1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen

Paritair (sub-)Comité nr.:
113.00.00-00.00

Bijwerking: 09/11/2017
Geldig vanaf: 01/01/2015
Geldig tot: 31/12/2016

In het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf werd op 30 november 2015 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de tewerkstelling van personen behorend tot de risicogroepen. Zij werd neergelegd op de griffie van de Dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 3 maart 2016 onder het nummer 131956/CO/113.

Tekst van de CAO

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen.

Met "werknemers" worden de werklieden en de werksters bedoeld.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten, enerzijds in toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), inzonderheid hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2, anderzijds het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van het artikel 189, 4de lid van dezelfde wet.

Artikel 3

Er wordt overeengekomen om 0,10 pct. van de aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven loonsom in 2015 en 0,10 pct. ervan in 2016 aan te wenden voor opleidingsacties ten voordele van werknemers of werklozen die behoren tot de risicogroepen.

De werkgevers moeten een jaarlijkse inspanning van tenminste 0,05 pct. van de loonmassa reserveren voor personen die tot de volgende doelgroepen behoren:

  1.  de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;
  2. de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag;
    a) hetzij doordat hun arbeisovereenkomst werd opgezegd en de opzeggingstermijn loopt;
    b) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming die erkend is als onderneming in moeilijkheden of in restructurering;
    c) hetzij doordat zij tewerkgesteld zijn in een onderneming waar een collectief ontslag is aangekondigd.
  3. niet-werkende en personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding.
    Onder "niet-werkenden" wordt verstaan:
    a) langdurig werkzoekenden, zijnde de personen in het bezit zijn van een werkkaart, bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden;
    b) uitkeringsgerechtigde werklozen;
    c) werkzoekenden die laaggeschoold of erg laaggeschoold zijn in de zin van artikel 24 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de tewerkstelling;
    d) herintreders, zijnde de personen die zich na een onderbreking van minstens 1 jaar terug op de arbeidsmarkt begeven;
    e) personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke integratie in toepassing van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, personen die gerechtigd zijn op maatschappelijke hulp in toepassing van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijke welzijn;
    f) werknemers die in het bezit zijn van een verminderingskaart herstructureringen in de zin van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen;
    g) werkzoekenden van allochtone afkomst die niet de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie bezitten, of van wie minstens één van de ouders deze nationaliteit niet bezit of niet bezat bij overlijden, of van wie minstens twee van de grootouders deze nationaliteit niet bezitten of niet bezaten bij overlijden;
  4. de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid, namelijk;
    a) de personen die voldoen aan de voorwaarden om ingeschreven te worden in een regionaal agentschap voor personen met een handicap;
    b) de personen met een definitieve arbeidsongeschiktheid van minstens 33 pct.;
    c) de personen die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te hebben op een inkomensvervangende of een integratietegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987 op de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
    d) de personen die als doelgroepwerknemer tewerkgesteld zijn of waren bij een werkgever die valt onder het toepassingsgebied van het Paritair Comité voor de beschutte en sociale werkplaatsen, van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap of door de Vlaamse gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse gemeenschap, van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse gemeenschapscommissie, of van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse gewest en van de Duitstalige gemeenschap;
    e) de gehandicapte die het recht op verhoogde kinderbijslag opent op basis van een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66 pct.;
    f) de personen die in het bezit zijn van een attest afgeleverd door de Algemene Directie Personen met een Handicap van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid voor het verstrekken van sociale en fiscale voordelen;
    g) de persoon met een invaliditeitsuitkering of een uitkering voor arbeidsongevallen of beroepsziekten in het kader van programma's tot werkhervatting;
  5. de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, bedoeld in artikel 27, 6° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, hetzij in het kader van een instapstage, bedoeld in artikel 36quater van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991.

Artikel 4

Van de artikel 3 bedoelde inspanning moet minstens de helft besteed worden aan initiatieven ten voordele van een of meerdere van de volgende groepen:

  1. de in artikel 3, 5° bedoelde jongeren;
  2. de in artikel 3, 3° bedoelde personen, die nog geen 26 jaar oud zijn.

Artikel 5

In 2015 en 2016 zullen de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren tenminste 0,10 pct. per jaar besteden van de loonsom aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, aan initiatieven voor vorming en tewerkstelling.

Artikel 6

Een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf" int de bijdragen.

Hij beheert en gebruikt de bijdrage voor specifieke vorming "ceramiekwerken", volgens een beslissing van de beheerraad van dit fonds.

Artikel 7

Ter compensatie van de uitvoering van deze overeenkomst vragen de partijen aan de Minister van Werk een vrijstelling voor de sector van de bijdragen van 0,10 pct. in 2015 en van 0,10 pct. in 2016 die voor dezelfde jaren aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid moeten worden gestort voor de risicogroepen.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2016.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
30/11/2015
Registratienr
131956
Geldig van
01/01/2015
Geldig tot
31/12/2016
Neerleggingsdatum
17/12/2015
Registratiedatum
03/03/2016
Onderwerp
tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
BS Bericht van neerlegging
15/03/2016
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
06/11/2016
Gepubliceerd in het B.St. van
14/12/2016
Keywords
RISICOGROEPEN, FONDSEN VOOR BESTAANSZEKERHEID

Datum CAO
12/05/2003
Registratienr
69032
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
04/11/2003
Registratiedatum
12/12/2003
Onderwerp
reglementering van de financiele tegemoetkomingen van het FBZ ten gunste van de tewerkstelling van werknemers die behoren tot de risicogroep
BS Bericht van neerlegging
29/12/2003
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
01/09/2004
Gepubliceerd in het B.St. van
05/10/2004
Keywords
RISICOGROEPEN

Historiek
01/01/2021 31/12/2022 1903 Risicogroepen
01/01/2019 31/12/2020 1903 Risicogroepen
01/01/2017 31/12/2018 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
01/01/2015 31/12/2016 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
01/01/2013 31/12/2014 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
01/01/2011 31/12/2012 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
01/01/2009 31/12/2010 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
01/01/2007 31/12/2008 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen
01/01/2005 31/12/2006 1903 4802 Tewerkstelling en opleiding van de risicogroepen