In het Paritair Comité voor het Bouwbedrijf werd op 30 september 2019 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de anciënniteitsverlof (registratienummer: 155215/CO/124).

1. Dagen anciënniteitsverlof

2. Modaliteiten

• Het moet gaan om een ononderbroken anciënniteit bij dezelfde werkgever. 
• De dagen worden toegekend vanaf de datum waarop de arbeider de vereiste anciënniteit bereikt. Tijdens de volgende jaren heeft hij telkens recht op deze dagen anciënniteitsverlof.
• De dagen anciënniteitsverlof toegekend bij deze cao zijn niet cumuleerbaar met anciënniteitsverlof toegekend op basis van ondernemingsregelingen die gunstiger zijn.
• Wanneer echter op ondernemingsvlak de eerste of tweede dag anciënniteitsverlof later zou worden toegekend dan in de sectorale regeling, wordt de ondernemingsregeling impliciet gewijzigd door deze cao en moet de eerste dag anciënniteitsverlof ten laatste vanaf 15 jaar anciënniteit in dezelfde onderneming en de tweede dag anciënniteitsverlof ten laatste vanaf 25 jaar anciënniteit in dezelfde onderneming worden toegekend.
• De werkgever betaalt voor de dagen anciënniteitsverlof het normaal loon.
• De werkgever is het normaal loon enkel verschuldigd indien het anciënniteitsverlof effectief wordt opgenomen.
• Er is geen specifieke regeling voorzien voor deeltijdse arbeiders. Bijgevolg moet ervan uitgegaan worden dat een deeltijdse arbeider recht heeft op anciënniteitsverlof in verhouding tot zijn arbeidsduur in de onderneming.