1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten

Paritair (sub-)Comité nr.:
120.00.00-00.00

Bijwerking: 21/08/2009
Geldig vanaf: 01/02/2009
Geldig tot: 30/06/2019

Rechthebbenden

Alle werklieden.

Vervoermiddelen

Alle openbare en privé-vervoermiddelen.

Bedrag

  • Vervoer per spoor: volgens schaal van de NAR.
  • Andere openbare vervoermiddelen

    • Prijs in verhouding tot afstand:schaal van de NAR, zonder 75% van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden.
    • Eenheidsprijs:71,8% van de werkelijke prijs zonder het bedrag van de schaal voor een afstand van 7 km te overschrijden.
  • Privé-vervoermiddelen: volgens schaal NAR, zonder evenwel 64,9% van de prijs van de treinkaart te overschrijden.
  • Overbrugginsploegen:

    • Ingeval de werkgever niet in vervoer voorziet, moet hij financieel bijdragen in het vervoer van de werkman.

      • Vervoer per spoor: 100 pct. van de prijs van de treinkaart 
      • Tramticket, busticket, ...: 100 pct. van de prijs van de ticketten zonder hoger te zijn dan 100 pct. van de prijs van de treinkaart 
      • Privé vervoer: per effectief gewerkte dag maandbedrag van de prijs van de treinkaart delen door 21,66. 

Afstand

  • Trein: geen minimale afstand.
  • Andere vervoermiddelen: 5 km en meer.

In het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk werd op 28 juni 1991 een collectieve arbeids-overeenkomst gesloten betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers. Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 27 mei 1992 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 juli 1992. Wij geven U hierna de integrale tekst van deze CAO.

Deze CAO werd gewijzigd door door de CAO nr. 19octies die op 20 februari 2009 in de Nationale Arbeidsraad werd gesloten.

Tekst CAO

HOOFDSTUK 1 - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen welke onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk.

Ze is gesloten overeenkomstig artikel 2, laatste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 maart 1975 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers.

HOOFDSTUK 2 - Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

Artikel 2

Wat het door de "Nationale Maatschappij voor Belgische Spoorwegen", afgekort : "NMBS", georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden op basis van het barema, dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

Commentaar:Dit barema werd gewijzigd door de CAO nr. 19octies van 20 februari 2009.

HOOFDSTUK 3 - Gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer

Artikel 3

Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van de abonnementen voor de verplaatsingen vanaf 5 km, berekend vanaf de vertrekhalte, vastgesteld worden volgens de hierna vastgestelde modaliteiten :

a)    wanneer de prijs van het vervoer in verhouding tot de afstand staat, is de tussenkomst van de werkgever gelijk aan de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmende afstand, zonder evenwel (59) pct. van de werkelijke vervoerprijs te overschrijden ;

b)    wanneer de prijs een eenheidsprijs is, ongeacht de afstand, wordt de tussenkomst van de werkgever forfaitair vastgesteld en bedraagt zij (50) pct. van de effectief door de werkman betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een afstand van 7 km te overschrijden.

Commentaar:De percentages in artikel 3 werden gewijzigd door de CAO nr. 19octies.

HOOFDSTUK 4 - Gecombineerd gemeenschappelijk openbaar vervoer

Artikel 4

Ingeval de werkman gebruik maakt van een combinatie van de trein en één of meerdere andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen dan de trein, en er wordt slechts één vervoerbewijs afgeleverd voor het geheel van de afstand - zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel - zal de tussenkomst van de werkgever voor verplaatsingen vanaf in totaal 5 km gelijk zijn aan de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement.

Artikel 5

a)    In elk ander geval dat de werkman meer dan één gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel gebruikt dan voorzien in artikel 4, wordt de tussenkomst van de werkgever voor het geheel van de afstand vanaf 5 km vastgesteld op basis van de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor het totaal aantal kilometers dat overeenstemt met het totaal van de kilometeraantallen die op de onderscheiden vervoerbewijzen vermeld staan, zonder evenwel (59 pct.) van de totale prijs van de vervoerbewijzen te overschrijden.

b)    Wanneer voor één of meerdere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen de afgelegde afstand niet kan worden nagegaan en dus de afgelegde kilometers niet kunnen worden opgeteld, wordt, voor ieder afzonderlijk vervoermiddel waarvan de werkman gebruikt maakt, de werkgeversbijdrage berekend overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2, 3 en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst en de aldus bekomen bedragen bij elkaar opgeteld om de bijdrage van de werkgever voor het geheel van de afgelegde afstand vast te stellen.

Commentaar:Artikel 5 werd gewijzigd door de CAO nr. 19octies.

HOOFDSTUK 5 - Vervoer van de werklieden volledig of gedeeltelijk door de onderneming ingericht.

Artikel 6

Wanneer de werkgever zelf volledig of gedeeltelijk het vervoer der werklieden inricht, en de werkman al dan niet bijkomend een openbaar gemeenschappelijk vervoermiddel gebruikt, zal de financiële last van de werkman voor de gehele afstand van het vervoer niet hoger mogen liggen dan het verschil tussen de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement en de werkgeversbijdrage in de prijs van deze treinkaart voor een overeenstemmend aantal kilometers. Hiertoe zullen passende regelingen worden getroffen door de onder-neming.

HOOFDSTUK 6 - Vervoermiddel ander dan gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel

Artikel 7

Wanneer de werkman gebruik maakt van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, dan is, voor de verplaatsing vanaf 5 km, de tussenkomst van de werkgever gelijk aan de werk-geversbijdrage in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor een overeenstemmend aantal kilometers, zonder evenwel 59 pct. van de prijs van de treinkaart te overschrijden.

Commentaar:De tussenkomst werd gewijzigd door artikel 9 van de CAO nr. 19octies.

HOOFDSTUK 7 - Modaliteiten van terugbetaling

Artikel 8

a)    De werklieden leggen aan de werkgever een ondertekende verklaring voor waarin verzekerd wordt dat zij geregeld over een afstand gelijk aan of hoger dan 5 km een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel benutten om zich van hun woonplaats naar hun plaats van tewerkstelling te begeven. Ingeval de werklieden gebruik maken van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, preciseren zij bovendien het aantal kilometers die zij gewoonlijk afleggen tussen hun woonplaats en de werkplaats, enkele richting.      
Zij zullen ervoor zorgen iedere wijziging van deze toestand in de kortst mogelijke tijd mede te delen.

b)    De werkgevers mogen op elk ogenblik nagaan of deze verklaring met de werkelijkheid strookt.

Artikel 9

De tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten zal betaald worden op voorlegging van de vervoer-bewijzen, uitgereikt door de NMBS en/of de andere maatschappijen van gemeenschappelijk openbaar vervoer.

Artikel 10

Wanneer de werklieden gebruik maken van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, wordt de tussenkomst van de werkgevers bepaald per effectief gewerkte dag door het maand-bedrag van de werkgeversbijdrage in de prijs van de treinkaart voor het overeenstemmend aantal kilometers te delen door 21,66.

Deze regeling doet geen afbreuk aan bestaande voordeligere regelingen of gebruiken op het vlak van de onderneming (bijvoorbeeld : wanneer de onderneming terugbetaalt op basis van een weekabonnement blijft die regeling gehandhaafd en deelt men het weekbedrag door 5).

HOOFDSTUK 8 - Bijzonder geval van de overbruggingsploegen

Artikel 11

a)    Aangezien de werkman in de overbruggingsploegen per dag effectief meer dan 12 uur van huis afwezig is moet, wanneer de werkman overeenkomstig artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegen-arbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, nachtarbeid verricht hetzij in vaste nachtploeg hetzij in wisselende dag- en nachtploeg, de werkgever in zijn vervoer voorzien.

b)    Ingeval de werkgever niet in vervoer voorziet, moet hij financieel bijdragen in het vervoer van de werkman. Die tegemoetkoming van de werkgever is gelijk aan 100 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor het overeenstemmend aantal kilometers.

c)    Wordt of kan de prijs van het vervoer worden vastgesteld in functie van het aantal verplaatsingen (bijvoorbeeld : tramticket, busticket), dan wordt de tussenkomst van de werkgever vastgesteld op 100 pct. van de prijs van de ticketten zonder hoger te zijn dan 100 pct. van de prijs van de treinkaart voor het overeenstemmend aantal kilometers.

d)    Wanneer de werkman gebruik maakt van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, wordt de tussenkomst van de werkgever per effectief gewerkte dag vastgesteld door het maandbedrag van de prijs van de treinkaart voor het overeenstemmend aantal kilometers te delen door 21,66.  
Deze regeling doet geen afbreuk aan bestaande voordeligere regelingen of gebruiken op het vlak van de onderneming (bijvoorbeeld : wanneer de onderneming terugbetaalt op basis van een weekabonnement blijft die regeling gehandhaafd en deelt men het weekbedrag door 5).

HOOFDSTUK 9 - Terugbetalingstijdstip

Artikel 12

De bijdrage van de werkgever in de door de werklieden gedragen vervoerskosten zal maandelijks betaald worden voor de werkman met een maandabonnement, of ter gelegenheid van de betaalperiode die in de onder-neming gebruikelijk is voor de vervoerbewijzen die geldig zijn voor een week.

HOOFDSTUK 10 - Slotbepalingen

Artikel 13

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 1991.

Zij is gesloten voor een onbepaalde tijd en kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk en aan de in het paritair comité vertegenwoordigde organisaties.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1974 houdende ordening van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 24 december 1971 en van 5 mei 1974 inzake het vervoer van de arbeiders en arbeidsters in de textielnijverheid en het breiwerk, geregistreerd onder nummer 3115/CO/20.

 


Historiek
01/01/2024 31/12/2050 1201 Patronale tussenkomst in de vervoerskosten: regels
01/07/2019 31/12/2023 1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten
01/07/2019 30/06/2019 1201 01 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten
01/02/2009 30/06/2019 1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten
01/10/1991 31/01/2009 1201 Werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten