2801 28 Onderbreking van de beroepsloopbaan

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 07/12/1999
Geldig vanaf: 01/04/1999
Geldig tot: 31/03/2001

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren werd op 30 juni 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan. Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 26 april 2000 en gepubliceerd in het Belgische Staatsblad van 26 augustus 2000.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van deze CAO. Voor de reglementering inzake onderbreking van de beroepsloopbaan, zie ook onze interprofessionele documentatie onder nr. 356.

Tekst CAO

Hoofdstuk I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren en die meer dan 50 werknemers tewerkstellen.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten bij toepassing van de bepalingen van de sectie 5 van de sociale herstelwet van 22 januari 1985.

Artikel 3

Elke werkman en werkster die minstens één jaar anciënniteit in de onderneming telt, kan in akkoord met zijn werkgever, zijn beroepsactiviteit onderbreken voor een periode van zes tot twaalf maanden.

Artikel 4

De werkman en werkster die zijn beroepsloopbaan wenst te onderbreken dient bij zijn werkgever een geschreven aanvraag hiertoe in, minstens drie maanden vóór het begin van de aangevraagde onderbreking.

Artikel 5

De werkgever is er in alle geval toe gehouden de aanvraag tot beroepsloopbaanonderbreking gedaan door de werkman en werkster bedoeld in artikel 3 te aanvaarden in de volgende gevallen :

-      verlenging van de bevallingsrust,

-      adoptie van kinderen,

-      verstrekking van palliatieve zorgen,

-      zware sociale gevallen,

voor zover de werkman en werkster aangenomen is met een overeenkomst voor onbepaalde duur en voor zover hij zich niet in vooropzeg van de arbeidsovereenkomst bevindt.

 

Commentaar:

Deze bepaling doet geen afbreuk aan het algemeen recht op volledige loopbaanonderbreking of op vermindering van de arbeidsprestaties om palliatieve zorgen toe te dienen aan een persoon die lijdt aan een ongeneeslijke ziekte en die zich in een terminale fase bevindt, of in geval van ernstige ziekte, of in geval van ouderschapsverlof. Dit recht geldt dus b.v. ook voor werklieden tijdens hun opzegperiode en voor werklieden tewerkgesteld in ondernemingen met 50 werknemers of minder. Voor de modaliteiten van de uitoefening van dit recht, zie onze interprofessionele documentatie onder nr. 356.

Artikel 6

De beroepsloopbaanonderbreking mag nooit het uitoefenen van gelijk welke winstgevende activiteit door de werkman en werkster als doel hebben.

Artikel 7

Op het moment waarop de werkman en werkster zijn beroepsloopbaan onderbreekt, wordt zijn rekening gesoldeerd alsof hij de onderneming zouden verlaten. Er wordt overgegaan tot de betaling van de eindejaarspremie en van de jaarlijkse premie ten belope van een twaalfde per volle maand prestatie in de loop van het jaar. Bij het begin van het jaar waarin hij in de onderneming gereïntegreerd wordt, zal hij genieten van de betaling van de eindejaarspremie en van de jaarlijkse premie ten belope van een twaalfde per volle gepresteerde maand in de loop van het jaar, te rekenen vanaf de datum van de herneming van het werk.

Artikel 8

Gedurende de periode van volledige beroepsloopbaanonderbreking, worden de loon- en arbeidsvoorwaarden evenals de anciënniteit van de werkman en werkster verondersteld op het niveau te blijven dat bereikt was op het moment waarop de onderbreking een aanvang genomen heeft, behalve wat de indexering betreft. Ze hernemen hun normale loop op het moment van de hervatting van de arbeid.

HOOFDSTUK III – Halftijdse loopbaanonderbreking

Artikel 9

De werklieden en werksters van 55 jaar of ouder die voltijds tewerkgesteld zijn en die dit wensen, hebben recht op halftijdse beroepsloopbaanonderbreking, binnen de voorwaarden die bepaald zijn door de herstelwet van 22 januari 1985, met dien verstande dat deze onderbreking van definitieve aard is tot op het einde van hun beroepsloopbaan.

Artikel 10

De werkgevers verbinden er zich toe de werklieden en werksters die in halftijdse loopbaanonderbreking zijn, te vervangen door contracten van onbepaalde duur of door het toekennen van uren aan deeltijdse arbeiders en arbeidsters en dit voor onbepaalde duur.

Hoofdstuk IV - Slotbepaling

Artikel 11

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2001.

Historiek
01/07/2023 31/12/2050 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2021 30/06/2023 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2019 30/06/2021 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2017 30/06/2019 2801 Tijdskrediet met motief
01/07/2017 01/07/2017 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2014 30/06/2017 2801 Tijdskrediet met motief
01/01/2014 01/01/2014 2801 28 Tijdskrediet
01/09/2009 31/12/2013 2801 28 Tijdskrediet
01/01/2008 31/08/2009 2801 28 loopbaanonderbreking en tijdskrediet
01/10/2005 31/12/2007 2801 28 loopbaanonderbreking en tijdskrediet
01/01/2002 30/09/2005 2801 28 loopbaanonderbreking en tijdskrediet
01/04/2001 31/12/2001 2801 28 Onderbreking van de beroepsloopbaan
01/04/1999 31/03/2001 2801 28 Onderbreking van de beroepsloopbaan