23 Syndicale afvaardiging

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 14/09/2015
Geldig vanaf: 01/06/2000
Geldig tot: 21/12/2016

In het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 3 mei 1972 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging. Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 15 mei 1972 onder het nr. 1279/CO/120. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 oktober 1972.

Zij werd niet door een koninklijk besluit algemeen verbindend verklaard.

Deze CAO werd gewijzigd door:

  • de CAO van 18 juni 1976 (geregistreerd onder het nr. 3937/CO/120);
  • de CAO van 30 januari 1987 (geregistreerd onder het nr. 17263/CO/120);
  • de CAO van 2 april 1999 (geregistreerd onder het nr. 50684/CO/120).

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO.

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST BETREFFENDE HET STATUUT VAN DE SYNDICALE AFVAARDIGING VAN HET WERKLIEDENPERSONEEL DER ONDERNEMINGEN IN DE TEXTIEL- EN BREIGOEDNIJVERHEID

Ondernemingen waar een syndicale afvaardiging kan opgericht worden

Artikel 1

In elke textiel- en breigoedonderneming waar gewoonlijk gemiddeld tenminste 50 arbeiders(sters) tewerkgesteld zijn en waarvan een zeker aantal bij een ondertekenende vakbond is aangesloten, kan een syndicale afvaardiging worden opgericht, welke door de werkgever als de vertegenwoordiging van de gesyndiceerde arbeiders van zijn onderneming zal worden aangezien.

Om na te gaan in hoeverre 50 arbeiders(sters) tewerkgesteld zijn zal de berekeningswijze toegepast worden, voorzien door de wettelijke en reglementaire beschikkingen inzake comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen.

Deze minimum drempel van 50 arbeiders die nodig is om een syndicale afvaardiging te kunnen oprichten werd verhoogd tot:

  • 40 - vanaf 1 mei 1976 - CAO van 18 juni 1976 (n° 3937/CO/120), artikel 11.
  • 30 - vanaf 1 juni 2000 - CAO van 2 april 1999 (n° 50684/CO/120), artikel 18.

Volgens de informatie die door de voorzitter van het PC 120 ons werd meegedeeld is de drempel van 30 arbeiders (gemiddeld gewoonlijke tewerkstelling gedurende de laatste 12 maanden) nog altijd van toepassing. 

Samenstelling van de syndicale afvaardiging

Artikel 2

 De syndicale afvaardiging zal bestaan uit volgend aantal leden:

  • 2 wanneer 30 tot minder dan 50 arbeiders(sters) in de onderneming tewerkgesteld zijn;

  • 4 wanneer 50 tot minder dan 100 arbeiders(sters) in de onderneming tewerkgesteld zijn;

  • 6 wanneer 100 tot minder dan 500 arbeiders(sters) in de onderneming tewerkgesteld zijn;

  • 8 wanneer 500 tot minder dan 1000 arbeiders(sters) in de onderneming tewerkgesteld zijn;

  • + 1 per bijkomende schijf van 250 arbeiders(sters) in de onderneming tewerkgesteld.

Het aantal leden van de syndicale afvaardiging zal met 1 worden verhoogd in de ondernemingen waar de drie ondertekenende vakbonden, hetzij bij de verkiezingen voor de ondernemingsraden, hetzij bij de verkiezingen voor de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen, minstens elk één mandaat hebben behaald.

In de drie maanden die volgen op de sociale verkiezingen, zal worden nagegaan of het aantal leden van de syndicale afvaardiging nog in verhouding staat tot het aantal arbeiders dat in de onderneming is tewerkgesteld. Zo deze verhouding niet meer overeenstemt met de cijfers die voorkomen in alinea 1 van dit artikel, zal tot een aanpassing – vermindering of vermeerdering – van het aantal leden van de syndicale afvaardiging worden overgegaan.

Indien gedurende 4 opeenvolgende kwartalen het aantal arbeiders(sters) beneden 30 daalt, kan op vraag van de werkgever en na beslissing van het bureau van het paritair comité de syndicale afvaardiging afgeschaft worden. 

Te vervullen voorwaarden om als syndicale afgevaardigde te worden aangeduid

Artikel 3

Om syndicale afgevaardigde te kunnen zijn, moet aan volgende voorwaarden worden voldaan:

  1. ten minste 18 jaar oud zijn;
  2. de burgerlijke en politieke rechten genieten;
  3. sedert ten minste 3 jaar tewerkgesteld zijn in de textiel- of breigoednijverheid;
  4. sedert ten minste 2 jaar in de onderneming tewerkgesteld zijn of eventueel sedert de oprichting der onderneming;
  5. sedert ten minste 1 jaar aangesloten zijn bij de aanduidende vakbond of eventueel sedert de oprichting der onderneming;
  6. over het gezag en de nodige bevoegdheid beschikken om aan de verplichtingen van syndicale afgevaardigde te kunnen voldoen;
  7. zich niet in een periode van vooropzegging bevinden.

Aanduiding van de syndicale afvaardiging

Artikel 4

De syndicale afgevaardigden worden aangeduid door de vakbond waarbij ze aangesloten zijn. Deze zal zijn syndicale afgevaardigden zó aanduiden dat, in de mate van het mogelijke, rekening wordt gehouden met het ploegwerk in de onderneming, en met de verschillende departementen die in de onderneming bestaan.

De namen van de syndicale afgevaardigden worden door de werknemersorganisatie, bij aangetekend schrijven, aan het ondernemingshoofd overgemaakt. Afschrift van dit schrijven wordt aan de regionale textielwerkgeversorganisatie gezonden.

Binnen de vijftien dagen na ontvangst van een schrijven, uitgaande van de vakbond die het laatst tot de aanduiding van zijn afgevaardigden overgaat en – in elk geval – binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven uitgaande van de vakbond die de eerste kandidaten aanduidt, zal het ondernemingshoofd de regionale secretaris van de vakbonden en van het patroonsverbond ontvangen. Bij die gelegenheid zal de syndicale afvaardiging worden geïnstalleerd en zullen de bijzondere maatregelen dienstig voor het naleven van het statuut worden besproken.

Elk geschil betreffende het al dan niet vervullen van de voorwaarden gesteld in artikel 3 van deze overeenkomst, zal ter beslechting worden voorgelegd aan het bureau van het paritair comité.

Duur en einde van het mandaat van de syndicale afgevaardigde

Artikel 5

  1. De syndicale afgevaardigden worden aangeduid voor een termijn van vier jaar. Hun mandaat loopt stilzwijgend verder, zolang het geen einde heeft genomen, ingevolge één der in littéra b) van onderhavig artikel vermelde beschikkingen.
  2. Het mandaat van de syndicale afgevaardigde neemt een einde:

    1. door de beslissing van de vakbond die de afgevaardigde heeft aangeduid;
    2. door de ontslagname van belanghebbende als syndicale afgevaardigde;
    3. wanneer de afgevaardigde ophoudt lid te zijn van het personeel der onderneming;
    4. wanneer, in toepassing van artikel 2, derde alinea, van deze overeenkomst, mandaten moeten worden afgeschaft.

Vervanging van de syndicale afgevaardigde

Artikel 6

Wanneer een plaats van syndicale afgevaardigde in de onderneming vacant komt door één der oorzaken voorzien in artikel 5, littéra b), 1. 2. 3., wordt een nieuwe syndicale afgevaardigde aangeduid door de vakbond die de te vervangen syndicale afgevaardigde had aangeduid.

De betrokken vakbond zal, bij aangetekend schrijven, de werkgever in kennis stellen van deze nieuwe aanduiding.

Procedure inzake het behandelen van klachten in de onderneming

Artikel 7

  1. Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg op normale wijze door de belanghebbende arbeider ingediend. Deze kan zich op zijn verzoek laten bijstaan door zijn syndicale afgevaardigde.
    Elke collectieve klacht wordt door de syndicale afvaardiging langs gewone hiërarchische weg ingediend.
  2. Indien de arbeider geen beroep heeft gedaan op zijn syndicale afgevaardigde bij het indienen van de klacht en er binnen een redelijke termijn geen voldoende gevolg wordt gegeven aan de klacht, kan de arbeider vooralsnog beroep doen op de syndicale afvaardiging.
  3. Bij gebrek aan overeenstemming binnen een redelijke termijn tussen werkgever en syndicale afvaardiging, zal beroep gedaan worden op de secretarissen der regionale vakbonden en der regionale patroonsverbonden, om de bespreking der aanhangig gemaakte vraagstukken voort te zetten.
  4. Wanneer, binnen een redelijke termijn, geen regeling kan getroffen worden in uitvoering van de in littera b) en c) van dit artikel vernoemde procedure, zullen de regionale vakbonden of de regionale patroonsverbonden de zaak aan het bureau van het paritair comité of aan het vastverzoeningscomité voorleggen.

Procedure inzake de werking van de syndicale afvaardiging

Artikel 8

  1. De syndicale afvaardiging zal door de werkgever of door zijn vertegenwoordigers ontvangen worden, zo dikwijls als zij er om verzoekt, mits tijdige verwittiging en onder opgave van gegronde redenen.
  2. De syndicale afvaardiging kan door de werkgever ontboden worden zo dikwijls hij erom verzoekt, mits tijdige verwittiging en onder opgave van gegronde redenen.
    De regionale vakbonden zullen overeenkomen met de werkgever en zijn vertegenwoordigers wanneer en hoe de syndicale afvaardiging zal ingelicht worden nopens de bedoeling van de werkgever wijzigingen te brengen aan de arbeids- of beloningsvoorwaarden.
  3. Indien de besprekingen tussen werkgever en syndicale afvaardiging gehouden worden buiten de normale arbeidstijd, worden deze prestaties als een normale arbeidsprestatie vergoed.
  4. Zonder afbreuk te doen aan de goede werkorganisatie, zal de syndicale afvaardiging tijdens de werkuren over de nodige tijd beschikken om, zonder loonverlies, haar taak te vervullen. Naargelang de aard van de opdracht en de belangrijkheid van de tussenkomst, zal tussen de directie van de onderneming en de syndicale afvaardiging overeengekomen worden welke de tijd is nodig om de taak naar behoren uit te voeren, hetzij collectief door de afvaardiging, hetzij individueel door één of meerdere leden van de afvaardiging. Te dien einde zal tijdig de vraag gericht worden aan de werkgever opdat deze de nodige schikkingen zou kunnen treffen om de goede gang van de onderneming te verzekeren.
    Het feit dat een arbeider machines bedient mag hem niet verhinderen om zijn taak van syndicale afgevaardigde uit te oefenen. Hiervoor moet een plaatselijke regeling worden getroffen waardoor noch de werking van de syndicale afvaardiging, noch de productie worden geschaad.
    Bovendien, indien de afvaardiging wenst overleg te plegen, zal zij de werkgever vragen haar een geschikte plaats aan te wijzen opdat dit overleg vrij en ongestoord zou kunnen plaats hebben. 
    Bij betwisting tussen de werkgever en de betrokken afgevaardigde over het toestaan van de nodige vrije tijd of het ogenblik waarop die tijd zal genomen worden, zal beroep gedaan worden op de bemiddeling van de secretarissen van de regionale vakbonden en van de regionale patroonsverbonden.
  5. In de ondernemingen die op het nationaal grondgebied twee of meer uitbatingszetels hebben, zal de werkgever de mogelijkheid scheppen om, wanneer de omstandigheden het vereisen en zonder loonverlies, een gemeenschappelijke bijeenkomst te houden van de syndicale afvaardigingen der onderscheiden uitbatingszetels, met het oog op de bespreking van problemen van gemeen belang. Te dien einde zal de syndicale afvaardiging of de vakbond een aanvraag richten tot de werkgever mits opgave van een gegronde reden. De werkgever zal de gemeenschappelijke bijeenkomst mogelijk maken binnen de kortst mogelijke termijn en ten laatste binnen de maand na het indienen van de aanvraag.

 Actiedomein van de syndicale afvaardiging

Artikel 9

Het optreden van de syndicale afvaardiging kan betrekking hebben op volgende punten:

  1. de arbeidsverhoudingen;
  2. de naleving van de algemene beginselen, bepaald in de artikelen 2 tot 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 mei 1971 in verband met de syndicale afvaardiging en van de grondbeginselen in dit statuut vastgelegd;
  3. de eerbiediging van het arbeidsreglement en van de arbeidsvoorwaarden;
  4. de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve overeenkomsten en van de individuele arbeidsovereenkomsten.

Artikel 10

Bij ontstentenis van ondernemingsraad zal de syndicale afvaardiging de taken, rechten en opdrachten kunnen uitoefenen die aan deze raad worden toegekend in de hoofstukken III, IV en VI van de collectieve overeenkomst die op 4 december 1970 in de schoot van de Nationale Arbeidsraad werd gesloten betreffende de voorlichting en de raadpleging van de ondernemingsraden omtrent de algemene vooruitzichten en de tewerkstellingsproblemen in de onderneming.

Artikel 11

De syndicale afvaardiging zal mondeling of schriftelijk kunnen overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag storen. Deze mededelingen moeten betrekking hebben op de collectieve arbeidsverhoudingen en in de geest liggen van de gebruiken en geplogendheden in de textielnijverheid, en de goedkeuring wegdragen van de vakorganisaties.
Wanneer de afvaardiging gebruik maakt van dit recht, zal zij vooraf de werkgever ervan inlichten.

Bovendien, telkens als daartoe een grondige reden bestaat, en met instemming van de werkgever of van zijn vertegenwoordigers, kan, in een daartoe aangewezen lokaal, desgevallend in het bijzijn van de vakbondssecretaris, door de syndicale afvaardiging een voorlichtingsvergadering worden gehouden voor het personeel of een gedeelte ervan waarvoor de informatie bestemd is.
De werkgever zal hiertoe niet willekeurig zijn instemming kunnen weigeren.

Wanneer het mogelijk is, zal deze vergadering – gedeeltelijk of geheel – tijdens de rusttijden worden gehouden.

Arbeidsvoorwaarden van de syndicale afvaardiging

Artikel 12

  1. De werkgever zal de leden van de syndicale afvaardiging in elk opzicht en in alle omstandigheden op gelijke voet behandelen als de andere arbeiders behorende tot dezelfde beroepscategorie in de onderneming.
    Overeenkomstig de bepalingen van voorgaande alinea zullen – in geval van werkloosheid in de onderneming – de leden van de syndicale afvaardiging op gelijke voet behandeld worden als de andere arbeiders behorende tot dezelfde beroepscategorie in de onderneming en zulks zowel wat de duur van de werkloosheid betreft, als wat de beurtwisseling aangaat die hen wordt opgelegd.
  2. De vakbonden zullen tevens geen eisen stellen aan de ondernemingen welke ertoe zouden strekken leden van de syndicale afvaardiging te bevoordeligen ten overstaan van de andere arbeiders behorende tot dezelfde beroepscategorie in de onderneming.

Bescherming van de syndicale afgevaardigden

Artikel 13

Vanaf het ogenblik waarop, overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst, de werkgever nopens de aanduiding van de syndicale afgevaardigden op de hoogte wordt gebracht, tot het verstrijken van de periode van zes maanden volgend op het einde van het mandaat, mogen de leden van de syndicale afvaardiging niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde, om gelijk welke reden af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de verzending.

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mede te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven. De periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen; de maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze periode.

Indien het verzoeningsbureau tot geen eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, kan het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, aan de Arbeidsrechtbank worden voorgelegd.

Artikel 14

In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale organisatie daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht.

Artikel 15

Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen:

  1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemd artikel 13 bepaalde procedure na te leven;
  2. indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 13, lid 1, door het vastverzoeningsbureau of door de Arbeidsrechtbank, niet wordt erkend;
  3. indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;
  4. indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever, die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst.

De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 22 en 24 van de Wet van 10 maart 1900 op de arbeidsovereenkomst en van de artikelen 20 en 21 van de gecoördineerde wetten betreffende het bediendencontract. Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt, bepaald in artikel 21, § 7 van de Wet van 20 september 1948, houdende organisatie van het bedrijfsleven, en in artikel 1bis, § 7 van de Wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers.

Beslechting der geschillen

Artikel 16

Elk geschil betreffende de toepassing van deze overeenkomst zal ter beslechting voorgelegd worden aan het bureau van het paritair comité of aan het vastverzoeningscomité.

Geldigheidsduur en opzegging van de overeenkomst

Artikel 17

Deze overeenkomst is afgesloten voor onbepaalde duur. Zij zal uitwerking krijgen vanaf 1 juni 1972 en kan met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekende brief aan de voorzitter en aan de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties, door één der partijen opgezegd worden.

Tijdens haar geldigheidsduur zullen, noch op het vlak van de bedrijfstak, noch op het vlak van de ondernemingen, eisen gesteld worden ter wijziging of aanvulling van deze overeenkomst.


Historiek
01/01/2024 31/12/2050 23 Syndicale afvaardiging
01/01/2017 31/12/2024 23 Syndicale afvaardiging
01/06/2000 21/12/2016 23 Syndicale afvaardiging