1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 20/10/2011
Geldig vanaf: 01/01/2011
Geldig tot: 30/06/2014

Op 13 oktober 2011 werd in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden gesloten, waarin o.m. de bepalingen betreffende de vergoeding voor slijtage aan het gereedschap der werklieden voorkomt. 

Hieronder reproduceren wij de voorwaarden in verband met het bekomen van deze vergoeding in een eerste punt. In een tweede punt geven wij de lijsten van gereedschap die het voorwerp uitmaken van de beslissing van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf van 27 juni 1963, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 september 1963 (B.S. 21.09.1963).

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze CAO is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" verstaat men, de arbeiders en arbeidsters tewerkgesteld krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden, bedoeld in artikel 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Artikel 2

Onverminderd de bevoegdheid van de andere paritaire comités, zijn de arbeidsvoorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst ook van toepassing op de arbeidskrachten in dienst van gedeelten van ondernemingen, als bedoeld in artikel 1, die werken uitvoeren die niet gerekend worden tot het bouwbedrijf, maar die in wezen bijdragen tot de verwezenlijking van de hoofdbedrijvigheid van die ondernemingen.

Artikel 3

Een aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de aan boord van het baggermaterieel tewerkgestelde arbeiders, alsmede van de arbeiders die na het aanleggen van de dijken op het stort zijn tewerkgesteld, met uitzondering van diegenen die tewerkgesteld zijn aan de voorbereiding van het stort en aan het ophogen van de dijken.

Een andere aanvullende overeenkomst regelt bepaalde arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden.

Voor de bij deze aanvullende overeenkomsten niet beoogde gevallen, geldt de huidige CAO.

(...)

HOOFDSTUK XIV - Gereedschap

Artikel 29

A. Vergoeding voor slijtage aan gereedschap

  1. Een vergoeding voor slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid, dient uitgekeerd te worden aan de marmerbewerkers en steenhouwers, die in het bezit zijn van het gereedschap, vermeld in de lijsten die op hen betrekking hebben.
  2. Een vergoeding voor slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de schrijnwerkers, timmerlieden en trapmakers, werkzaam in een schrijnwerkerij, en in het bezit van het gereedschap, vermeld in de lijsten die op hen betrekking hebben.
  3. Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de loodgieters-zinkbewerkers die in het bezit zijn van het in goede staat verkerende gereedschap, vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.
  4. Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,035 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de stukadoors die in het bezit zijn van het gereedschap vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.
  5. Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de timmerlieden en timmerlieden-bekisters van ruwbouwondernemingen, die op de bouwplaats in het bezit zijn van het gereedschap vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.
  6. Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,035 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de metselaars die op de bouwplaats in het bezit zijn van het gereedschap vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.
  7. Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,04 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de witsteenzagers en -houwers, beeldhouwers en beeldhouwers ornamentwerkers, die met eigen gereedschap werken.
  8. Een vergoeding wegens slijtage aan gereedschap ten belope van 0,035 EUR per uur werkelijke arbeid dient uitgekeerd te worden aan de bevloerders die in het bezit zijn van het gereedschap vermeld in de lijst die op hen betrekking heeft.

De gereedschapslijsten waarvan hierboven sprake zijn die welke het voorwerp uitmaken van artikel 3 van de beslissing van 27 juni 1963 van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij KB van 5 september 1963 (BS 21 september 1963).

De betaling van de vergoeding wegens slijtage aan gereedschap wordt afhankelijk gesteld van het bezitten van alle in de lijst opgenomen werktuigen.

Het gebeurlijk ontbreken van bepaalde werktuigen die niet noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van een werk op een bepaalde dag, mag geen reden betekenen om de vergoeding niet te betalen.

De vergoedingen moeten tweemaal per jaar worden uitgekeerd: dit wil zeggen respectievelijk op 15 april en 15 oktober (wanneer de arbeider niet meer tot het bedrijf behoort, dient men hem het verschuldigde bedrag uit te betalen tegelijk met de eindloonafrekening).

B. Verlening van gereedschap

De ruwbouwondernemingen zijn verplicht aan de grondwerkers en ijzervlechters alle gereedschappen ter hand te stellen die zij voor hun werk nodig hebben.

(...)

HOOFDSTUK XVIII - Geldigheidsduur

Artikel 35

Deze CAO treedt in werking op 1 januari 2011 en vervangt de CAO van 21 juni 2007 betreffende de arbeidsvoorwaarden en de CAO van 13 oktober 2011 betreffende de arbeidsvoorwaarden, geldig van 1 januari 2009 tot 31 december 2010.

Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd met dien verstande dat ze te allen tijde kan worden aangepast aan bepalingen van andere in het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf gesloten CAO's.

Zij kan door één der partijen worden opgezegd met in achtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf.

(…)

B. Beslissing van 27 juni 1963

Lijsten van het gereedschap waarvan verwezen wordt in artikel 30 van de CAO van 2 juni 2005

1.  Marmerbewerkers en steenhouwers

Arbeiders marmerbewerkers

  • 1 middelgrote moker;
  • 1 kleine regel;
  • 1 kleine winkelhaak;
  • 1 dubbele meter;
  • 2 stalen beitels;
  • 6 kleine punt- of spitsijzers;
  • 3 kleine tandijzers;
  • 1 bril;
  • 1 krompasser (= buitenpasser);
  • 1 kleine boor met boorijzers;
  • 1 kleine moker;
  • 1 grote winkelhaak;
  • 1 zwaaihaak;
  • 6 middelgrote hardmetaalbeitels;
  • 6 kleine beitels;
  • 3 middelgrote tandijzers;
  • 1 schuursteen;
  • 1 passer;
  • 1 steenpotlood.

Arbeiders steenhouwers

  • 1 grote houten hamer;
  • 1 grote moker;
  • 1 kleine moker;
  • 1 grote winkelhaak;
  • 1 zwaaihaak;
  • 6 smalle hardmetaalbeitels;
  • 1 houtbeitel;
  • 6 kleine beitels;
  • 6 puntbeitels voor het inhoeken;
  • 3 smalle tandijzers;
  • 1 schuursteen;
  • 1 eenpikkel en 6 poten;
  • 1 smalle uitklopspie;
  • 1 bril;
  • 1 krompasser (= buitenpasser);
  • 1 handborstel;
  • 1 kleine houten hamer;
  • 1 middelgrote moker;
  • 1 kleine regel;
  • 1 kleine winkelhaak;
  • 1 dubbele meter;
  • 4 brede hardmetaalbeitels;
  • 2 stalen beitels;
  • 6 puntbeitels;
  • 3 brede tandijzers;
  • 3 tandhamers (= bouchardhamers);
  • 2 wetstenen;
  • 1 brede uitklopspie;
  • 1 zandstrooier;
  • 1 passer;
  • 1 steenpotlood.

2.  Schrijnwerkers, timmerlieden en trapmakers

Werklieden – Schrijnwerkers

  • 1 gereedschapskist;
  • 1 voorloper;
  • 1 groefschaaf 18 – 7;
  • 1 overzijschaaf;
  • 1 halfronde schaaf 10 mm (vensterdorpel);
  • 1 mouluurschaaf 6 mm;
  • 9 platte steekbeitels 4 - 6 – 8 - 1 - 14 - 16 - 26 - 35 en 45 mm;
  • 2 steekgutsen 8 en 15 mm;
  • 1 zware hamer (800 gram);
  • 1 grote houten winkelhaak (80 cm minimum);
  • 1 verstekwinkelhaak;
  • 1 penzaag;
  • 1 draaizaag;
  • 1 rugzaag;
  • 1 zagentrekker, zaagzetter;
  • 1 verstelbak;
  • 1 stel van 6 boren, schroevendraaier, fretboren met krug ad hoc;
  • 2 kleine schroevendraaiers;
  • 1 aanzetstaal;
  • 1 zetbord;
  • 1 metalen passer;
  • 1 metalen passer;
  • 1 nijptang;
  • 1 puntbeitel;
  • 1 koevoet (spijkertrekker);
  • 1 schietlood;
  • 1 dubbele meter;
  • 1 grote rasp;
  • 1 rij- en roffelschaaf;
  • 2 blokschaven;
  • 2 sponningschaven 15 en 22 mm;
  • 1 nootschaaf (waterlijst);
  • 1 halfronde schaaf 30 mm;
  • 1 grondschaaf;
  • 3 schietbeitels 8 - 12 - 14 mm;
  • 1 houten hamer;
  • 1 gewone hamer;
  • 1 metalen winkelhaak 0,25 m;
  • 1 zwaaihaak;
  • 1 keurzaag;
  • 1 schrobzaag (St. Jozefzaag);
  • 1 steekzaag;
  • 2 zaagvijlen;
  • 1 borstboor, omslagboor met ratel (zwengelboor);
  • 1 grote schroevendraaier;
  • 2 schraapmessen;
  • 1 spookschaaf;
  • 2 kruishouten;
  • 1 schrijfpunt;
  • 2 koudbeitels 15 en 30 mm;
  • 1 stel rawplugs;
  • 1 waterpas;
  • 1 wetsteen;
  • 2 drevels;
  • 1 zak of kleine kist voor verplaatsing.

Werklieden – Timmerlieden

  • 1 passer;
  • 1 dubbele meter;
  • 1 trekbeitel;
  • 1 winkelhaak (hout en metaal);
  • 1 draaizaag;
  • 4 verstrekte steekbeitels : 19, 25, 30 en 40 mm;
  • 1 nijptang;
  • 1 waterpas;
  • 1 schaaf;
  • 1 voorloper;
  • 1 guts;
  • 3 aangepaste koudbeitels;
  • 1 drevel;
  • 1 steekzaag;
  • 1 vijl voor het scherpen van de zwikboren;
  • 1 schietlood;
  • 1 dissel;
  • 1 zwaaihaak;
  • 1 schrobzaag (St. Jozefzaag);
  • 1 schulpzaag;
  • 1 wetsteen;
  • 1 trektang;
  • 1 bijltje;
  • 1 sponningschaaf;
  • 1 hamer;
  • 1 houten hamer;
  • 2 zwikboren;
  • 1 zaagzetter;
  • 1 vijl voor het scherpen van de zagen;
  • 1 koevoet.

Werklieden – Trapmakers

  • 1 gereedschapskist;
  • 1 voorloper;
  • 2 sponningschaven 15 en 22 mm;
  • 1 grondschaaf;
  • 9 platte steekbeitels 4 - 6 – 8 - 12 - 14 - 16 - 26 - 35 en 45 mm;
  • 2 steekgutsen 8 en 15 mm;
  • 1 zware hamer (800 gram);
  • 1 grote houten winkelhaak (80 cm minimum);
  • 1 verstekwinkelhaak;
  • 1 penzaag;
  • 1 draaizaag;
  • 1 rugzaag;
  • 1 zaagtrekker, zaagzetter;
  • 1 borstboor, omslagboor met ratel (zwengelboor);
  • 1 grote schroevendraaier;
  • 1 rij- of roffelschaaf (facultatief);
  • 1 blokschaven;
  • 1 groefschaaf 18 - 7 (facultatief);
  • 1 halfronde schaaf 10 mm;
  • 1 halfronde schaaf 30 mm;
  • 2 schietbeitels 12 en 14 mm;
  • 1 houten hamer;
  • 1 gewone hamer;
  • 1 metalen winkelhaak 25 cm;
  • 2 zwaaihaken;
  • 1 keurzaag;
  • 1 schrobzaag (St.- Jozefzaag);
  • 1 steekzaag;
  • 2 zaagvijlen;
  • 1 stel van 6 boren, schroevendraaier fretboren met kruk ad hoc;
  • 2 schraapmessen.

3.  Loodgieters en zinkbewerkers

  • 1 zware hamer (1 kg);
  • 1 pinhamer (zinkwerk);
  • 1 breekijzer 50 cm;
  • 1 breekijzer 20 cm;
  • 1 breekijzer 10 cm;
  • 1 puntijzer of steekijzer;
  • 1 schuine plooitang voor zink;
  • 1 grote gastang;
  • 1 grote verzettang;
  • 1 engelse sleutel;
  • 1 kleine platte tang;
  • 1 snijtang voor loden buizen;
  • 1 gebogen metaalschaar;
  • 1 kleine schroevendraaier;
  • 1 gewone omslagboor of zwengelboor (gewone zwang);
  • 1 houtbeitel 3/4;
  • 1 kleine handboor;
  • 1 dubbele meter;
  • 1 stalen lat 30 cm;
  • 1 schietlood;
  • 1 verzethaak (zweihaak) 25 cm;
  • 1 schrobzaag (St. Jozefzaag);
  • 1 loodbeitel;
  • 1 houtvijl 12";
  • 1 schrijfpunt;
  • 1 zinkkrabber;
  • 1 loodklopper (loodschasse);
  • 1 houten hamer voor zink;
  • 1 kleine soldeerbout;
  • 1 korte rieten uitbuiler;
  • 2 bobijnen op koord;
  • 1 reeks plooistokken;
  • 1 kaarde;
  • 1 potje voor rood;
  • 1 metselaastruweel;
  • 1 pleisterbak;
  • 1 gereedschapskofer;
  • 1 halfzware hamer (0,500 kg);
  • 1 lichte hamer (0,200 kg);
  • 1 breekijzer 30 cm;
  • 1 breekijzer 12 cm;
  • 1 doorslag;
  • 1 krukboor;
  • 1 klistang voor zink;
  • 1 kleine gastang;
  • 1 kleine verzettang;
  • 1 verstelbare sleutel (molette tang);
  • 1 ronde tang;
  • 1 metaalschaar;
  • 1 grote schroevendraaier;
  • 1 middelmatige schroevendraaier;
  • 1 houtbeitel 5/4;
  • 1 gutsbeitel 20 cm;
  • 1 middelmatige handboor;
  • 1 rechte passer 20 cm;
  • 1 luchtbelwaterpas;
  • 1 gewone ijzeren winkelhaak;
  • 1 metaalzaag;
  • 1 steekzaag;
  • 1 loodmes;
  • 1 loodvijl 12";
  • 1 zinkgrif;
  • 1 loodkrabber;
  • 1 aandrijver (chasse) voor geteerde koord;
  • 1 palmhouten taphamer;
  • 2 palmen tappen 3 stuks;
  • 1 lange stalen uitbuiler;
  • 1 reeks bobijnen met volgers;
  • 1 reeks soldeervodden;
  • 1 potje voor zwart;
  • 1 meettouw;
  • 1 klein truweel;
  • 1 pleisterberd;
  • 1 gereedschapszak.

4.  Stukadoors

  • Gereedschapskist;
  • Beitel van 30 cm;
  • Passer;
  • Schuifkrammen voor het vastmaken van rijen;
  • Winkelhaak van 90 graden van 50 x 40 cm;
  • Schietlood (klein);
  • Stukadoorshamer;
  • Houten luchtbelwaterpas van 40 cm;
  • Penseel;
  • Polijsttroffel;
  • Spatel van 7 cm (schildersmes);
  • Hoekijzers - (hoekploeg) - (hoektruweel);
  • Houten raapbord;
  • Polijsttruweel;
  • Cementtruweel (vierkantig truweel);
  • Bobijnkoord;
  • Kleine pan;
  • Sproeiborstels;
  • Beitel (kleine);
  • Dubbele meter;
  • Verstekhaak;
  • Schietlood;
  • Stel lijstijzers (5 stuks);
  • Zware hamer (1 kg) voor stellingen;
  • Strijkbord;
  • Gewone troffel;
  • Rijen van verschillende afmetingen;
  • Punttruweel;
  • IJzers voor afrondingen;
  • Houten spaan;
  • Speciaal truweel voor werken achter buizen;
  • Mengtruweel;
  • Voegspijker;
  • Klemhaak.

5.  Timmerlieden en timmerlieden-bekisters

  • 1 schrobzaag (St. Jozefzaag);
  • 1 breekijzer voor ontkisting;
  • 1 katoendraad;
  • 1 dubbele meter;
  • 1 zwei (verstelbare winkelhaak);
  • 1 waterpas;
  • 1 bijltje;
  • 1 hamer met nageltrekker;
  • 1 nijptang;
  • 1 schietlood;
  • 1 ijzeren zwaaihaak;
  • 1 zaagtrekker of 1 tandbreekijzer;
  • 1 zwikboor van 12 mm;
  • 1 zaagzetter.

6.  Metselaars

  • 1 truweel groot formaat;
  • 1 schietlood;
  • 3 voegijzers;
  • 1 nijptang;
  • 1 kleine winkelhaak;
  • 1 beitel van 50 cm;
  • 1 plat schrijnwerkerspotlood;
  • 2 metseldraden;
  • 1 grote houten passer (facultatief);
  • 1 truweel klein formaat (voor gevels);
  • 1 dubbele meter;
  • 1 houten rij, 1,10 m à 1,20 m (5 cm x 2 cm);
  • 1 waterpas van 30 cm;
  • 1 betonnaald 40 cm;
  • 1 amarilsteen;
  • 1 zware hamer (1,250 kg);
  • 1 plakspaan;
  • 1 bikhamer.

7.  Arbeiders - bevloerders

  • 1 puinhamer;
  • 1 bol koord;
  • 1 pleisterspaan;
  • 1 truweeltje (vorm "schoppenaas");
  • 1 klein Widiabeitel;
  • 4 spillen;
  • 1 aftrekker;
  • 1 traceerstift;
  • 2 rijen van ± 1,70 m;
  • 1 schop;
  • 1 ijzeren winkelhaak;
  • 1 potlood;
  • 1 borstel;
  • 1 hamer van 1,250 kg;
  • 1 truweel;
  • 1 voegijzer;
  • 1 groot breekijzer;
  • 1 granitobeitel;
  • 1 waterpas;
  • 1 nijptang;
  • 1 emmer;
  • 1 rij van 1 m;
  • 1 spons;
  • 1 dubbele meter;
  • 1 slijpsteen.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
13/10/2011
Registratienr
106851
Geldig van
01/01/2011
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
21/10/2011
Registratiedatum
14/11/2011
Onderwerp
loon- en arbeidsvoorwaarden
BS Bericht van neerlegging
05/12/2011
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
20/09/2012
Gepubliceerd in het B.St. van
11/10/2012
Keywords
LONEN, JONGE WERKNEMERS: LONEN, PLOEGEN- EN NACHTARBEID, PREMIE EIGEN AAN DE SECTOR OF AAN DE ONDERNEMING, VERGOEDINGEN VOOR VERPLAATSINGSKOSTEN, KOSTENVERGOEDINGEN (EXCL. VERPLAATSINGSKOSTEN), FUNCTIECLASSIFICATIE, SOCIALE VREDE

Historiek
01/07/2014 31/12/2999 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2011 30/06/2014 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2009 31/12/2010 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2009 01/01/2009 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2007 31/12/2008 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2005 31/12/2006 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2003 31/12/2004 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/2001 31/12/2002 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap
01/01/1999 04/07/2001 1801 Vergoeding voor slijtage aan gereedschap