Naast de verschillende re-integratiemogelijkheden voor zieke werknemers, heeft de wetgever ook initiatief genomen om de arbeidsrechtelijke gevolgen van werknemers die aangepast of ander werk uitvoeren in het kader van een re-integratietraject, te regelen. Concreet werden nieuwe bepalingen in de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 opgenomen die voorzien dat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst niet wordt geschorst tijdens de periode van aangepast of ander werk en dat de opzeggingsvergoeding wordt berekend op basis van het loon verschuldigd volgens de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. Deze bepalingen bieden rechtszekerheid aan de werknemers die een re-integratietraject doorlopen. Anderzijds worden de werkgevers ontheven van hun verplichting om gewaarborgd loon te betalen wanneer een werknemer opnieuw ziek wordt tijdens een periode van aangepast of ander werk.
Voorrang aan het behoud van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst
Er wordt voorrang gegeven aan de verdere uitvoering van de arbeidsovereenkomst zoals deze bestond vóór de uitvoering van het aangepast of ander werk via volgende maatregelen:
- de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt niet geschorst wanneer de werknemer, die arbeidsongeschikt is in het kader van de ziekte- en invaliditeitswet en die de toelating heeft gekregen om het werk te hervatten, tijdelijk met akkoord van de werkgever een aangepast of ander werk uitvoert. De oorspronkelijk voltijds tewerkgestelde werknemer wordt dus niet als een deeltijdse werknemer beschouwd in deze periode;
- er wordt een wettelijk vermoeden ingevoerd: de arbeidsrelatie die bestond vóór de uitvoering van het aangepast of ander werk wordt op weerlegbare wijze vermoed te zijn behouden, ondanks de uitvoering van het aangepast of ander werk of het sluiten of uitvoeren van een bijlage bij de arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer;
- tijdens de uitvoering van het aangepast of ander werk behoudt de werknemer alle bij de werknemer verbonden voordelen verbonden aan de oorspronkelijke arbeidsrelatie, behoudens wanneer de werkgever en de werknemer anders overeenkomen in een bijlage bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst;
- de werkgever en de werknemer hebben wel nog de mogelijkheid om, als daar reden toe is, een bijlage bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst af te sluiten waarin zij zelf regelingen kunnen treffen over het verschuldigde loon alsook over andere aspecten zoals het arbeidsvolume, de uurroosters, de inhoud van het aangepast of ander werk, de geldigheidsduur van de bijlage enz… Deze bijlage eindigt onmiddellijk en van rechtswege wanneer de werknemer niet langer voldoet aan de voorwaarden om recht te hebben op ziekte-uitkeringen en dus niet langer een vermindering van zijn vermogen van minstens 50 % behoudt vanuit geneeskundig oogpunt. De werknemer moet de werkgever dan onmiddellijk informeren over deze toestand. In dat geval wordt dus meteen teruggevallen op de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst.
Berekening van de opzeggingsvergoeding
Wanneer de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt verbroken tijdens de periode waarin de werknemer een toegelaten aangepast of ander werk uitvoert, moet de opzeggingsvergoeding worden berekend op basis van het krachtens de arbeidsovereenkomst verschuldigde loon vóór de uitvoering van het aangepast of ander werk.
Het betreft een bekrachtiging van de reeds bestaande rechtspraak hieromtrent.
Gewaarborgd loon
De bestaande praktijk van de mutualiteiten wordt bekrachtigd in die zin dat de werkgever niet langer gewaarborgd loon dient te betalen wanneer de werknemer opnieuw ziek wordt tijdens de periode van uitvoering van het toegelaten aangepast of ander werk. De werknemer zal dan onmiddellijk uitkeringen genieten van de mutualiteit.
Inwerkingtreding
Bovenstaande bepalingen treden in werking op 9 januari 2017.
Bron: wet van 20 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake arbeidsrecht in het kader van arbeidsongeschiktheid, B.S. 30 december 2016.