2501 Vaststelling, voor het jaar 2007, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 14/02/2007
Geldig vanaf: 01/01/2007
Geldig tot: 31/12/2007

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren werd op 6 december 2006 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de vaststelling van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreed op 11 januari 2007 onder het nummer 81510/CO/119. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 6 februari 2007.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 6 december 2006, gevolgd door enkele praktische schikkingen.

A. Tekst CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren.

§ 2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Aard van het voordeel

Artikel 2

De arbeiders tewerkgesteld door één van de ondernemingen bedoeld in artikel 5, a) van de statuten van het "Waarborg- en sociaal fonds voor de handel in voedingswaren" hebben elk jaar recht op een aanvullend sociaal voordeel ten laste van genoemd fonds, in de voorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Commentaar : de ondernemingen bedoeld in artikel 5, a) van de statuten van het Waarborg- en sociaal fonds zijn in feit al de ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité voor de handel in voedingswaren.

HOOFDSTUK III - Toekenningsvoorwaarden

Artikel 3

Om het voordeel te bekomen, moeten de in artikel 1 bedoelde arbeiders aan volgende voorwaarden voldoen:

1°  vóór 1 mei van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van betaling zijn aangesloten bij één van de representatieve interprofessionele organisaties van arbeiders welke op nationaal vak zijn verbonden, namelijk:

- ACV Voeding en diensten;

- ABVV Voeding Horeca en Diensten;

- de Algemene Centrale der Libérale Vakbonden van België (ACLVB).

2°  gedurende ten minste 11 dagen in de loop van het jaar dat voorafgaat aan het jaar van betaling tewerkgesteld geweest zijn door één van de in artikel 5, a) van de statuten van bovenvermeld fonds bedoelde ondernemingen.

Commentaar : de ondernemingen bedoeld in artikel 5, a) van de statuten van het Waarborg- en sociaal fonds zijn in feit al de ondernemingen die ressorteren onder het paritair comité voor de handel in voedingswaren.

HOOFDSTUK IV - Bedrag

Artikel 4

Elke arbeider die in de loop van de periode 01/10/2006 tot 30/09/2007 tewerkgesteld was in de voedingshandel heeft recht op een syndicale premie van maximum 121 eurp (voor 253 dagen tewerkstelling).

Bij wijze van overgangsmaatregel zullen de formulieren voor de syndicaal premie die uitgereikt worden in het jaar 2007, de eerste drie trimesters van 2006 (van 1 januari 2006 tot 30 september 2006) als referteperiode hebben, waarbij deze drie trimesters als basis zullen dienen voor een omrekening naar vier trimesters.

Bij het bepalen van de dagen tewerkstelling die in aanmerking worden genomen, wordt rekening gehouden met de werkelijk gepresteerde arbeidsdagen, evenals met de dagen die zijn gelijkgesteld overeenkomstig de beslissingen dienaangaande genomen door het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.(zie verder in bijlage)

Kortere periodes van tewerkstelling geven recht op een syndicale premie volgens onderstaande tabel :

 Aantal dagen (5 dagen/week)

  Bedrag in euro

  Minder dan 11 dagen

 0

  Tussen 11 en 32

 10,08

  Tussen 33 en 54

 20,17

  Tussen 55 en 76

 30,25

  Tussen 77 en 98

 40,33

  Tussen 99 en 120

 50,42

  Tussen 121 en 142

 60,50

  Tussen 143 en 164

 70,58

  Tussen 165 en 186

 80,67

  Tussen 187 en 208

 90,75

  Tussen 209 en 230

 100,83

  Tussen 231 en 252

 110,92

  Vanaf 253

 121

 

HOOFDSTUK V - Betalingsmodaliteiten

Artikel 5

De formulieren van de syndicale premies worden door het sociaal fonds opgemaakt op basis van de gegevens van de Kruispuntbank. Voor 1 april van de betalingsjaar verzend het sociaal fonds de ingevulde formulieren rechtstreek naar de arbeiders die voldoen aan de toepassingsvoorwaarden.

Artikel 6

De arbeiders die in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde toekenningsvoorwaarden vervullen maken het in artikel 5 bedoelde formulier in dubbel exemplaar over aan de in artikel 3 vermelde organisatie waarvan zij lid zijn.

Deze organisatie gaat na of de betrokken werkman of werkster werkelijk is aangesloten en of hij of zij een recht kan doen gelden en berekent het bedrag van het voordeel. Zij betaalt, bij voorkeur, op de bankrekening van de betrokkene het bedrag waarop hij of zij recht heeft.

Op termijn zal elke betaling enkel via overschrijving verlopen.

Het nazicht, de controle en de uitgifte hebben plaats van 1 april tot 15 september van het jaar van betaling.

Artikel 7

Vóór 15 november van het jaar van betaling bezorgt iedere in artikel 3 bedoelde organisatie aan het Sociaal Fonds een afrekening met vermelding van het aantal betaalde premies, totaalbedrag en handtekening van de verantwoordelijke van de vakorganisatie.

In die afrekening wordt een onderscheid gemaakt tussen de normale betalingen (van 1 april tot 15 september) en de achterstallige gevallen.

De oranisaties dienen de lijst van de betalingsgegevens met de naam van de arbeider, zijn adres, zijn werkgever en het bedrag van de premie te bewaren gedurende 5 jaar.

Deze gegevens staan ter beschikking van de revisor op de nationale zetel van de syndicale organisatie.

HOOFDSTUK VI - Slotbepalingen

Artikel 8

Deze overeenkomst vervangt de overeenkomst van 14 september 2006, geregistreerd onder het nummer 80848/CO/119 en heft ze op.

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2007.

Op 1 januari van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden ervan op de hoogte brengen.

 

Kommentaar  :deze CAO is van toepassing vanaf het jaar 2006. In bijlage van deze CAO vindt men een lijst met de gepresteerde en gelijkgestelde dagen die in aanmerking worden genomen voor de toekenning van het sociaal voordeel, overeenkomstig artikel 4, alinea 3, van de CAO. Wij geven u hierna de tekst van deze bijlage :

Gepresteerden en gelijkgestelde dagen

Lijst opgesteld door het P.C. op 15.12.1971 en gewijzigd op 13.4.1973, 22.12.1976, 13.7.1977, 8.12.1987 en 19.12.1990

Onder gepresteerde dagen dient te worden verstaan:

1.     de dagen of gedeelten van dagen die werkelijk aan arbeid worden besteed;

2.     de dagen of gedeelten van dagen die niet gepresteerd worden doch waarvoor de werkgever verplicht is een loon uit te betalen (bijvoorbeeld: gewaarborgd weekloon, betaalde feestdagen, dagen van klein verlet, enz.);

3.     de dagen gedurende dewelke niet gewerkt wordt omwille van jaarlijkse vakantie waarop de arbeiders recht hebben overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers;

4.     de 6de niet-gepresteerde dag van elke vijfdaagse werkweek, ingeval de wekelijkse arbeidstijd in de loop van een kwartaal nu eens over 5, dan weer over meer dan 5 dagen gespreid is..

Onder gelijkgestelde dagen dient te worden verstaan:

1.     de dagen van volledige arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van een arbeidsongeval of een beroepsziekte;

2.     de dagen van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid gedurende de eerste twaalf maanden, na een tijd van volledige arbeidsongeschiktheid, wanneer het erkend percentage van ongeschiktheid ten minsten 66 % bedraagt;

3.     de dagen afwezigheid gedurende de eerste twaalf maanden, ingevolge een ongeval dat geen arbeidsongeval is, of een ziekte die geen beroepsziekte is;

4.     de rustperiode voor zwangerschap en bevalling: zoals bepaald in art. 39 van de arbeidswet van 16.3.1971;

5.     de militaire dienstplicht, op voorwaarde dat de belanghebbende onmiddellijk vóór en na zijn legertijd in dienst is geweest van een onderneming aangesloten bij het Waarborg- en sociaal fonds voor de handel in voedingswaren;

6.     de dagen van gewone wederoproeping voor legerdienst met een maximum van 74 of 66 dagen, naargelang de werknemer al dan niet deelneemt aan de vorming van reservekaders;

7.     de dagen besteed aan het nakomen van burgerlijke verplichting (voogd, lid van een familieraad, getuige in rechten, gezworene, kiezer, lid van een stembureau);

8.     de dagen besteed aan de uitoefening van een openbaar mandaat en een mandaat in syndicaal verband, bepaald bij art. 16, 9 en 10 van het KB van 30.3.1967 (BS van 6.4.1967) gewijzigd door het KB van 20.7.1970 (BS van 31.7.1970);

9.     de dagen van deelname aan stages of studiedagen die aan arbeidsopvoeding of aan syndicale vorming gewijd zijn en georganiseerd worden door representatieve organisaties der werknemers of door de bevoegde minister erkende gespecialiseerde instituten, ten belope van maximum 12 dagen per jaar.

10. De dagen van staking of lock-out, in de volgende voorwaarden:

a.     de arbeider moet ten minste één dag effectief werkzaam zijn geweest in de loop der achtentwintig opeenvolgende dagen die de aanvangsdag van de werkstaking of de lock-out voorafgaat

b.     de staking moet:

-        voorafgaan worden door een poging tot verzoening door een bemiddelaar die gekozen werd door de partijen, of op verzoek van één deze, door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid;

-        ingaan na het verstrijken van een collectieve stakingsaanzegging, betekend door een syndicale organisatie die vertegenwoordigd is in het P.C. waaronder de onderneming ressorteert.

Deze opzegging kan ten vroegste betekend worden de 7de dag volgend op de 1ste vergadering welke door de gekozen of aangewezen bemiddelaar gehouden werd.

De opzegging wordt betekend hetzij bij een ter post aangetekende brief en aan ieder individuele werkgever gerichte brief, hetzij door inlassing in de notulen van een verzoeningsvergadering.

Zij neemt een aanvang de dag volgend op de in de loop van welke zij wordt betekend en haar duur is ten minste van zeven dagen.

11. de dagen van gedeeltelijke werkloosheid;

12. de extra-legale vakantieperiode die door de werkgever aan de vreemde arbeiders toegekend wordt, die naar hun land terugkeren;

13. voor de jonge arbeiders, de schoolperiode en de periode begrepen tussen de datum waarop ze de school verlaten en het begin van hun eerste arbeidscontract (maximum 4 maanden, deze grens wordt op 31 december gebracht voor de jongeren die het schooljaar volledig beëindigen.

De rechten moeten op dezelfde wijze als voorzien bij de wetgeving betreffende jaarlijkse vakantie der loonarbeiders berekend worden, dit wil zeggen dat het begin van het eerste arbeidscontract moet liggen binnen de 4 maanden na het einde der studies, deze grens wordt gebracht op 31 december (ongeveer 6 maanden) voor de jongeren die hun schooljaar volledig beëindigen.

In dit geval wordt de periode die nog op school doorgebracht werd evenals het deel van de 4 maanden (of 6 maanden) waarin niet gewerkt werd, en die valt tussen de datum van het verlaten van de school en 31 december van het lopende jaar, gelijkgesteld met normale werkdagen.

14. voor de genieters van brugpensioen, de periode vanaf op brugpensioenstelling tot 31 december van hetzelfde jaar;

15. voor de gepensioeneerden, de periode vanaf de opruststelling tot 31 december van hetzelfde jaar;

16. de periode vanaf het overlijden van een arbeider, tot 31 december van hetzelfde jaar.

 

 

B. Praktische schikkingen

 

De aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw mogen onze diensten vragen de administratieve formaliteiten i.v.m. de syndicale premie voor hen te verrichten.

 

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
06/12/2006
Registratienr
81510
Geldig van
01/01/2007
Geldig tot
31/12/2007
Neerleggingsdatum
08/12/2006
Registratiedatum
11/01/2007
Onderwerp
syndicale premie
BS Bericht van neerlegging
06/02/2007
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
27/04/2007
Gepubliceerd in het B.St. van
21/06/2007
Keywords
SYNDICALE PREMIE
Historiek
01/01/2019 31/12/2050 2501 Syndicale premie
01/01/2018 31/12/2018 2501 aanvullend sociaal voordeel
01/01/2012 31/12/2018 2501 aanvullend sociaal voordeel
01/01/2011 31/12/2011 2501 Vaststelling, voor het jaar 2011, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)
01/01/2009 31/12/2010 2501 Vaststelling, voor het jaar 2009, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)
01/01/2008 31/12/2008 2501 Vaststelling, voor het jaar 2008, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)
01/01/2007 31/12/2007 2501 Vaststelling, voor het jaar 2007, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)
01/01/2004 31/12/2006 2501 Fixation, pour l'ann 2004 et suivantes, du montant et des modalit d'octroi et de liquidation d'un avantage social complentaire (prime syndicale)
01/01/2002 31/12/2003 2501 Vaststelling, voor het jaar 2002, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)
01/01/2000 31/12/2001 2501 Vaststelling, voor de jaren 2000 en 2001, van het bedrag en de modaliteiten van toekenning en uitkering van een aanvullend sociaal voordeel (syndicale premie)