04010104 Loonvoorwaarden (118.04.00)

Paritair (sub-)Comité nr.:
118.04.00-00.00

Bijwerking: 22/11/2000
Geldig vanaf: 01/06/1999
Geldig tot: 30/04/2001

In het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid werd op 30 april 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werklieden en werksters van de rijst- en maïsstijfselfabrieken, maïsmeel-, glucose- en aardappelmeelfabrieken gesloten.  Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nr. 51.292/CO/118.04.  Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 1999.

Wij geven u hierna de bepalingen betreffende de loonvoorwaarden.

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de rijst- en maïsstijfselfabrieken, glucose-, maïsmeel-  en aardappelmeelfabrieken.

§ 2. Met arbeiders worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II - Uurlonen

Artikel 2

Op 1 juni 1999 gelden volgende minimumuurlonen voor de arbeiders, ongeacht hun leeftijd:

 

 

 

38 uur

37 uur

Categorie I

355,75 BEF

364,15 BEF

Categorie II

364,70 BEF

373,45 BEF

Categorie III

373,80 BEF

382,60 BEF

Categorie IV

382,80 BEF

391,90 BEF

 

Deze minimumuurlonen worden verhoogd met 6,25 BEF per uur op 1 juni 2000, ongeacht het arbeidsduurstelsel.

 

Commentaar :      voor de evolutie van de minimumuurlonen, zie onze omzendbrieven Hfdst. 4.2.1.

 

Artikel 3

Gedurende de eerste zes maanden van tewerkstelling in de onderneming, te rekenen vanaf de eerste dag van de eerste indiensttreding, geldt een instaploon ten bedrage van 90 %  van het werkelijk betaalde loon van de functie in de onderneming.

De periodes van tewerkstelling in de onderneming voor 1 juni 1999 worden in mindering gebracht op deze zes maanden.  De periode van zes maanden kan slechts één maal per arbeider worden toegepast maar kan evenwel gespreid worden over meerdere tewerkstellingsperiodes.

Eens deze periode van zes maanden overschreden, heeft de betrokken arbeider recht op een premie ten bedrage van 10 % van het product bestaande uit 26 maal het normaal uurloon, vermenigvudigd met de overeengekomen arbeidsregeling van de betrokken arbeider in de onderneming.

De instaplonen kunnen niet ingeroepen worden voor de toepassing van artikel 10 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.

De instaplonen kunnen niet gecumuleerd worden met andere degressieve loonregelingen zoals deze voor stagiairs, industriële leerlingen en studenten.

Artikel 4

In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen:

Leeftijd                        Percentage

18 jaar en ouder                  90

17 jaar                                   80

16 jaar                                   70

15 jaar                                   60

 

HOOFDSTUK III - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

 

(...)

 

HOOFDSTUK IV – Premie voor nachtarbeid

 

(...)

COMMENTAAR: zie onze omzendbrief Hfdst. 4.1.2.4

 

HOOFDSTUK V – Premie voor ploegenarbeid

 

(...)

COMMENTAAR: zie onze omzendbrief Hfdst. 4.1.2.4

 

HOOFDSTUK VI – Gemeenschappelijke bepalingen voor de nacht- en ploegenarbeid

 

(...)

COMMENTAAR: zie ook onze omzendbrief Hfdst. 4.1.2.4

 

HOOFDSTUK VII - Geldigheid

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de minimumuurlonen van de arbeiders tewerkgesteld in de rijst- en maïsstijfselfabrieken, maïsmeel-, glucose- en aardappelmeelfabrieken, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1998 (Belgisch Staatsblad van 26 september 1998).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.  Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Gunstiger regelingen die voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

(...)

Commentaar:

De in artikel 2, eerste lid vermelde minimumuurlonen bedragen in Euro:

 

 

38 urenweek

37 urenweek

Categorie I

8.8188

9.0270

Categorie II

9.0407

9.2576

Categorie III

9.2663

9.4844

Categorie IV

9.4894

9.7149

 

 

 

 

 


Historiek
01/10/2023 31/12/2024 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2022 30/09/2023 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2019 31/12/2021 0401 Loonvoorwaarden
01/07/2017 30/06/2019 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2016 30/06/2017 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2014 31/12/2015 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2011 31/12/2013 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2009 31/12/2010 0401 Loonvoorwaarden
01/01/2007 31/12/2008 0401 Loonvoorwaarden
01/06/2005 31/12/2006 0401 Loonvoorwaarden
01/10/2003 31/05/2005 0401 04 Loonvoorwaarden (118.04.00)
01/11/2002 30/09/2003 0401 04 Loonvoorwaarden (118.04.00)
01/05/2001 31/10/2002 0401 04 Loonvoorwaarden (118.04.00)
01/06/1999 30/04/2001 0401 0104 Loonvoorwaarden (118.04.00)
01/06/1999 30/04/2001 0401 0204 Premies voor ploegen- en nachtarbeid (118.04.00)