1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
119.01.00-00.00, 119.02.00-00.00, 119.03.00-00.00

Bijwerking: 27/07/2004
Geldig vanaf: 01/04/2001
Geldig tot: 31/03/2003

In het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren werd op 20 december 2001 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen.  Zij werd  op 10 juli 2003 geregistreerd onder het nummer 66.823/CO/119.

 

Wij geven u hierna de integrale tekst van de CAO van 20 december 2001.

 

CAO van 20 december 2001 - risicogroepen

 

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§1            Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

§2            Met arbeiders worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van afdeling 1, hoofdstuk II van de Wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, alsmede in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 24 december 2002.

HOOFDSTUK II - Tewerkstelling van risicogroepen

Artikel 3

De ondernemingen die langdurig werklozen, laaggeschoolde werklozen, werklozen met een leeftijd van minstens 50 jaar, werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werklozen hebben gevolgd, gehandicapten, personen die terugkeren op de arbeidsmarkt of bestaansminimumtrekkers voor onbepaalde duur aanwerven, kunnen een eenmalige forfaitaire toelage ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren bekomen.

Deze toelage bedraagt tot 30.000 BF voor de voltijdse aanwerving van een arbeider en 15.000 BF voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider met een overeenkomst van minstens 18 uur/week.

Vanaf 1 januari 2002 bedraagt de toelage 743,68 € voor de voltijdse aanwerving van een arbeider of arbeidster en 371,84 € voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider of arbeidster met een overeenkomst van minstens 18 uur/week.

Deze toelage wordt toegekend voor de aanwervingen die plaatsvinden vanaf 1 januari 2001 wanneer de arbeider of arbeidster 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming.

Artikel 4

De ondernemingen die werknemers die geheel of gedeeltelijk hun beroepsloopbaan onderbreken, of werknemers die bruggepensioneerd zijn vanaf of na de leeftijd van 58 jaar vervangen door arbeiders die behoren tot de bovengenoemde risicogroepen, kunnen ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren genieten van dezelfde eenmalige forfaitaire toelage onder dezelfde voorwaarden als deze vastgesteld in artikel 3 hierboven.

Artikel 5

De ondernemingen die werknemers die bruggepensioneerd zijn op 56 jaar vervangen door arbeiders, kunnen ten laste van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren genieten van een eenmalige en forfaitaire toelage.

Vanaf 1 januari 2002 bedraagt de toelage 1.239,47 € voor de voltijdse aanwerving van een arbeider of arbeidster en 619,73 € voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider of arbeidster met een overeenkomst van minstens 18 uur/week.

 

Deze toelage bedraagt 50.000 BF voor de voltijdse aanwerving van een arbeider en 25.000 BF voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider met een overeenkomst van minstens 18 uur/week.

Deze toelage wordt toegekend wanneer de arbeider of arbeidster die de bruggepensioneerde vervangt 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming.

Artikel 6

De omschrijving van de bovengenoemde risicogroepen is deze vastgesteld bij K.B. van 12 april 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de Wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

Artikel 7

De Raad van Bestuur van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren wordt ermee belast de uitvoerings- en controlemodaliteiten voor de toekenning van de toelagen beschreven in de artikelen 3 tot 5 vast te stellen.

De uitbetaling van de toelagen geschiedt bij beslissing van de Raad van Bestuur of van het Directiecomité van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren. Er kan per arbeider slechts één maandelijkse toelage aan de werkgever toegekend worden. In voorkomend geval, kan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren de nodige beslissingen nemen om het bedrag van de toelagen bedoeld in de artikelen 3 tot 5 te beperken, om zo een overschrijding te voorkomen van de financiële middelen, voortvloeiend uit de bijdragen van 0,20 % bedoeld in artikel 8.

Artikel 8

Teneinde de financiering te verzekeren van de tewerkstellingsbevorderende maatregelen bedoeld in de artikelen 3 tot 5, zijn de werkgevers bedoeld in het eerste artikel aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren voor de periode van 1 januari tot 31 december 2002 een bijdrage verschuldigd van 0,20 % berekend op de brutolonen van de arbeiders.

Ze wordt geheven en geïnd door de RSZ, volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 14 tot 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 1978 tot instelling van een Fonds voor Bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij K.B. van 13 maart 1979.

HOOFDSTUK III - Vorming

Artikel 9

De werkgevers zullen in het kader van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 hun inspanning voor de beroepsopleiding van de arbeiders binnen de bedrijven verhogen met 0,20 % van de bruto loonmassa van de werklieden en werksters.

Artikel 10

De werkgevers zullen binnen het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 betreffende de ondernemingsraden van 9 maart 1972 inlichtingen verstrekken aan de ondernemingsraden over de verhoogde inspanning voor de beroepsopleiding van de arbeiders.

Artikel 11

De bepalingen van de artikelen 9 en 10 zijn niet van toepassing in de ondernemingen die reeds 1,8 % van de bruto loonmassa besteden aan de beroepsopleiding, zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord van 24 december 2002.

HOOFDSTUK IV - Slotbepalingen

Artikel 12

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2001.  Zij houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2003.

 

Historiek
01/01/2023 30/09/2023 1903 Risicogroepen
01/01/2021 31/12/2022 1903 Risicogroepen
01/07/2019 31/12/2020 1903 Risicogroepen
01/07/2017 30/06/2019 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen - Tewerkstellingspremie
01/07/2019 30/06/2019 1903 200102 Tussenkomsten van het Fonds: risicogroepen
01/07/2015 30/06/2017 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen - Tewerkstellingspremie
01/01/2014 30/06/2015 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen - Tewerkstellingspremie
01/07/2013 31/12/2013 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen - Tewerkstellingspremie
01/07/2013 01/07/2013 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen - Tewerkstellingspremie
01/07/2012 30/06/2013 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen - Tewerkstellingspremie
01/07/2011 30/06/2012 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen
01/04/2009 30/06/2011 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen
01/01/2009 31/03/2009 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen
01/04/2007 31/12/2008 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen
01/04/2005 31/03/2007 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen
01/04/2003 31/03/2005 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen
01/04/2001 31/03/2003 1903 4802 Initiatieven ten voordele van risicogroepen