In het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf werd op 25 juni 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de toekenning van een sociaal voordeel. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen op 22 juli 2009 en geregistreerd op 29 oktober 2009 onder het nr. 95.400/CO/124. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 10 november 2009.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

CAO 25/06/2009 - Syndicale premie

Hoofdstuk 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

In deze CAO verstaat men onder:

• arbeiders: de arbeiders en arbeidsters;
• Fonds voor Bestaanszekerheid: het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf.

Deze overeenkomst is eveneens van toepassing op de uitzendkrachten tewerkgesteld bij een onderneming bedoeld in het 1e lid, en op het uitzendkantoor dat hen ter beschikking stelt.

Hoofdstuk 2 - Aard van het voordeel

Artikel 2

In uitvoering van artikel 3, 14° van zijn statuten, zoals gewijzigd bij de CAO van 14 mei 2009, kent het Fonds voor Bestaanszekerheid een sociaal voordeel aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders die lid zijn van één van de in het Paritair
Comité voor het Bouwbedrijf vertegenwoordigde werknemersorganisaties.

Het sociaal voordeel bedoeld in het 1e lid is een bedrag dat aan de arbeider wordt toegekend wegens zijn aansluiting bij een in het 1e lid bedoelde werknemersorganisatie.

Hoofdstuk 3 - Bedrag en toekenningsmodaliteiten

Artikel 3

§ 1. Het bedrag van het in artikel 2 bedoelde sociaal voordeel wordt berekend op basis van het aantal dagen die, in overeenstemming met de codificatie van de arbeidstijdgegevens, onder welbepaalde codes worden aangegeven in de DmfA
voor de betrokken arbeider.
De gegevens die in rekening gebracht worden zijn enkel deze van de tewerkstellingen waarvoor krachtens de CAO van 3 juni 2004 tot vaststelling van de forfaitaire bijdrage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid deze forfaitaire bijdrage verschuldigd is.
De berekening van het bedrag gebeurt op basis van volgende formule:

P = 0,62 € X (DmfAOI + DmfA02 + DmfA03 + DmfA04 + DmfA12 + DmfA70 + DmfA71 + DmfA72)

Waarbij:

• P = het bedrag van het sociaal voordeel bedoeld in artikel 2;
• DmfAOI = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 01 (alle arbeidstijdgegevens gedekt door loon met RSZbijdragen, met uitzondering van de wettelijke en bijkomende vakantie van arbeiders) van de DmfA;
• DmfA02 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 02 (wettelijke vakantie voor arbeiders) van de DmfA;
• DmfA03 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 03 (bijkomende vakantie voor arbeiders) van de DmfA;
• DmfA04 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 04 (afwezigheid eerste dag wegens slecht weer bouwbedrijf) van de DmfA;
• DmfA12 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 12 (inhaalrust bouwbedrijf) van de DmfA;
• DmfA70 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 70 (tijdelijke werkloosheid andere dan codes 71 en 72) van de DmfA;
• DmfA71 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 71 (economische werkloosheid) van de DmfA;
• DmfA72 = aantal dagen aangegeven tijdens de referteperiode in de prestatiecode 72 (tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer) van de DmfA.

In het kader van het akkoord 2011-2012 van 1 juni 2011 wordt de gelijkgestelde periode die in aanmerking komt voor de berekening van de syndicale premie uitgebreid tot:

• de dagen van syndicale vorming (DmfA code 22);

• de dagen van betaald educatief verlof (DmfA code 5) ten belope van 5 dagen per referteperiode.

Voor de tewerkstellingen die in uren worden aangegeven, wordt het aantal dagen berekend volgens de regels die het Fonds voor Bestaanszekerheid hanteert voor het opmaken van de legitimatiekaarten.

§ 2. De som van het aantal dagen aangegeven in de codes DmfA70 en DmfA71 is beperkt tot 20.

§ 3. In afwijking op § 2 wordt de som van het aantal dagen aangegeven in DmfA70 en DmfA71 beperkt tot 40 indien tijdens de referteperiode, in uitvoering van artikel 51, §1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, de maximale periode van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, op acht weken gebracht wordt.

§ 4. Het sociaal voordeel bedraagt maximum 135 € per referteperiode.

§ 5. Onder referteperiode wordt verstaan de periode tussen 1 april en 31 maart van het daaropvolgend jaar.
In afwijking op vorig lid, wordt voor het sociaal voordeel uitbetaald in 2009, onder referteperiode, de periode tussen 1 oktober 2008 en 31 maart 2009 verstaan.

Artikel 4

Het in artikel 2 bedoelde sociaal voordeel wordt, ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid, door de vakbondsorganisaties die deze CAO hebben ondertekend uitgekeerd op basis van een formulier dat het Fonds naar alle arbeiders bedoeld in artikel 1 stuurt.

Hoofdstuk 4 - Bijzondere bepaling

Artikel 5

De bepalingen van de CAO van 14 mei 2009 betreffende de arbeidsvoorwaarden zijn integraal van toepassing.

Hoofdstuk 5 - Geldigheidsduur

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009.
Zij wordt gesloten voor een onbepaaide tijd en kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.