1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 11/01/2024
Geldig vanaf: 01/01/2024

Openbaarvervoer:

  • Trein: 80% maximaal van de prijs van een treinkaart
  • Andere: Prijs in verhouding tot de afstand: 80% van de prijs van het gebruikte vervoerbewijs / Eenheidsprijs: 80% van de werkelijke prijs zonder het bedrag van de intersectorale barema voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Privévervoer:

  • Loonplafond: neen
  • Minimale afstand: 5 km
  • Bedrag: maximaal 57 % van de prijs van een treinkaart (vanaf 01/02/2024).

Fiets:

  • Maximale afstand: 40 kilometer per dag.
  • Bedrag: 0,27 EUR/km (vanaf 01/01/2024).

In het Paritair Comité voor de textielnijverheid werd op 21 november 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de financiele bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de arbeiders (nr. 184971/CO/120).

1. Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Wat het door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen georganiseerde vervoer betreft, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs,  vastgesteld op basis van de tabelopgenomen in bijlage van het Koninklijk Besluit van 28 juli 1962 die de bijdrage van de werkgever bepaalt en waarvan de Staat de werknemersbijdrage ten laste neemt, zonder 80% van de prijs van de treinkaart te overschrijden.

2. Gemeenschappelijk openbaar vervoer met uitzondering van het treinvervoer

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, wordt de bijdrage van de werkgever in de prijs van de abonnementen, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde modaliteiten:

  • Wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs vastgesteld op 80%.
  • Wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de bijdrage van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij 80% van de effectief door de arbeider betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeversbijdrage, berekend voor een afstand van 7 kilometer te overschrijden.

3. Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Ingeval de arbeider gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbaar vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - wordt de bijdrage van de werkgever vastgesteld op 80% van de prijs van het gebruikte vervoersbewijs.

In elk ander geval dat de arbeider meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt, wordt de tussenkomst van de werkgever voor het geheel van de afstand vanaf 5 kilometer vastgesteld op basis van de tabelopgenomen in bijlage van het Koninklijk Besluit van 28 juli 1962 , die de bijdrage van de werkgever bepaalt en waarvan de Staat de werknemersbijdrage ten laste neemt, voor het totaal aantal kilometers dat overeenstemt met het totaal van de kilometeraantallen die op de onderscheiden vervoerbewijzen vermeld staan, zonder evenwel 80% van de totale prijs van de vervoerbewijzen te overschrijden.

Wanneer voor één of meerdere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen de afgelegde afstand niet kan worden nagegaan en dus de afgelegde kilometers niet kunnen worden opgeteld, wordt, voor elk afzonderlijk vervoermiddel waarvan de arbeider gebruik maakt, de werkgeversbijdrage berekend en de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

4. Vervoer van de werknemers volledig of gedeeltelijk door de onderneming ingericht

Wanneer de werkgever zelf volledig of gedeeltelijk het vervoer van de arbeiders inricht, en de arbeider al dan niet bijkomend een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt, zal de financiële last van de arbeider voor de gehele afstand van het vervoer niet hoger mogen liggen dan het verschil tussen de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement en de werkgeversbijdrage in de prijs van deze treinkaart voor een overeenstemmend aantal kilometers. Hiertoe zullen passende regelingen worden getroffen door de onderneming.

5. Privévervoer

Wanneer de arbeider gebruik maakt van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, dan wordt, voor de verplaatsing vanaf 5 kilometer, de tussenkomst van de werkgever in de prijs van de treinkaart, vastgesteld op basis van de forfaitaire bedragen voorzien in de tabelopgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 acties van 20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, voor een overeenstemmend aantal kilometers en zonder dat de tussenkomst van de werkgever meer dan 64,9% van de prijs van de treinkaart kan bedragen.

Gelet op de fors gestegen prijs van de treinkaart sinds de inwerkingtreding van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 octies van 20 februari 2009 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, wordt de werkgeverstussenkomst in het woonwerk-verkeer voor privévervoer, vanaf 1 februari 2024, verhoogd tot 57 % van de prijs van de treinkaart. De laatst gepubliceerde tarieven van de NMBS op 1 februari van elk jaar gelden als uitgangspunt voor de berekening.

6. Modaliteiten van terugbetaling

De arbeiders leggen aan de werkgever een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven. Ingeval de arbeiders gebruik maken van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, preciseren zij bovendien het aantal kilometers die zij gewoonlijk afleggen tussen hun woonplaats en de werkplaats, enkele richting. Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen.

De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

De tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van het gemeenschappelijk openbaar vervoer zal betaald worden op voorlegging van de vervoerbewijzen, uitgereikt door de N.M.B.S. en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

Wanneer de arbeiders gebruik maken van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, wordt de tussenkomst van de werkgevers bepaald per effectief gewerkte dag door het maandbedrag van de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart voor het overeenstemmend aantal kilometers te delen door 21,66.

7. Bijzonder geval van de overbruggingsploegen

  1. Aangezien de arbeider in de overbruggingsploegen per dag effectief meer dan 12 uur van huis afwezig is moet, wanneer de arbeider nachtarbeid verricht hetzij in vaste nachtploeg hetzij in wisselende dag- en nachtploeg, de werkgever in zijn vervoer voorzien.
  2. Ingeval de werkgever niet in vervoer voorziet, moet hij financieel bijdragen in het vervoer van de arbeider. Die tegemoetkoming van de werkgever is gelijk aan 100 % van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor het overeenstemmend aantal kilometers.
  3. Wordt of kan de prijs van het vervoer worden vastgesteld in functie van het aantal verplaatsingen (bv. tramticket, busticket) dan wordt de tussenkomst van de werkgever vastgesteld op 100 % van de prijs van de ticketten zonder hoger te zijn dan 100% van de prijs van de treinkaart voor het overeenstemmend aantal kilometers.
  4. Wanneer de arbeider gebruik maakt van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, wordt de tussenkomst van de werkgever per effectief gewerkte dag vastgesteld door het maandbedrag van de prijs van de treinkaart voor het overeenstemmend aantal kilometer te delen door 21,66.

8. Fietsvergoeding

Een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de fietsvergoeding voor de arbeiders werd gesloten op 21 november 2023 (nr. 185001/CO/214).

De arbeider die zich t.a.v. de werkgever in een schriftelijke verklaring engageert om gedurende een aaneengesloten periode van minstens drie maanden de woon-werkverplaatsing met de fiets te doen en ook daadwerkelijk minstens 50% van de dagen van de betrokken maand de woon-werkverplaatsing met de fiets doet, heeft gedurende deze maand ten laste van de werkgever recht op een fietsvergoeding.

Deze vergoeding bedraagt 0,27 euro per kilometer reële afstand (zowel heen als terug) tussen de woonplaats en de werkplaats en is beperkt tot maximum 40 kilometer per dag.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
21/11/2023
Registratienr
184971
Geldig van
01/01/2024
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
11/12/2023
Registratiedatum
08/01/2024
Buiten bereik
Paritair subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01), Paritair subcomité voor het vervaardigen en de handel van zakken in jute of in vervangingsmaterialen (PSC 120.03)
Onderwerp
Financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de arbeiders
BS Bericht van neerlegging
16/01/2024
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
-
Tekst aangepast op
11/01/2024

Datum CAO
21/11/2023
Registratienr
185001
Geldig van
01/01/2024
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
11/12/2023
Registratiedatum
08/01/2024
Buiten bereik
Paritair subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers (PSC 120.01), Paritair subcomité voor het vervaardigen en de handel van zakken in jute of in vervangingsmaterialen (PSC 120.03), Celanese Production Belgium BV en Celanese BV
Onderwerp
Fietsvergoeding
BS Bericht van neerlegging
16/01/2024
Algemeen verbindend verklaring
Gevraagd
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
-
Gepubliceerd in het B.St. van
-
Keywords
-
Tekst aangepast op
11/01/2024

Historiek
01/01/2024 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2019 31/12/2023 1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten
01/07/2019 30/06/2019 1201 01 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten
01/02/2009 30/06/2019 1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten
01/10/1991 31/01/2009 1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten