13 Klein verlet
Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00
Bijwerking: 17/08/2021
Geldig vanaf: 01/01/2016
Geldig tot: 31/12/2020
De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van enkele gebeurtenissen. Deze sector heeft gunstigere bepalingen voorzien dan het wettelijk minimum.
De werknemer heeft het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van zijn loon ter gelegenheid van familiegebeurtenissen, voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten en in geval van verschijning voor het gerecht. Deze gebeurtenissen worden opgesomd in het KB van 28 augustus 1963. Dit KB legt bovendien voor iedere gebeurtenis die wordt opgesomd, het aantal dagen toegestane afwezigheid vast alsook de periode waarin zij moeten genomen worden.
De hierboven uiteengezette basisreglementering heeft een aanvullend karakter. De verschillende sectoren kunnen gunstigere bepalingen voorzien dan deze die zij voorziet (betaald klein verlet gedurende langere periodes of om andere redenen).
Wij geven U hierna de bepalingen inzake klein werkverlet van toepassing op de werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de N.V. Celanese en van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van de Paritaire Subcomités voor textiel Verviers (P.S.C. 120.01), voor het vlas (P.S.C. 120.02) en voor de jute (P.S.C. 120.03).
Het gaat om de interprofessionele reglementering voorzien in een koninklijk besluit van 28 augustus 1963 en een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 24 oktober 1974, aangevuld evenwel met bepalingen van:
- de CAO van 30 maart 2001 (nr. 57394/CO/120);
- de CAO van 10 april 2003 (nr. 66363/CO/120).
Sinds 25 juli 2021 werd het rouwverlof uitgebreid. Voor de bepalingen in verband met het rouwverlof, gelieve hierover onze actualiteit te raadplegen.
1. Tabel
Zie in blauw de specifieke regels.
Gebeurtenis |
Duur van afwezigheid |
1. Huwelijk van de werknemer |
Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week |
Sluiten van een samenlevingscontract zoals geregeld door artikel 1475 e.v. van het Burgerlijk Wetboek. |
Twee dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week. |
2. Huwelijk van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer |
De dag van het huwelijk |
3. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner, van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer |
De dag van de plechtigheid |
4. Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner of van een pleegkind van de werknemer in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden |
Tien dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden |
5. Overlijden van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis |
6. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden |
Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis |
7. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont |
Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis |
8. Overlijden van een (half)broer, (half)zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, van de overgrootvader, van de overgrootmoeder, van een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont |
De dag van de begrafenis |
9. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of (wettelijk of feitelijk) samenwonende partner in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden
|
De dag van de begrafenis |
10. Plechtige communie van een kind van de werknemer of zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner |
De dag van de plechtigheid of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt |
11. Deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner aan het feest van de vrijzinnige jeugd daar waar dit feest plaats heeft |
De dag van het feest of wanneer die dag samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag, de gewone activiteitsdag die deze gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of erop volgt |
12. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen |
13. Verblijf van de werknemer gewetensbezwaarde op de Administratieve Gezondheidsdienst of in één van de verplegingsinrichtingen, die overeenkomstig die wetgeving houdende het statuut van de gewetensbezwaarden door de Koning zijn aangewezen |
De nodige tijd met een maximum van drie dagen |
14. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter |
De nodige tijd met een maximum van één dag |
15. Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen |
16. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd |
17. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen |
18. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau van stemopneming bij de parlementen, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen |
De nodige tijd met een maximum van vijf dagen |
2. Commentaar
2.1. Deeltijdse werknemers
De deeltijdse werknemers hebben het recht van het werk afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, gedurende de dagen en periodes die samenvallen met de dagen en periodes waarop zij normaal gewerkt zouden moeten hebben. Zij mogen de afwezigheidsdagen kiezen binnen dezelfde grenzen.
2.2. Wettelijk en feitelijk samenwonende werknemers
1. De wettelijk samenwonende werknemers genieten altijd dezelfde rechten als de gehuwde werknemers in het kader van het klein verlet m.b.t. de familiegebeurtenissen.
Opmerking: De wettelijke samenwoning is de situatie waarbij twee personen een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats overhandigd wordt.
2. De feitelijk samenwonende partners genieten alleen dezelfde rechten als gehuwde werknemers in de gevallen zoals vermeld in 4., 5., 7., 8. en 9. van de bovenvermelde tabel.
2.3. Kinderen
Voor de toepassing van deze reglementering wordt het geadopteerd of erkend natuurlijk kind steeds gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Wat pleegkinderen betreft, is er alleen een recht op:
- 10 dagen klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden (zie 4. van bovenvermelde tabel);
- 1 dag klein verlet bij overlijden van een pleegkind van de werknemer (of van zijn echtgeno(o)t(e) of wettelijk of feitelijk samenwonende partner) in het kader van een kortdurende pleegzorg op het moment van overlijden (zie 9. van bovenvermelde tabel).
Halfbroers en halfzusters worden gelijkgesteld met broers en zussen.
2.4. Overbruggingsploegen
In het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 21 december 2015 een nationale kaderovereenkomst gesloten betreffende de invoering en de organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector (nr. 132065/CO/120). Deze CAO werd gewijzigd door:
- een CAO van 21 maart 2016 (nr. 133438/CO/120);
- een CAO van 10 oktober 2016 (nr. 135695/CO/120).
De ondernemingen die overbruggingsploegen invoeren dienen voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders alle rechten en voordelen te waarborgen die voortvloeien uit de uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de traditionele werkstelsels.
Voor de toepassing van artikel 30 §2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het geboorteverlof wordt de duur van de afwezigheid voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders vastgesteld op vier dagen van twaalf uren, door hem te kiezen binnen de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling.
Overeenkomstig artikel 30 §2 van voornoemde wet geniet de werknemer gedurende 3/10 van zijn vaderschapsverlof het behoud van zijn loon, berekend op basis van 48 uren, zijnde 14,4 uren.
In geval van adoptieverlof geniet de werknemer eveneens gedurende 14,4 uren zijn normaal loon.
In aanvulling op de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, betaalt de werkgever aan de arbeider in vaderschapsverlof, tewerkgesteld in dit stelsel, een supplement dat overeenstemt met het verschil tussen het vervangingsinkomen, berekend op basis van 48 uren enerzijds en op basis van 54 uren anderzijds, evenwel beperkt overeenkomstig de bepalingen van de derde alinea van onderhavig artikel.
Onder vervangingsinkomen dient begrepen te worden het loonbehoud voor 3/10 en de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor 7/10 van de uren begrepen in het vaderschapsverlof.
Het bedrag van het supplement kan evenwel nooit hoger zijn dan het verschil tussen enerzijds het bedrag van het bruto belastbaar loon dat de arbeider zou verdiend hebben tijdens de uren die overeenstemmen met de 7/10, berekend op basis van 54 uren en anderzijds het bedrag van de uitkering zelf die hem voor de 7/10, berekend op basis van 48 uren, toegekend wordt in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
In geval van adoptieverlof betaalt de werkgever aan de arbeider in adoptieverlof eenzelfde supplement, berekend zoals voor een arbeider in vaderschapsverlof.
Elke onderneming die een overbruggingsstelsel invoert dient er voor te zorgen dat de in het stelsel tewerkgestelde arbeiders geen enkel financieel nadeel inzake sociale zekerheidsvergoedingen ondervinden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
2.5. Halve overbruggingsploegen
In het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 21 december 2015 een nationale kaderovereenkomst gesloten betreffende de invoering en de organisatie van de halve overbruggingsploeg in de textielsector (registratienummer 132066/CO/120). Deze CAO werd gewijzigd door:
- een CAO van 21 maart 2016 (registratienummer 133439/CO/120);
- een CAO van 10 oktober 2016 (registratienummer 135694/CO/120).
De ondernemingen die de halve overbruggingsploeg invoeren, dienen voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders alle rechten en voordelen te waarborgen die voortvloeien uit de uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de traditionele werkstelsels.
Indien een arbeider aanspraak kan maken op klein verlet op zaterdag, zondag, feestdag of vervangingsfeestdag, zal voor deze dag 12 uren loon uitbetaald worden tenzij het Koninklijk Besluit inzake klein verlet het anders voorziet.
Voor de toepassing van artikel 30 §2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het geboorteverlof wordt de duur van de afwezigheid voor de in dit stelsel tewerkgestelde arbeiders vastgesteld op vier dagen van twaalf uren, door hem te kiezen binnen de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling.
Overeenkomstig artikel 30 §2 van voornoemde wet geniet de werknemer gedurende 3/10 van zijn vaderschapsverlof het behoud van zijn loon, berekend op basis van 48 uren, zijnde 14,4 uren.
In geval van adoptieverlof geniet de werknemer eveneens gedurende 14,4 uren zijn normaal loon.
In aanvulling op de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, betaalt de werkgever aan de arbeider in vaderschapsverlof, tewerkgesteld in dit stelsel, een supplement dat overeenstemt met het verschil tussen het vervangingsinkomen, berekend op basis van 48 uren enerzijds en op basis van 54 uren anderzijds, evenwel beperkt overeenkomstig de bepalingen van de derde alinea van onderhavig artikel.
Onder vervangingsinkomen dient begrepen te worden het loonbehoud voor 3/10 en de uitkering van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor 7/10 van de uren begrepen in het vaderschapsverlof.
Het bedrag van het supplement kan evenwel nooit hoger zijn dan het verschil tussen enerzijds het bedrag van het bruto belastbaar loon dat de arbeider zou verdiend hebben tijdens de uren die overeenstemmen met de 7/10, berekend op basis van 54 uren en anderzijds het bedrag van de uitkering zelf die hem voor de 7/10, berekend op basis van 48 uren, toegekend wordt in het raam van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
In geval van adoptieverlof betaalt de werkgever aan de arbeider in adoptieverlof eenzelfde supplement, berekend zoals voor een arbeider in vaderschapsverlof.
Elke onderneming die de halve overbruggingsploeg invoert dient er voor te zorgen dat de in het stelsel tewerkgestelde arbeiders geen enkel financieel nadeel inzake sociale zekerheidsvergoedingen ondervinden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.
Datum CAO
10/10/2016 |
Registratienr
135695 |
Geldig van
01/01/2016 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
13/10/2016 |
Registratiedatum
07/11/2016 |
||
Onderwerp
wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 21.12.2015 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielsector |
|||
BS Bericht van neerlegging
21/11/2016 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/05/2017 |
Gepubliceerd in het B.St. van
26/06/2017 |
||
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, KLEIN VERLET |
Datum CAO
10/10/2016 |
Registratienr
135694 |
Geldig van
01/01/2016 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
13/10/2016 |
Registratiedatum
07/11/2016 |
||
Onderwerp
wijziging van de nationale kaderovereenkomst van 21.12.2015 betreffende de invoering en organisatie van de halve overbruggingsploegen in detextielsector |
|||
BS Bericht van neerlegging
21/11/2016 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
13/05/2017 |
Gepubliceerd in het B.St. van
26/06/2017 |
||
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, KLEIN VERLET |
Datum CAO
21/12/2015 |
Registratienr
132066 |
Geldig van
01/01/2016 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
22/12/2015 |
Registratiedatum
03/03/2016 |
||
Onderwerp
invoering en organisatie van de halve overbruggingsploeg |
|||
BS Bericht van neerlegging
15/03/2016 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/12/2016 |
Gepubliceerd in het B.St. van
27/12/2016 |
||
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, KLEIN VERLET, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN) |
Datum CAO
21/12/2015 |
Registratienr
132065 |
Geldig van
01/01/2016 |
Geldig tot
- |
Neerleggingsdatum
22/12/2015 |
Registratiedatum
03/03/2016 |
||
Onderwerp
overbruggingsploeg |
|||
BS Bericht van neerlegging
15/03/2016 |
Algemeen verbindend verklaring
- |
||
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
14/12/2016 |
Gepubliceerd in het B.St. van
02/02/2017 |
||
Keywords
PLOEGEN- EN NACHTARBEID, ARBEID TIJDENS WEEKENDS EN OP FEESTDAGEN, BETAALDE VERLOFDAG (GEEN ADV- OF COMPENSATIEDAG) EN FEESTDAG, ARBEIDSDUURMODALITEITEN, ARBEIDSDUURFLEXIBILITEIT, OVERUREN, KLEIN VERLET, OPLEIDING (EXCL. SYNDICALE VORMING), WERKLOOSHEID (ANDERE DAN ECONOMISCHE WERKLOOSHEID VOOR BEDIENDEN) |
Historiek | ||
---|---|---|
25/05/2023 | 31/12/2050 | 13 Klein verlet |
01/01/2021 | 24/05/2023 | 13 Klein verlet |
01/01/2016 | 31/12/2020 | 13 Klein verlet |
01/01/2003 | 31/12/2015 | 13 Klein verlet |
01/07/2002 | 31/12/2002 | 13 Klein verlet |