Scholingsbeding nog versoepeld voor knelpuntberoepen

Van 
94156

Als het een opleiding voor een knelpuntberoep betreft, heeft de werkgever voortaan de mogelijkheid om gebruik te maken van het scholingsbeding en dit zelfs als een opleiding wettelijk of reglementair verplicht is voor de uitoefening van het beroep.

In de huidige economische context zijn niveaubehoud en verwerving van competenties beslissende factoren voor de economische ontwikkeling en het concurrentievermogen. Het scholingsbeding is dan ook een interessante oplossing voor de werkgever die wenst te investeren in de competenties van zijn werknemers en daarbij wil vermijden dat ze hun nieuwe competenties onmiddellijk gaan gebruiken bij een andere werkgever.

1.  Principe

Het scholingsbeding is een beding waarbij de werknemer, die gedurende de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst een specifieke vorming volgt op kosten van de werkgever, zich ertoe verbindt om aan deze laatste een gedeelte van de vormingskosten terug te betalen in geval hij de onderneming verlaat vóór het einde van de door de partijen overeengekomen periode.

2. Geldigheidsvoorwaarden

Het scholingsbeding moet individueel en schriftelijk worden vastgesteld, en moet een reeks verplichte vermeldingen bevatten. Bovendien zijn er een aantal beperkende wettelijke voorwaarden verbonden aan de geldigheid van het scholingsbeding:

  • de geldingsduur van het scholingsbeding mag niet meer dan 3 jaar bedragen;
  • het bedrag dat de werknemer terugbetaalt als hij zijn ontslag geeft of wordt ontslagen om dringende reden mag nooit meer dan 30% van het jaarloon van de werknemer bedragen;
  • de vorming moet hem toelaten om nieuwe professionele competenties te verwerven die  ook buiten de onderneming kunnen worden gevaloriseerd;
  • de vorming moet een duur van minimum 80 uur of een waarde hoger dan het dubbel van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (GGMMI) hebben;
  • het jaarloon van de werknemer op wie het scholingsbeding van toepassing is, moet hoger zijn dan 34.180 EUR (1);
  • de vorming mag zich niet situeren in het wettelijk of reglementair kader vereist voor de uitoefening van het beroep waarvoor de werknemer werd aangeworven (2).

3. En voor knelpuntberoepen?

De wetgever schaft de voorwaarde af waarbij de vorming zich niet mag situeren in het wettelijk of reglementair kader vereist voor de uitoefening van het beroep waarvoor de werknemer werd aangeworven (2). Met andere woorden: de werkgever heeft voortaan de mogelijkheid gebruik te maken van een scholingsbeding zelfs als een opleiding verplicht is voor de uitoefening van het beroep. De enige voorwaarde is dat het overeengekomen beding betrekking moet hebben op een opleiding voor een beroep of een functie die voorkomt op de lijsten van knelpuntberoepen of moeilijk in te vullen functies van de Gewesten.

Deze nieuwigheid sluit aan op de vorige wijziging in oktober 2018. In ons artikel van 5 november 2018 vermeldden we al dat de loonvoorwaarde (1) werd afgeschaft voor knelpuntberoepen. Het doel van de wetgever is werkgevers aan te moedigen om te investeren in de opleiding in knelpuntberoepen.

4. Waar vindt u de lijst van knelpuntberoepen of moeilijk in te vullen functies van de Gewesten?

De lijsten van knelpuntberoepen kunnen worden geraadpleegd op de website van de bevoegde gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling:

 Het is de plaats van tewerkstelling die bepaalt welke lijst van toepassing is.

 

Bron 

Artikelen 13 en 14 van de wet 7 april 2019 betreffende de sociale bepalingen van de jobsdeal, B.S., 19 april 2019.