190204 Bijdrage van het FBZ in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de socio-culturele en vakantieaccomodatie

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 22/08/2016
Geldig vanaf: 01/01/2012
Geldig tot: 30/09/2016

In het Paritair Comité voor het bouwbedrijf werd op 9 februari 2012 een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv.

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

Tekst van de CAO

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiers" wordt verstaan de arbeiders en de arbeidsters.

Artikel 2

§1. In uitvoering van artikel 14, §1, van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf - fbz-fse Constructiv (hierna genoemd: fbz-fse Constuctiv) worden de werkgevers, die overeenkomstig het KB van 4 maart 1975 onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf ressorteren, met het oog op de vaststelling van het bedrag der algemene bijdrage, verschuldigd aan het voornoemde Fonds, in vier categorieën gerangschikt naargelang de aard van hun activiteit.

§2. In uitvoering van artikel 14, §2, van de statuten van fbz-fse Constructiv en overeenkomstig de bepaling van artikel 12 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, wordt de bijdrage door de uitzendkantoren verschuldigd aan fbz-fse Constructiv bepaald door de categorie die vastgelegd is voor de gebruiker van de uitzendkrachten.

Artikel 3

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid die, overeenkomstig artikel 17 van de statuten van fbz-fse Constructiv, belast is met de inning en de invordering van de in artikel 1 bedoelde bijdrage, kent daartoe een kencijfer-bouwbedrijf toe, dat overeenstemt met de categorie, waarin de onderneming gerangschikt wordt, krachtens artikel 6 van deze CAO.

De activiteit, die in aanmerking genomen wordt, is deze beschreven overeenkomstig de wet tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen en vermeld in de aanvraag tot inschrijving of tot wederinschrijving bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, of vastgesteld door de sociaal inspecteurs bedoeld in artikel 16 van het Sociaal Strafwetboek.

Artikel 4

Op grond van het principe dat de bijkomstige activiteiten, de hoofdactiviteit volgt, wordt slechts één kencijfer aan een onderneming toegekend.

Twee of meer kencijfers kunnen nochtans toegekend worden, in geval een onderneming verschillende activiteiten uitoefent, die onder verschillende categorieën ressorteren met werklieden die uitsluitend aan ieder ervan toegewezen zijn.

Artikel 5

Wanneer de overeenkomstig artikel 3 beschreven of vastgestelde activiteit, niet kan gerangschikt worden onder de opsomming van artikel 6 van onderhavige CAO, zal de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid het dossier voor administratieve beslissing overmaken aan het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf. In afwachting kent de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voorlopig het meest geschikte kerncijfer toe.

Artikel 6

De ondernemingen worden in categorieën gerangschikt, overeenkomstig de hierna volgende lijsten, die werden opgemaakt op grond van de in het KB van 4 maart 1975 opgesomde activiteiten, vergeleken, in zoverre als nodig met de overeenkomstige lijst der activiteiten, die in de Kruispuntbank van Ondernemingen moeten opgegeven worden op basis van de Verordening (EG) nr 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2.

(...)

Artikel 7

De bijdragen die door de in artikel 3 bedoelde werkgevers verschuldigd zijn aan fbz-fse Constuctiv worden berekend op basis van het loon der werklieden, dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de bijdrage ter financiering van het vakantiegeld van de werklieden overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971.

Artikel 8

Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld op 10,27% van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 7.

Artikel 9

De in artikel 8 vastgestelde bedragen worden met 1,5% vermeerderd voor de werkgevers die minder dan twintig werknemers tewerkstellen.

De bijkomende bijdrage van 1,5% is eveneens verschuldigd door de erkende uitzendkantoren voor de arbeiders die zij ter beschikking stellen van bouwbedrijven die minder dan twintig werknemers tewerkstellen.

Het aantal tewerkgestelde werknemers wordt bepaald op dezelfde wijze als voorzien in artikel 38, §3, 9°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van sociale zekerheid voor werknemers.

Artikel 10

Deze CAO vervangt de CAO van 5 juli 2001 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage voor het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid.

Artikel 11

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2012.

Ze wordt gesloten voor een onbepaalde tijd, met dien verstande dat ze ten allen tijde in overeenstemming mag worden gebracht met de bepalingen van andere door het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf gesloten CAO's.

Mits eenparig akkoord van de partijen mag ze worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
09/02/2012
Registratienr
108938
Geldig van
01/01/2012
Geldig tot
01/10/2016
Neerleggingsdatum
16/02/2012
Registratiedatum
20/03/2012
Onderwerp
vaststelling van de werkgeversbijdrage aan FBZ
BS Bericht van neerlegging
02/04/2012
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/03/2013
Gepubliceerd in het B.St. van
12/06/2013
Keywords
FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Historiek
01/10/2016 31/12/2999 190204 Bijdrage van het FBZ in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de socio-culturele en vakantieaccomodatie
01/01/2012 30/09/2016 190204 Bijdrage van het FBZ in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de socio-culturele en vakantieaccomodatie
01/07/2001 31/12/2011 190204 Bijdrage van het FBZ in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de socio-culturele en vakantieaccomodatie
01/01/1999 30/06/2001 190204 Bijdrage van het FBZ in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de organisatie van cursussen voor syndicale en socio-professionele vorming