2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar - waarborg van vereffening van de vergoeding

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 26/07/2004
Geldig vanaf: 01/04/2003
Geldig tot: 30/06/2005

In de verlenging van de vroegere collectieve arbeidsovereenkomsten heeft het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren (P.C. 119) op 30 juni 2003 een C.A.O. gesloten met betrekking tot de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar. Deze CAO werd onder het nummer 67357/CO/119 geregistreerd.

Eveneens op datum van 30 juni 3003 werd een tweede CAO gesloten betreffende “de organisatie van de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de brugpensioenvergoeding”, geregistreerd onder het nummer 67361/CO/119.

 

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992). Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie nr. 355.

 

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren bestaat er eveneens een brugpensioenregeling vanaf 56 jaar. Voor deze bepalingen zie onze omzendbrief  Hfdst.21.2.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van beide CAO’s en vervolgens een beknopt commentaar.

 

A.   Recht op brugpensioen vanaf 58 jaar – C.A.O. van 30 juni 2003

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van de handel in voedingswaren.

§2        Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Artikel 2

Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad, "tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen", wordt de leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 58 jaar voor de arbeiders met een beroepsloopbaan van minstens 25 jaar.

Artikel 3

In de ondernemingen die minder dan 10 arbeiders tewerkstellen, moet het ontslag met het oog op brugpensioen een gevolg zijn van het initiatief van de werkgever. In de ondernemingen die 10 of meer arbeiders tewerkstellen, wordt het ontslag door de werkgever betekend, hetzij op zijn eigen initiatief, hetzij op geschreven aanvraag van de arbeider.

Artikel 4

De werkgevers zijn verplicht de arbeiders die hun recht op brugpensioen hebben doen gelden krachtens deze overeenkomst te vervangen.

Artikel 5

Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren wordt ermee belast de betaling van de aanvullende vergoeding in geval van brugpensioen vanaf 58 jaar te vergemakkelijken en te waarborgen, volgens de modaliteiten voorzien in de overeenkomst van 30 juni 2003.

Artikel 6

Voor de arbeiders die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het brutomaandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet.

Artikel 7

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2003 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2005.

 

B. de organisatie van de waarborg en de faciliteiten van vereffening van de brugpensioenvergoeding – CAO 30 juni 2003

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

§2        Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Principe

Artikel 2

Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren wordt gelast de vereffening te vergemakkelijken van de waarborgen van de vergoeding voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad "tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen", en dat in alle gevallen van toepassing van de regeling, behalve de gevallen bedoeld in artikel 8, 2de lid van deze overeenkomst.

HOOFDSTUK III - Vereffening van de aanvullende vergoeding

Artikel 3

De werkgever die (een) werk(man) (lieden) en/of (een) werkster(s) ontstaat die recht heeft (hebben) op een aanvullende vergoeding krachtens de overeenkomst bedoeld in artikel 2 of een ondernemingsovereenkomst gesloten in uitvoering van die overeenkomst en die enkel de brugpensioenleeftijd verlaagt, is gehouden daarvan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren in te lichten binnen de zeven dagen die volgen.

Artikel 4

De werkgever zal aan het Sociaal Fonds alle inlichtingen verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van deze overeenkomst, bij middel van formulieren die te zijner beschikking zullen worden gesteld.

Artikel 5

Het Sociaal Fonds zal elke maand, in de plaats van de werkgever, aan de begunstigden de aanvullende vergoeding betalen voorzien door de in artikel 2 bedoelde overeenkomst, volgens de modaliteiten die zullen worden vastgesteld door de Raad van Beheer.

Artikel 6

Het Sociaal Fonds zal op ieder ogenblik aan de begunstigden van de aanvullende vergoeding kunnen vragen het bewijs te leveren van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.

Wanneer in geval van arbeidsongeschiktheid de werkman of de werkster afziet van de aanvullende vergoeding om aanspraak te maken op de vergoeding ZIV, dient hij (zij) onmiddellijk het Sociaal Fonds daarvan te verwittigen.

Artikel 7

Het Sociaal Fonds zal elk kalenderkwartaal aan de betrokken werkgevers de bedragen meedelen die in de loop van het voorgaand kwartaal krachtens artikel 5 zijn betaald aan de werklieden en werksters van hun ondernemingen en hun verzoeken deze bedragen binnen de 30 daarop volgende dagen terug te betalen.

De administratieve kosten die voortvloeien uit de verrichte betalingen zijn ten laste van het Sociaal Fonds; ze zullen nochtans kunnen teruggevorderd worden bij de betrokken werkgevers bij eenvoudige beslissing van de Raad van Bestuur van het Sociaal Fonds.

In geval van niet terugbetaling of laattijdige terugbetaling door de werkgever, worden de door deze laatste verschuldigde bedragen verhoogd met verwijlintresten, zonder dat ingebrekestelling is vereist. De toegepaste verwijlintresten zijn dezelfde als deze die van toepassing zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

HOOFDSTUK IV - Waarborg van betaling van de aanvullende vergoeding

Artikel 8

Het Sociaal Fonds zal instaan voor de waarborg van de aanvullende vergoeding voorzien bij de in artikel 2 bedoelde overeenkomst ingeval een werkgever niet de verplichtingen nakomt die hem zijn opgelegd krachtens de artikelen 3 tot 7 van deze overeenkomst.

De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op de werkgever die in de onmogelijkheid is zijn verplichtingen na te komen wegens sluiting van onderneming, daar de waarborg van betaling van de aanvullende vergoeding dan is verzekerd door het Fonds tot vergoeding van de werknemers ontslagen in geval van sluiting van onderneming krachtens artikel 2 van de Wet van 30 juni 1967.

HOOFDSTUK V - Aanvullende vergoeding brugpensioen in geval van tijdskrediet

Artikel 9

Voor de arbeiders die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het brutomaandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet.

HOOFDSTUK VI - Diverse bepalingen

Artikel 10

In geval van niet verschuldigde betaling van de aanvullende vergoeding ingevolge vergissing of verkeerde inlichting, is de werkman of de werkster gehouden aan het Fonds de onverschuldigd betaalde bedragen terug te betalen.

Artikel 11

De werkman (werkster) die schuldeiser is van de aanvullende vergoeding zal het Sociaal Fonds in zijn (haar) plaats stellen voor zijn (haar) rechten en vorderingen voor de inning bij de werkgeverschuldenaar van de vergoeding, van de bedragen betaald en de kosten gedragen in toepassing van de artikelen 5, 7 en 8.

Artikel 12

Op verzoek van de ondernemingen die op hun niveau een regeling van brugpensioen hebben ingesteld die voor de werklieden en werksters gunstiger is dan deze vastgesteld bij de in artikel 2 bedoelde overeenkomst, en die krachtens ondernemingsovereenkomst kan het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren een afwijking toestaan van sommige bepalingen van deze overeenkomst in de voorwaarden en volgens de modaliteiten die het vaststelt.

Artikel 13

Elke betwisting met betrekking tot de toepassing van de overeenkomst kan worden voorgelegd aan de Raad van Beheer van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren.

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997. Ze treedt in werking op 1 april 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2005.

Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van een jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden ervan inlicht.

 

C. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk een einde neemt. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk daags waarop de CAO aflopt. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na afloop van de CAO.

2. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de arbeider die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

 

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie nr. 355.

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Zij wordt betaald door het sociaal fonds, dat nadien terugbetaling vordert van de werkgever.

Op eenvoudig verzoek verrichten onze diensten de administratieve formaliteiten t.a.v. het sociaal fonds voor de aangeslotenen van het erkende sociaal secretariaat Groep S - Sociale Samenwerking vzw.

 

Historiek
01/11/2013 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/07/2013 31/10/2013 2201 2101 Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar
01/01/2012 30/06/2013 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2010 31/12/2011 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2008 31/12/2009 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/07/2005 31/12/2007 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/04/2003 30/06/2005 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar - waarborg van vereffening van de vergoeding
01/04/2001 31/03/2003 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/04/1999 31/03/2001 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar