1201 Werkgeversbijdrage in de vervoerskosten

In het Paritair Comité voor de meester-kleermakers, de kleemakers en naaisters werd op 25 oktober 2023 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten (nr. 183688/CO/107).

1. Gemeenschappelijk openbaar vervoer

1.1. Gemeenschappelijk openbaar treinvervoer

De bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten voor het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het treinvervoer, wordt vastgesteld op 100% van het gunstigste tarief waarvan de begunstigde kan genieten, in zoverre het verplaatsingen vanaf 5 km, berekend vanaf de vertrekhalte, betreft.
De bijdrage van de werkgevers in de vervoerskosten van de werknemers voor het treinvervoer wordt vastgesteld op 80% van de prijs van de treinkaart.

1.2. Ander gemeenschappelijk openbaar vervoer

Voor de afstand tot 5 km geldt vanaf 1 juli 2020 de collectieve arbeidsovereenkomst van de Nationale Arbeidsraad nr. 19/9.

1.3. Gemengde openbare vervoermiddelen

Bij achtereenvolgend gebruik van verschillende vervoermiddelen waarvan sprake in punt 1.1. en 1.2. is de bijdrage van de werkgevers op de respectievelijke afstanden van toepassing.
Wanneer slechts één vervoerbewijs wordt afgeleverd voor het geheel van de afstand, zonder dat in dit vervoerbewijs en onderverdeling wordt gemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, zal de bijdrage van de werkgever worden berekend op basis van de CAO nr. 19/9 opgenomen tabel met forfaitaire bedragen.

1.4. Derdebetalersregeling

De werknemers die gebruik maken van het treinvervoer voor hun woon-werkverplaatsingen of de trein combineren met een ander gemeenschappelijk vervoermiddel, worden vergoed voor hun verplaatsingskosten onder de derdebetalersregeling waardoor het woon-werkverkeer kosteloos is voor de werknemers.

2. Vervoermiddel ander dan gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel

2.1. Vervoermiddel ander dan fiets

Wanneer de werknemer gebruik maakt van een vervoermiddel ander dan een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel, dan is de tussenkomst van de werkgever gelijk aan 80 % van de treinkaart (2de klasse) voor een overeenstemmend aantal kilometers.

2.2. Fiets

De werknemers die zich met fiets verplaatsen naar het werk hebben recht op een fietsvergoeding van 0,28 EUR per km (vanaf 01/01/2024), zowel heen als terug.
Deze fietsvergoeding kan, voor de met de fiets afgelegde kilometers, niet worden gecumuleerd met andere werkgeverstussenkomsten in het woon-werkverkeer.

Het bedrag van de fietsvergoeding wordt automatisch aangepast aan het plafond voorzien door de cao nr. 164.

3. Tijdstip van terugbetaling

De terugbetaling van de vervoerskosten gebeurt minstens éénmaal per maand.

Voor de tabel met barema's, zie onze sectorale documentatie Hfdst. 1202.