040105 04011105 Loonvoorwaarden (118.11.05)
Paritair (sub-)Comité nr.:
118.11.00-00.00
Bijwerking: 09/09/2003
Geldig vanaf: 01/10/2003
Geldig tot: 31/05/2005
In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 14 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen. Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nr. 66782/CO/118.11.05. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2003.
In hetzelfde paritair comité werd op 14 mei 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de loonprogrammatie 2003-2004. Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nr. 66771/CO/118. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2003.
Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van beide CAO’s.
A. CAO 14/05/2003 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden
HOOFDSTUK I – Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de pluimveeslachterijen.
Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
(...)
HOOFDSTUK III – Uurlonen
Artikel 3
Op 1 oktober 2003 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen 6 maand anciënniteit in de onderneming tellen, ongeacht hun leeftijd:
|
38 uren/week |
Categorie I |
9,61 EUR |
Categorie II |
9,99 EUR |
Categorie III |
10,67 EUR |
Artikel 4
§ 1. Op 1 oktober 2003 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die 6 maand anciënniteit in de onderneming tellen, ongeacht hun leeftijd:
|
38 uren/week |
Categorie I |
9,66 EUR |
Categorie II |
10,04 EUR |
Categorie III |
10,72 EUR |
§ 2. De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 mei 2004 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 11 § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 betreffende het sociaal programma 2003-2004 voor de arbeiders van de voedingsindustrie.
Het resultaat van deze loonsverhoging wordt afgerond op twee decimalen.
Commentaar: voor de evolutie van de minimumuurlonen verwijzen wij u naar onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.1
Artikel 5
De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.
Onder tewerkstellingsperiodes dient men te verstaan de periodes gedekt door:
· alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschort; en/of
· een interimovereenkomst.
Artikel 6
In afwijking op artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 3 vermelde minimumlonen:
Leeftijd |
Percentage |
18 jaar en ouder |
90 |
17 jaar |
80 |
16 jaar |
70 |
15 jaar |
60 |
(...)
HOOFDSTUK V – Premie voor nachtarbeid
Artikel 8
De nacht omvat een periode van 8 uren die, behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, loopt van 22 tot 6 uur.
Artikel 9
De nachtarbeid geeft recht op een uurtoeslag van 20 %.
HOOFDSTUK VI – Premie voor ploegenarbeid
Artikel 10
Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 10 % wordt toegekend voor de arbeid geleverd:
- in de morgenploeg, in zover deze opeenvolgend en afwisselend is;
- in de namiddagploeg.
Een premie gelijk aan een uurtoeslag van 0,35 EUR wordt toegekend voor de arbeid geleverd in de morgenploeg voor zover deze niet opeenvolgend en afwisselend is. Deze uurtoeslag wordt op 1 januari 2004 gebracht op 0,37 EUR.
Behalve wanneer het anders voorzien wordt in het arbeidsreglement, zijn de arbeidsuren van de ploegen als volgt vastgesteld:
- voor de morgenploeg: van 6 tot 14 uur;
- voor de namiddagploeg: van 14 tot 22 uur.
Deze toeslagen kunnen niet met de in artikel 9 voorziene premie voor nachtarbeid gecumuleerd worden.
HOOFDSTUK VII – Koudepremie
Artikel 11
De arbeiders die gewoonlijk in koelkamers of –vrachtwagens tewerkgesteld worden, hebben recht op een toeslag van:
- 5 % wanneer de temperatuur in deze kamers of vrachtwagens lager ligt dan 5 graden Celsius;
- 10 % in de koelkamers of – vrachtwagens voor diepgevroren producten.
HOOFDSTUK VIII – Aanwezigheidspremie
Artikel 12
Een minimum aanwezigheidspremie van 0,30 EUR per uur wordt per betaalperiode betaald aan de arbeiders van categorie I die ten minste 21 jaar oud zijn, op voorwaarde noch gewettigd noch ongewettigd afwezig te zijn geweest gedurende de beschouwde betaalperiode, behalve voor jaarlijkse vakantie, klein verlet, arbeidsongevallen, syndicale vorming, werkloosheid of feestdagen.
HOOFDSTUK IX – Geldigheid
Artikel 13
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 31 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de pluimveeslachterijen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 september 2002 (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2002).
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.
Commentaar bij artikel 5:
De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.
B. CAO 14/05/2003 betreffende de loonprogrammatie 2003-2004
Toepassingsgebied
Artikel 1
§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de voedingsnijverheid, met uitzondering van:
- de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen;
- de ondernemingen van de groenteconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als RSZ-kengetal het nummer 51/… dragen.
Tot de sector van de groenteconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige producten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries.
§ 2. Met “arbeiders” worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Loonevolutie voor de arbeiders van de voedingsnijverheid
Artikel 2
De reële lonen kunnen in de periode 2003-2004 nominaal stijgen met 4,90 %, indexeringen inbegrepen, volgens de volgende modaliteiten.
Artikel 3
Een enveloppe van 0,50 % wordt voorbehouden voor ondernemingsoverleg. Bij gebrek aan collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten vóór 1 oktober 2003 zullen de reële lonen per 1 oktober 2003 verhogen met 0,50 %.
Artikel 4
Per 1 mei 2004 zullen de reële lonen verhogen met het saldo van de in artikel 2 vermelde nominale loonsverhoging van 4,90 %. Het paritair comité zal in de loop van januari 2004 dit saldo berekenen door de afgesproken nominale verhoging verhoogd met 100, zijnde 104,90, te delen door de gecumuleerde kost van de opeenvolgende indexeringen en loonsverhogingen van de jaren 2003 en 2004.
Paritair commentaar:
Per 1 mei 2004 gaat er een tweede loonsverhoging in van 1,71 %, te verhogen of te verminderen met het verschil tussen de reële en de verwachte indexering (1,45 %) per 1 januari 2004.
Illustratie: de evolutie van het loon in 2003-2004 in chronologische volgorde:
- 01/01/2003: 1,15 % jaarindexering;
- 01/10/2003: 0,50 % conventionele verhoging;
- 01/01/2004: jaarindexering = 1,45 % (veronderstelling);
- 01/05/2004: saldo: (4,90+100) : 100 * 1,0115 * 1,005 * 1,0145 = 104,90 : 103,13 = 1,0171 of 1,71 % conventionele verhoging.
Ondernemingsoverleg
Artikel 5
Een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten vóór 1 oktober 2003 kan de verhogingen van de reële lonen bepaald in deze overeenkomst vervangen door andere voordelen, voor zover de sectorale loonschalen en premies nageleefd worden.
Artikel 6
Een bijkomende enveloppe van maximum 0,50 % van de loonmassa wordt aan de ondernemingen toegewezen indien de werkgever vrijgesteld wordt van de storting van de bijdrage ter financiering van het sectoraal pensioenplan bij toepassing van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 betreffende het sociaal programma 2003-2004 voor de arbeiders van de voedingsindustrie.
Onder loonmassa wordt begrepen de brutolonen en de bijhorende sociale lasten.
Deze enveloppe dient verminderd te worden met alle mogelijke loonkostverhogende factoren tijdens de jaren 2003 en 2004.
Artikel 7
De partijen onderschrijven het beginsel dat het lokaal overleg voor de aanwending van deze enveloppe bestaat in het zoeken naar een evenwicht tussen de verbetering van de mobiliteit, de functieclassificatie, de indexering op zesmaandelijkse basis, de loon- en arbeidsvoorwaarden, de verdeling van de arbeid, de bedrijfsgebonden noden en de financiële draagkracht van de bedrijven.
Alle modaliteiten voor verbetering van de loon- en arbeidsvoorwaarden zijn bespreekbaar. Ook het omzetten van de procentuele loonsverhogingen in loonsverhogingen in vaste bedragen zijn bespreekbaar indien de saldoberekening uit artikel 4 nageleefd wordt.
Artikel 8
In het geval dat de toepassing van één of meerdere clausules van deze overeenkomst een onderneming in moeilijkheden kan brengen omwille van economische omstandigheden zoals hoge werkloosheid, vermindering van het productievolume, moeilijkheden op de exportmarkt, duidelijke vermindering van de rentabiliteit enz., dan kan, middels een collectieve arbeidsovereenkomst, de onderneming vrijgesteld worden van de hierboven gestelde verplichtingen. In elk geval dienen de sectorale loonschalen en premies nageleefd te worden.
Geldigheidsduur
Artikel 9
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.
Historiek | ||
---|---|---|
01/01/2022 | 31/12/2050 | 040105 Loonvoorwaarden- Pluimveeslachterijen |
01/07/2019 | 31/12/2021 | 040105 Loonvoorwaarden- Pluimveeslachterijen |
01/07/2017 | 30/06/2019 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/01/2016 | 30/06/2017 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/01/2014 | 31/12/2015 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/01/2011 | 31/12/2013 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/01/2009 | 31/12/2008 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/01/2007 | 31/12/2008 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/06/2005 | 31/12/2006 | 040105 Loonvoorwaarden in de pluimveeslachterijen |
01/10/2003 | 31/05/2005 | 040105 04011105 Loonvoorwaarden (118.11.05) |
01/11/2002 | 30/09/2003 | 040105 04011105 Loonvoorwaarden (118.11.05) |
01/05/2001 | 31/10/2002 | 040105 04011105 Loonvoorwaarden (118.11.05) |
01/06/1999 | 30/04/2001 | 040105 0401021105 Premies voor ploegen- en nachtarbeid (118.11.05) |
01/06/1999 | 30/04/2001 | 040105 0401011105 Loonvoorwaarden (118.11.05) |