2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 29/05/2006
Geldig vanaf: 01/07/2005
Geldig tot: 31/12/2007

In de verlenging van de vroegere collectieve arbeidsovereenkomsten heeft het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren (P.C. 119) op 30 juni 2005 een C.A.O. gesloten met betrekking tot de toekenning van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar. Deze CAO werd onder het nummer 75811/CO/119 geregistreerd. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2005.

Voor de toepassing van het brugpensioen dient men bovendien rekening te houden met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992). Wij verwijzen hiervoor naar onze interprofessionele documentatie betreffende het brugpensioen (nr. 355).

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren bestaat er eveneens een brugpensioenregeling vanaf 56 jaar. Voor deze bepalingen zie onze omzendbrief  Hfdst.21.2.

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO en vervolgens een beknopt commentaar.

A. Recht op brugpensioen vanaf 58 jaar – C.A.O. van 30 juni 2005

Artikel 1

§1        Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van de handel in voedingswaren.

§2        Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Artikel 2

Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad, "tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen", wordt de leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 58 jaar voor de arbeiders met een beroepsloopbaan van minstens 25 jaar.

Artikel 3

In de ondernemingen die minder dan 10 arbeiders tewerkstellen, moet het ontslag met het oog op brugpensioen een gevolg zijn van het initiatief van de werkgever. In de ondernemingen die 10 of meer arbeiders tewerkstellen, wordt het ontslag door de werkgever betekend, hetzij op zijn eigen initiatief, hetzij op geschreven aanvraag van de arbeider.

Artikel 4

De werkgevers zijn verplicht de arbeiders die hun recht op brugpensioen hebben doen gelden krachtens deze overeenkomst te vervangen.

Artikel 5

Voor de arbeiders die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het brutomaandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet.

Artikel 6

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2007.

B. Commentaar

1. Leeftijdsvoorwaarde

Wanneer een arbeider ontslagen wordt door zijn werkgever kan hij het brugpensioen genieten op voorwaarde dat hij de leeftijd van minstens 58 jaar bereikt op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst werkelijk een einde neemt. Bovendien moet hij deze leeftijd bereiken uiterlijk daags waarop de CAO aflopt. Voor zover deze dubbele voorwaarde vervuld is, mag de opzeggingstermijn een einde nemen na afloop van de CAO.

2. Anciënniteitsvoorwaarde

Ingevolge het KB van 7 december 1992 dient de arbeider die het brugpensioen wil genieten het bewijs te leveren van minstens 25 jaar loondienst.

3. Vervanging van de bruggepensioneerde

In toepassing van het KB van 7 december 1992 moet de bruggepensioneerde werknemer verplicht vervangen worden door één of twee uitkeringsgerechtigde volledige werkloze(n) of hiermee gelijkgestelde werknemers. De vervanging moet plaatsvinden in de periode die zich uitstrekt vanaf de eerste dag van de vierde maand die de maand voorafgaat waarin het brugpensioen van de vervangen werknemer een aanvang neemt, tot de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand gedurende welke het brugpensioen een aanvang neemt. De vervanger moet in dienst worden gehouden gedurende de eerste 36 maanden die volgen op zijn indienstneming. Slechts in bepaalde gevallen kan een afwijking van de vervangingsplicht worden toegestaan.

Voor de hoedanigheid van de vervanger, de modaliteiten inzake de vervangingsplicht en de mogelijke afwijkingen, zie onze interprofessionele documentatie betreffende het brugpensioen (nr. 355).

4. Aanvullende vergoeding

Naast de werkloosheidsuitkeringen geniet de bruggepensioneerde een aanvullende vergoeding. Deze aanvullende vergoeding is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto-refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
30/06/2005
Registratienr
75811
Geldig van
01/07/2005
Geldig tot
30/12/2007
Neerleggingsdatum
30/06/2005
Registratiedatum
27/07/2005
Onderwerp
brugpensioen op 58 jaar
BS Bericht van neerlegging
18/08/2005
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
19/07/2006
Gepubliceerd in het B.St. van
28/09/2006
Keywords
TIJDSKREDIET/LOOPBAANVERMINDERING, LANDINGSBANEN, BRUGPENSIOEN
Historiek
01/11/2013 31/12/2014 2201 Historiek SWT 58 jaar – Kliksysteem
01/07/2013 31/10/2013 2201 2101 Werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar
01/01/2012 30/06/2013 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2010 31/12/2011 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/01/2008 31/12/2009 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/07/2005 31/12/2007 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/04/2003 30/06/2005 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar - waarborg van vereffening van de vergoeding
01/04/2001 31/03/2003 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar
01/04/1999 31/03/2001 2201 2101 Brugpensioen vanaf 58 jaar