedrijven verbeteren;
  • de kwaliteit van de stages ter afronding van de opleiding bewaken;
  • het aantal afhakers verminderen.

Artikel 88

De regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 95 van deze overeenkomst bepalen volledig zelfstandig het denkspoor (de denksporen) waaraan zij de voorkeur geven om de doelstellingen te halen die in het sectoraal referentiekader werden vastgelegd.

Deze strategie van nieuwe initiatieven op het niveau van de Gewesten moet als doel hebben het sectoraal leeraanbod aan te vullen en het sectoraal referentiekader in te voeren in samenwerking met de bevoegde regionale overheden. Hiertoe mogen samenwerkingsakkoorden worden gesloten. Hun precieze modaliteiten mogen per Gewest verschillen.

Artikel 89

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt.

HOOFDSTUK V - Sectorale outplacement

Artikel 90

Constructiv is belast met het uitwerken van het sectoraal outplacementstelsel. Dit stelsel heeft tot doel de ontslagen werknemers terug naar de bouwsector te leiden.

Een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst regelt de voorwaarden voor de toepassing van het sectoraal outplacementstelsel.

TITEL V - Organisatie van de initiatieven van het Constructiv

Artikel 91

§1. In overeenstemming met zijn statuten heeft Constructiv tot doel de vorming, opleiding, aanpassing, specialisatie, bij- en omscholing ten gunste van de werknemers en potentiële werknemers van de bouwnijverheid planmatig en doelmatig op te volgen, te bevorderen en te helpen verwezenlijken.

Constructiv blijft het aanspreekpunt voor de verschillende doelgroepen en is de schakel tussen de bouwsector en de opleidingspartners.

§2. Om een betere organisatie van de verschillende taken van Constructiv, een grotere doeltreffendheid in de uitvoering ervan en een betere afstemming op het gewestelijk en communautair beleid te verzekeren, worden de opdrachten bedoeld in § 1 in 3 pijlers ondergebracht :

  • Bouwvakonderwijs;
  • Werkzoekendenopleidingen;
  • Opleiding van de al actieve bouwvakarbeiders.

HOOFDSTUK I - Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv

Artikel 92

§1. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv regelt en beheert de opleidingsstelsels voor arbeiders bepaald in titel III van deze overeenkomst.

§2. Alle taken die onder deze opleidingsstelsels voor arbeiders vallen, blijven de fundamentele verantwoordelijkheid van Constructiv. Constructiv biedt een kwaliteitsvolle dienstverlening aan, op maat van het bouwbedrijf.

§3. Hiertoe zal tijdens de geldigheidsduur van deze overeenkomst de optimalisering van de eigen sectorale opleidingscentra, Construtec, Edutec en het Brussels Referentiecentrum, worden nagestreefd.

Artikel 93

§1. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt, voor de twee andere opleidingspijlers, het sectoraal referentiekader waarin de initiatieven van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in overeenstemming met artikel 95 van deze overeenkomst worden ondergebracht.

§2. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv keurt de actieplannen goed die de regionale oriëntatiegroepen hebben opgesteld nadat hij deze plannen heeft getoetst aan het sectoraal referentiekader dat hij heeft uitgewerkt. Ook al zal de samenhang tussen de gewesten altijd worden aangemoedigd, toch kunnen die plannen per gewest verschillen.

§3. Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt.

Artikel 94

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt een financiële enveloppe voor de 3 regionale oriëntatiegroepen. Dit budget wordt over de 3 regionale oriëntatiegroepen verdeeld volgens de verdeelsleutel vastgelegd door het voormelde beheerscomité. Dit budget kan variëren afhankelijk van de standen van zaken bedoeld in artikel 93, §3.

HOOFDSTUK II - De regionale oriëntatiegroepen

Artikel 95

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de samenstelling van de regionale oriëntatiegroepen en bewaakt daarbij een paritaire samenstelling van die groepen.

Artikel 96

In het kader van de 2 opleidingspijlers die onder hun bevoegdheid vallen, leggen de regionale oriëntatiegroepen een meerjarenactieplan vast. Dit actieplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv.

De goedkeuring zal afhangen van de precieze inhoud van het actieplan ten opzichte van het sectoraal referentiekader. De uitvoering van de verschillende thema's van het actieplan zal worden geëvalueerd zoals beschreven in artikel 93, §3.

Artikel 97

§1. De regionale oriëntatiegroepen streven naar een optimale afstemming tussen het sectoraal opleidingsplan zoals omschreven door de verschillende bepalingen van deze overeenkomst en de maatregelen genomen door de regeringen van de Gewesten en de Gemeenschappen om opleiding en tewerkstelling in hun bevoegdheidsgebied te stimuleren.

§2. De regionale oriëntatiegroepen bestuderen ook in welke mate deze afstemming nieuwe kansen kan bieden voor opleidingen en/of voor een mogelijke daling van de sectorale kosten. Zij zien erop toe dat de middelen die hun ter beschikking worden gesteld zo efficiënt mogelijk worden gebruikt om de return on investment te verhogen.

§3. Hiertoe worden de regionale oriëntatiegroepen belast met het uitvoeren van de volgende opdrachten:

  • analyse en beoordeling van gewestelijke of communautaire ontwikkelingen;
  • opvolging van de toepassing van de gewestelijke of communautaire maatregelen in de sector;
  • uitwerking van acties conform het sectoraal referentiekader;
  • blijven binnen en zo efficiënt mogelijk gebruik maken van het toegekende budget conform het sectoraal referentiekader;
  • uitvoering en opvolging van projecten, gesubsidieerd door regionale of lokale overheden en die complementair zijn met de sectorale strategie;
  • zo efficiënt mogelijke besteding van het regionaal promotiebudget;
  • bepalen van parameters voor de toekenning van provinciale budgetten voor de regionale platformen van Constructiv Building on People en dit in functie van het toegewezen budget per gewest;
  • in hun bevoegdheidsgebieden nieuwe samenwerkingsovereenkomsten onderhandelen.

HOOFDSTUK III - De regionale platformen

Artikel 98

§1. De regionale platformen van Constructiv Building on People worden onder de verantwoordelijkheid van een regiomanager geplaatst.

§2. Die regiomanager is belast met :

  • het uitvoeren en opvolgen van de samenwerkingsovereenkomsten met het dagonderwijs met volledig leerplan;
  • de alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst promoveren en volgen;
  • het opzetten en opvolgen van de stelsels voor de opleiding van arbeiders bedoeld in titel III van deze overeenkomst;
  • het uitvoeren en opvolgen van sectorale initiatieven ten voordele van de "risicogroepen bouw";
  • de verzameling van alle nuttige inlichtingen inzake de provinciale sectorale arbeidsmarkt en de bouwinterim alsook het regelmatig opstellen van een lijst van de vraag naar bouwcompetenties die niet konden beantwoord worden op de arbeidsmarkt;
  • het promoten van bedrijfsinterne opleidingen en opleidingen die langer duren dan of die even lang duren als 32 uren op jaarbasis.

§3. De bij artikel 69, lid 3, bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst omschrijft nader de inhoud van de samenwerking in het kader van de initiatieven ten voordele van de "risicogroepen bouw".

Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt de inhoud van de andere bij de § 1 bedoelde groepen van taken. Hij kan eveneens een voorrangsregeling vaststellen in de uitvoering van de verschillende taken.

§4. Het uitvoerend bureau van het regionaal platform van Constructiv Building on People is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de patronale en syndicale organisaties van de bouwsector. Het spant zich over het algemeen in om:

  • bouwopleidingen te bevorderen;
  • de beroepsoriëntatie van met name de jongeren naar de bouwsector te stimuleren;
  • de bijzonderheden van de plaatselijke arbeidsmarkt te analyseren en er de lessen uit te trekken voor de volbrenging van de algemene promotieactie.

TITEL VI - Slotbepalingen

Artikel 99

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 september 2009 en loopt af op 31 december 2018. De bijkomende financiering bepaald bij artikel 3 van deze overeenkomst treedt in werking op 1 juli 2009.

Ze behoudt echter haar uitwerking tijdens de looptijd van de overeenkomsten die tijdens de in lid 1 vastgestelde geldigheidsperiode werden gesloten overeenkomstig de bepalingen van titel II.

Opmerking: De nieuwe bepalingen treden in werking op 1 januari 2017.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
28/09/2017
Registratienr
142226
Geldig van
01/01/2017
Geldig tot
31/12/2018
Neerleggingsdatum
28/09/2017
Registratiedatum
27/10/2017
Onderwerp
organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels
BS Bericht van neerlegging
09/11/2017
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
11/06/2018
Gepubliceerd in het B.St. van
25/06/2018
Keywords
TIJDELIJKE ARBEID EN UITZENDARBEID, AANWERVING, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), MAATREGEL VOOR ONDERNEMING IN MOEILIJKHEDEN/HERSTRUCTURERING-NIET SWT, OUDERE WERKNEMERS-EXCL.AANV. PENSIOEN, BRUGPENSIOEN(SWT),TIJDSKREDIET, WELZIJN OP HET WERK, ZIEKTE/ONGEVAL/OVERLIJDEN, OPZEGGING/ONTSLAG, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/01/2023 31/12/2050 4801 Beroepsopleiding: organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (kader-cao) en individueel opleidingsrecht
01/09/2021 31/12/2022 4801 Beroepsopleiding: organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (kader-cao)
01/01/2019 31/08/2021 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (kader-cao)
01/09/2017 31/12/2018 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (kader-cao)
01/01/2017 31/08/2017 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels
01/12/2015 31/12/2016 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels
01/01/2014 30/11/2015 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels
01/09/2010 31/12/2013 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels
01/09/2009 31/08/2010 4801 Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels