070201 Arbeidsduur : Verre verwijdering van het werk - Voorbereidend werk of nawerk - Wachttijden in de betoncetrales

Paritair (sub-)Comité nr.:
124.00.00-00.00

Bijwerking: 28/07/1999
Geldig vanaf: 01/11/1998
Geldig tot: 29/03/2006

1. Werknemers die ver van hun woon- of verblijfplaats verwijderd zijn

 

De dagelijkse grens van de arbeidsduur kan, krachtens artikel 20, §2 van de arbeidswet van 16 maart 1971, op tien uren worden gebracht voor de werknemers die wegens de afstand van de werkplaats niet elke dag naar hun woon- of verblijfplaats kunnen terugkeren. De weekgrens blijft evenwel behouden op 40 uren in de bouwnijverheid.

 

N.B. :   Overloon-Inhaalrust

             Indien de dagelijkse limiet van 10 uren en de weekgrens van 40 uren worden nageleefd, is er geen overloon te betalen noch inhaalrust te verlenen.

 

Onder werknemers die niet elke dag naar hun woon- of verblijfplaats kunnen terugkeren, wordt verstaan degenen die gedurende meer dan veertien uren moeten van huis zijn.

 

De berekening van de uren afwezigheid geschiedt vanaf de woon- of verblijfplaats op basis van de dienstregelingen der gemeenschappelijke vervoermiddelen die de werknemer ter beschikking staan.

 

De Koning kan de regeling uitbreiden tot alle werknemers van een werf of van een werkplaats wanneer de meerderheid van de aldaar tewerkgestelde werknemers niet elke dag naar hun woon- of verblijfplaats kunnen terugkeren. Dat heeft hij voor de bouwnijverheid gedaan door het koninklijk besluit van 23 januari 1986 (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1986).

Van krachtwording

Dit besluit treedt in werking op 7 februari 1986.

 

2. Voorbereidend werk of nawerk

 

Door hetzelfde koninklijk besluit van 23 januari 1986 (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1986) is het in de bouwnijverheid mogelijk de normale grenzen van de arbeidsduur te overschrijden voor het presteren van voorbereidend werk of nawerk dat noodzakelijk buiten de voor de bedrijfsarbeid vastgestelde tijd moet worden verricht.

­          Deze overschrijding is in de bouwbedrijven toegelaten met 1 ½ uur per dag.

­          (De overschrijding met 1 uur per dag is in de betoncentrales die stortklaar beton produceren en leveren aan derden niet meer toegelaten sedert 1 november 1998: zie hieronder punt 3, art. 3.)

 

Als voorbereidend werk of nawerk, dat noodzakelijk buiten de voor de arbeidstijd vastgestelde tijd moet worden verricht, wordt aangezien :

­          de werken in verband met het bedrijfsklaar maken van het materiaal die het mogelijk moeten maken op de normale tijd met de productiearbeid te beginnen, ondermeer : de bevoorrading in vloeibare en vaste brandstoffen, water, olie ; uitrusting voor machines en personeel ; de smering ; de verificatie; het onder druk brengen ; de verwarming van koolwaterstofproducten (asfalt, bitumen, teer) voor asfaltwerken, dichtingswerken of wegenwerken ;

­          het aanmaken van de eerste mortel- en betonspecie van de dag alsmede van de eerste teer- of bitumenmengsels, asfaltmastiek en teersteenslag, asfalt- of teerbeton ;

­          het wegnemen van de veiligheidsvoorzieningen aangebracht tijdens de periode van werkonderbreking ;

­          het vervoer van het materieel en de machines naar de bouwplaatsen ;

­          het toezicht op de voorbereidende werken door de ploegbazen, pointeurs en meestergasten ;

­          de schoonmaak en het onderhoud van het materieel ;

­          de afdekking van de vuren van stookketels en kachels ;

­          het aanbrengen van de veiligheidsvoorziening voor de periode van werkonderbreking alsmede het onderhoud en het herstel van de wegen (spoorwegen, wegen, looppaden), welke gebruikt worden voor het vervoer van uitgegraven grond, materieel en materialen naar de opslagplaatsen of de plaatsen waar zij werden gebruikt ;

­          het samenbrengen van de outillage, de brandstof, enz..., het vervoer ervan naar de magazijnen en het terugbrengen van het materieel en de machines naar de opslagplaatsen;

­          het toezicht op de aanvullende werken door de ploegbazen, pointeurs en meestergasten.

N.B.:       Overloon-Inhaalrust in geval van toegelaten overschrijding

                Telkens er een beroep gedaan wordt op de mogelijkheid om van de normale arbeidsduur af te wijken, op basis van het uitvoeren van voorbereidend werk of nawerk, dient er zowel overloon betaald te worden als inhaalrust toegekend te worden.

                *       Er is overloon verschuldigd van zodra de daggrens van 9 uren wordt overschreden of de weekgrens van 40 uren. Tijdens het overwerk betaalt de werkgever enkel het verschuldigde overloon, nl. 50 % of 100 % voor overwerk op zondag of feestdag (het normale loon dat betrekking heeft op die uren wordt betaald bij het verlenen van de inhaalrust).

                *       Inzake de inhaalrust gelden volgende principes :

                                -    de inhaalrust moet zodanig worden toegekend dat de arbeidsduur gedurende het kwartaal (in de RSZ-betekenis van het woord) waarin het overwerk wordt gepresteerd gemiddeld niet meer dan 40 uren bedraagt.

                                -    de inhaalrust wordt bezoldigd aan 100 %.

                                -    er kunnen geen werkloosheidsvergoedingen (noch voor gedeeltelijke noch voor volledige werkloosheid) worden toegekend zolang de inhaalrust niet werd verleend.

Van krachtwording

Dit besluit treedt in werking op 7 februari 1986.

 

3. Wachttijd in de betoncentrales

 

In verband met de wachttijd van de werklieden, die tewerkgesteld worden in ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren, stelt een koninklijk besluit van 15 januari 1999 (B.S. 11 mei 1999) een einde aan het bovenvermeld koninklijk besluit van 23 januari 1986, met ingang van 1 november 1998.

 

Dit bepaalt het volgende:

 

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing:

1°  op de werklieden en werksters tewerkgesteld in de ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren;

2°  op de werkgevers die de onder 1° beoogde werklieden en werksters tewerkstellen.

Artikel 2

Voor de vaststelling van de arbeidsduur wordt de wachttijd gedurende dewelke de werkman ter beschikking staat van de werkgever, alhoewel hij geen prestaties kan leveren, niet als arbeidstijd beschouwd.

De wachttijd is beperkt tot één uur per dag met een maximum van vijf uren per week.

Artikel 3

De bepalingen van het koninklijk besluit van 23 januari 1986 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren zijn niet van toepassing op de ondernemingen die stortklaar beton produceren en/of leveren (zie punt 2 hierboven).

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 1998.

Artikel 5

Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

 

 

 

 


Historiek
30/03/2006 31/12/2999 070201 Structurele overuren
01/11/1998 29/03/2006 070201 Arbeidsduur : Verre verwijdering van het werk - Voorbereidend werk of nawerk - Wachttijden in de betoncetrales