2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders en weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 22/11/2001
Geldig vanaf: 01/01/2001
Geldig tot: 31/12/2002

Het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf (hierna FBZ) kent aan de arbeiders die invalide zijn geworden, en aan sommige weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid een jaarlijks vakantiegeld toe :

 

-        Toekenning van een vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid : zie de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, neergelegd op 9 juli 2001 bij de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58411/CO/124; bericht van neerlegging : Belgisch Staatsblad van 29 augustus 2001.

-        Toekenning van een vakantiegeld aan sommige weduwen van  arbeiders van de bouwnijverheid : zie de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, neergelegd op 9 juli 2001 bij de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58914/CO/124; bericht van neerlegging : Belgisch Staatsblad van 11 oktober 2001.

 

De aanvraag kan worden ingediend hetzij door toedoen van een werknemersorganisatie die deze CAO heeft ondertekend, hetzij rechtstreeks door de betrokkene.

De werkgevers hebben dus in dat verband geen verplichtingen zodat de tekst hieronder hun alleen ter informatie wordt gegeven.

 

 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van bouwnijverheid (58411/CO/124)

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de arbeiders die, op het ogenblik waarop de arbeidsonderbreking die voorafging aan hun toestand van invaliditeit een aanvang nam, werden tewerkgesteld door een werkgever die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteert.

Onder "arbeiders", verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

HOOFDSTUK II - Aard van het voordeel

Artikel 2

Het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf (hierna FBZ) kent aan de arbeiders die invalide zijn geworden, een jaarlijks vakantiegeld toe.

HOOFDSTUK III - Toekenningsvoorwaarden

Artikel 3

§1        De arbeiders moeten gelijktijdig voldoen aan de volgende voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op het vakantiegeld ten laste van het FBZ:

             1°  ten minste 15 jaar van hun beroepsloopbaan doorgebracht hebben in dienst van één of meerdere ondernemingen bedoeld in artikel 1. Het bewijs van de jaren loopbaan moet worden geleverd door middel van legitimatiekaarten "rechthebbende";

             2°  het bewijs leveren dat hun laatste werkgever op het ogenblik waarop de arbeidsonderbreking die voorafging aan hun invaliditeit, een aanvang nam, een in artikel 1 bedoelde onderneming was;

             3°  ten minste 5 legitimatiekaarten "rechthebbende" hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaren die aan de toestand van invaliditeit voorafgaan of 7 legitimatiekaarten "rechthebbende" tijdens de laatste 15 jaren die aan de toestand van invaliditeit voorafgaan;

             4°  het bewijs leveren dat zij zich tijdens het vakantiedienstjaar in een toestand van invaliditeit bevonden, door middel van een attest, met betrekking tot de invaliditeitsperiode van het in aanmerking komende vakantiedienstjaar.  Dit attest moet, naargelang het geval, worden afgeleverd door de mutualiteit, het Fonds voor Beroepsziekten of de verzekeringsinstelling;

             5°  het recht op het wettelijke vakantiegeld hebben uitgeput.

§2        Voor de toepassing van artikel 3, §1, 2°, worden met de arbeiders die als laatste werkgever een werkgever van de bouwnijverheid hebben gelijkgesteld:

-      de arbeiders die op het ogenblik waarop de arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan hun toestand van invaliditeit ingaat, gedurende minder dan zes maanden volledig werkloos waren na een ontslag door een werkgever van de bouwnijverheid;

-      de werklieden die wegens hun bewezen lichamelijke ongeschiktheid, op de leeftijd van minstens 60 jaar het bouwbedrijf hebben verlaten.

HOOFDSTUK IV - Bedrag en uitkeringsmodaliteiten van het vakantiegeld

Artikel 4

§1        Het bedrag van het vakantiegeld aan de invaliden wordt vastgesteld op 512,15 EUR.

§2        Voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001, geldt in plaats van het bedrag van 512,15 EUR, vermeld in §1, het bedrag van 20.660 BEF.

Artikel 5

§1        Het vakantiegeld aan invaliden kan niet worden gecumuleerd met het wettelijk vakantiegeld of met de voordelen van bestaanszekerheid die door het FBZ worden toegekend aan gepensioneerde werklieden.

§2        In geval van cumul gebeurt de toekenning van het vakantiegeld volgens de pro rata-regeling, waarbij 1/12de van het vakantiegeld voor invaliden wordt toegekend voor elke maand die niet wordt gedekt door het wettelijk vakantiegeld of door de in §1 bedoelde voordelen aan gepensioneerde werklieden.

§3        Voor de toepassing van de pro rata-regeling wordt een periode die aanvangt vóór de 16de van de maand, beschouwd als een volledige maand en wordt een periode die aanvangt na de 15de van de maand, geneutraliseerd.

Artikel 6

Het vakantiegeld wordt uitbetaald tijdens het vakantiejaar.

HOOFDSTUK V - Procedure

Artikel 7

De aanvraag voor toekenning van het door deze CAO bedoelde voordeel moet bij het FBZ worden ingediend via een daartoe bestemd speciaal formulier, dat kan worden bekomen bij het FBZ.

De aanvraag kan worden ingediend hetzij door toedoen van een werknemersorganisatie die deze CAO heeft ondertekend, hetzij rechtstreeks door de betrokkene.

Wanneer het om een eerste aanvraag gaat, moet de aanvraag vergezeld worden van de nodige stavende documenten.

Artikel 8

Het FBZ stuurt jaarlijks een hernieuwingsformulier aan de gerechtigden op de aanvullende vergoeding. Het formulier moet behoorlijk ingevuld worden en teruggestuurd worden naar het FBZ.

De gerechtigde die het hernieuwingsformulier niet ambtshalve ontvangt, kan het bij het FBZ bekomen.

HOOFDSTUK VI - Algemene bepalingen

Artikel 9

De aanduiding van de organismen die belast zijn met de uitbetaling van de sociale voordelen aan de gerechtigden en met de controle met betrekking tot de toekenning van deze voordelen, gebeurt overeenkomstig de artikels 8 en 23 van de statuten van het FBZ.

Artikel 10

De raad van bestuur van het FBZ bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten en de procedure die moet worden gevolgd bij het indienen en het behandelen van de aanvragen tot tussenkomst.

De bijzondere gevallen die niet op grond van deze CAO kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het FBZ.

HOOFDSTUK VII - Geldigheid

Artikel 11

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2001, met uitzondering van artikel 4, §1, dat in werking treedt op 1 januari 2002. Ze houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

 

 

 

Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige weduwen van arbeiders van bouwnijverheid (58914/CO/124)

 

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de weduwen van arbeiders die, hetzij gerechtigd waren op één van de voordelen bepaald in de artikelen 4 en 12 van de kader-CAO van 24 september 1998 tot invoering van een jaarlijkse pensioenrente voor de arbeiders van de bouwnijverheid, hetzij werden tewerkgesteld door een werkgever die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteert, op het ogenblik van overlijden.

Onder "weduwen" verstaat men de weduwen en de weduwnaars.

Onder "arbeiders" verstaat men de arbeiders en de arbeidsters.

HOOFDSTUK II - Aard, bedrag en toekenningsvoorwaarden van het voordeel

Artikel 2

De weduwe van een gepensioneerde bouwvakarbeider, kan voor het jaar van overlijden aanspraak maken op een vakantiegeld ten bedrage van 1.338,63 EUR. Voor de volgende jaren kan zij een vakantiegeld ten bedrage van 803,18 EUR ontvangen.

Deze voordelen kunnen haar worden toegekend op voorwaarde dat:

-      de overledene het recht had verworven op één van de voordelen bepaald in de artikelen 4 en 12 van de hoger­vermelde kader-CAO van 24 september 1998;

-      zij niet is hertrouwd

-      .

Artikel 3

De weduwe van de niet-gepensioneerde bouwvakarbeider die overleden is tussen de leeftijd van 60 en 65 jaar, kan voor het jaar van het overlijden aanspraak maken op een vakantiegeld ten bedrage van 483,39 EUR. Voor de volgende jaren kan zij een vakantiegeld ten bedrage van 290,04 EUR ontvangen.

Deze voordelen kunnen haar worden toegekend op voorwaarde dat:

-      de overledene op het ogenblik van overlijden voldeed aan de toekenningsvoorwaarden van de voordelen bepaald in de artikelen 4 en 12 van de hogervermelde kader-CAO van 24 september 1998;

-      zij niet is hertrouwd.

Artikel 4

De weduwe van een bouwvakarbeider die het slachtotter was van een dodelijk arbeidsongeval, kan voor het jaar van overlijden aanspraak maken op een vakantiegeld ten bedrage van 483,39 EUR. Voor de volgende jaren kan zij een vakantiegeld ten bedrage van 290,04 EUR ontvangen.

Deze voordelen kunnen haar worden toegekend op voorwaarde dat:

-      het een dodelijk arbeidsongeval betreft in dienst van een in artikel 1 bedoelde onderneming;

-      zij niet is hertrouwd.

Artikel 5

De weduwe van een bouwvakarbeider die overleden is voor de leeftijd van 60 jaar, met uitsluiting van de weduwe van een bouwvakarbeider die het slachtoffer was van een dodelijk arbeidsongeval, kan voor het jaar van overlijden aanspraak maken op een vakantiegeld ten bedrage van 483,39 EUR, op voorwaarde dat de werkgever bij wie de arbeider was tewerkgesteld op het ogenblik van overlijden, onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteert.

Voor de volgende jaren kan zij een vakantiegeld ten bedrage van 290,04 EUR ontvangen, op voorwaarde dat:

-      de overledene op het ogenblik van overlijden voldeed aan de toekenningsvoorwaarden van de voordelen bepaald in de artikelen 4 en 12 van de hogervermelde kader-CAO van 24 september 1998;

-      de overledene op het ogenblik van overlijden minstens 45 jaar oud was;

-      zij het overlevingspensioen geniet uit hoofde van haar overleden echtgenoot;

-      zij niet is hertrouwd.

HOOFDSTUK III - Uitkeringsmodaliteiten van het vakantiegeld

Artikel 6

§1        Het vakantiegeld aan weduwen kan niet worden gecumuleerd met het wettelijk vakantiegeld.

§2        In geval van cumul gebeurt de toekenning van het vakantiegeld volgens een pro rata-regeling, waarbij 1/12de van het vakantiegeld aan weduwen wordt toegekend voor elke maand die niet wordt gedekt door het wettelijk vakantiegeld.

§3        Voor de toepassing van de pro rata-regeling wordt een periode die aanvangt vóór de 16de van de maand, beschouwd als een volledige maand en wordt een periode die aanvangt na de 15de van de maand, geneutraliseerd.

Artikel 7

Het vakantiegeld aan weduwen wordt uitbetaald tijdens het vakantiejaar.

HOOFDSTUK IV - Procedure

Artikel 8

De aanvraag voor toekenning van het door deze CAO bedoelde voordeel moet bij het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf (hierna FBZ) worden ingediend via een daartoe bestemd formulier, dat kan worden bekomen bij het FBZ.

De aanvraag kan worden ingediend hetzij door toedoen van een werknemersorganisatie die deze CAO heeft ondertekend, hetzij rechtstreeks door de betrokkene.

Wanneer het om een eerste aanvraag gaat, moet de aanvraag vergezeld worden van de nodige stavende documenten.

 

Artikel 9

Het FBZ stuurt jaarlijks een hernieuwingsformulier op aan de gerechtigden op het door deze CAO bedoelde voordeel. Dit formulier moet behoorlijk worden ingevuld en worden teruggestuurd naar het FBZ.

De gerechtigde die het hernieuwingsformulier niet ambtshalve ontvangt, kan het bij het FBZ bekomen.

HOOFDSTUK V - Algemene bepalingen

Artikel 10

De aanduiding van de organismen die belast zijn met de uitbetaling van de sociale voordelen aan de gerechtigden en met de controle met betrekking tot de toekenning van deze voordelen, gebeurt overeenkomstig de artikelen 8 en 23 van de statuten van het FBZ.

Artikel 11

De raad van bestuur van het FBZ bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten en de procedure die moet worden gevolgd bij het indienen en het behandelen van de aanvragen tot tussenkomst.

De bijzondere gevallen die niet op grond van deze CAO kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het FBZ.

HOOFDSTUK VI - Geldigheid

Artikel 12

Deze CAO wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

Artikel 13

In afwijking op artikel 12, zijn de bedragen die in deze CAO zijn uitgedrukt in euro geldig vanaf 1 januari 2002.

Voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001, gelden in plaats van de bedragen uitgedrukt in euro, de bedragen uitgedrukt in Belgische frank, overeenkomstig de volgende tabel:

 

Artikel 2

BEF

EUR

54.000

1.338,63

32.400

803,18

Artikel 3, 4 en 5

19.500

483,39

11.700

290,04

 

 


Historiek
01/01/2021 31/12/2022 2005 Bestaanszekerheidsuitkeringen (ziekte-ongeval): vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2019 31/12/2020 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2018 31/12/2018 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2015 31/12/2017 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2014 31/12/2014 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2013 31/12/2013 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2011 31/12/2012 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2009 31/12/2010 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2007 31/12/2008 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2005 31/12/2006 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders en weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2003 31/12/2004 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders en weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid
01/01/2001 31/12/2002 2005 Bestaanszekerheid - Vakantiegeld aan sommige invalide arbeiders en weduwen van arbeiders van de bouwnijverheid