In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 5 juli 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten met betrekking tot de socio-culturele en vakantieaccomodatie.

Deze CAO werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 21 november 2005 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 december 2005. Zij treedt in werking op 1 juli 2001.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

CAO van 5 juli 2001

HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op:

a) de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren;

b) de representatieve werknemersorganisaties die in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf zetelen.

HOOFDSTUK II - AARD VAN HET VOORDEEL

Artikel 2

In toepassing van artikel 4 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, hebben de in artikel 1, b) bedoelde representatieve werknemersorganisaties recht op een financiële bijdrage ten laste van bovengenoemd fonds voor de onkosten die zij dragen voor de socio-culturele en vakantieaccomodatie die zij toekennen.

HOOFDSTUK III - FINANCIERING

Artikel 3

De globale financiële bijdrage van het Fonds voor bestaanszekerheid stemt overeen met 0,43% van de algemene bijdrage die aan het Fonds wordt gestort in toepassing van de CAO van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid.

Voor de periode gaande van 1 juli 2001 tot 30 juni 2003, wordt 0,20% van de in het vorig lid vastgestelde globale financiële bijdrage van 0,43%, overgedragen aan het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid met het oog op de financiering van de opleidingsinitiatieven bedoeld in hoofdstuk 4 van het sectoraal akkoord 2001-2002 van 5 april en 28 juni 2001.

HOOFDSTUK IV - VERDELING

Artikel 4

De percentages voor de verdeling van de sommen onder de representatieve werknemersorganisaties, bedoeld in artikel 1, b), worden  jaarlijks vastgesteld door de Raad van Bestuur van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, in toepassing van artikel 8 van de statuten van dat Fonds.

HOOFDSTUK V - TOEPASSINGSMODALITEITEN EN CONTROLE

Artikel 5

§ 1. In toepassing van artikel 8 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf legt de Raad van Bestuur van dat Fonds de voorwaarden en de modaliteiten vast voor het aanwenden van de sommen die aan de organisaties, bedoeld in artikel 1, b), de rechtvaardiging te vragen van de uitgaven die werden verricht in toepassing van deze overeenkomst.

HOOFDSTUK VI - GELDIGHEID

Artikel 6

Deze CAO treedt in werking op 1 juli 2001 en vervangt de CAO van 14 november 1996 tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten met betrekking tot socio-culturele en vakantieaccomodatie.

Deze overeenkomst wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd mits éénparig akkoord van de partijen en met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.