In het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters werd op 10 juni 2003 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de lonen en arbeidsvoorwaarden. Zij werd neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 28 november 2003 onder het nr. 68671/CO/107. Het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 december 2003.

Wij geven u hierna de bepalingen inzake de carenzdag en vervolgens een commentaar.

A. Tekst van de CAO

HOOFDSTUK I - Toepassingsgebied

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever, de werklieden en werksters van de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters (K.B. 29.01.1991 - B.S. 08.02.1991).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de CAO van 10 juni 1999 betreffende de arbeidsvoorwaarden voor de meester-kleermakers, de kleermaaksters en naaisters (Paritair Comité 107).

(…)

HOOFDSTUK VI - Carenzdag

Artikel 13

Vanaf 1 september 2003 valt voor arbeid(st)ers met een anciënniteit van minstens 5 jaar in de onderneming één carenzdag weg zoals bedoeld in artikel 52§1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

HOOFDSTUK VII - Slotbepalingen

Artikel 14

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Zij wordt van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, indien zij voor de jaarlijkse vervaldag niet door één van de ondertekenende partijen wordt opgezegd, mits een opzegging van drie maanden, bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de mesterkleermakers, de kleermaaksters en naaisters en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties.

B. Commentaar

Deze CAO legt een supplementaire verplichting op aan de werkgever ten opzichte van de werklieden.

Vanaf 1 september 2003 tot 31 december 2004, in geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte die minder dan veertien dagen duurt, is de werkgever verplicht tot betaling van één carenzdag (en vervolgens het gewaarborgd loon gedurende een periode van zeven kalenderdagen), ongeacht de duurtijd van de arbeidsongeschiktheid.

·       Voorbeeld

1.     Een arbeider is arbeidsongeschikt van 6 oktober tot en met 16 oktober 2003. De duur van de arbeidsongeschiktheid bedraagt dus 11 dagen.

2.     Vervolgens is hij een tweede keer arbeidsongeschikt van 4 oktober tot en met 12 oktober 2004.

De arbeider werkt normaal vijf dagen per week, van maandag tot vrijdag. De werkgever is verplicht als volgt te betalen :

1° periode arbeidsongeschiktheid

2° periode arbeidsongeschiktheid

·       Legende :

CD       =    carenzdag

GWL   =    gewaarborgd weekloon

TW      =    tweede week