050101 0501 Eindejaarstoelage (Beschut wonen)

Paritair (sub-)Comité nr.:
330.01.50-00.00

Bijwerking: 05/11/2002
Geldig vanaf: 01/01/2003
Geldig tot: 31/12/2006

CAO 25/09/2002 (nr 64174), gewijzigd door CAO 16/10/2003 (nr 69017) 

Geldig van 1 januari 2003 voor onbepaalde duur

Bedrag

  • forfaitair gedeelte
  • variabel gedeelte : 2,5% van het geïndexeerd brutojaarloon van de WN

Betaling

in de loop van de maand december

Toekenningsmodaliteiten

  • Werkelijke of gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode of volledig loon
  • Gelijkstellingen : cf jaarlijkse vakantie arbeiders
  • Referentieperiode : 1 januari tot en met 30 september
  • In dienst voor 16de = 1 maand
  • Pro rata :
    - 1/9 per gepresteerde of gelijkgestelde maand in de referentieperiode, voor de WN in dienst genomen of uit dienst getreden tijdens de referentieperiode
    - deeltijdse WN

Uitsluitingen

  • Om dringende reden ontslagen WN
  • WN ontslagen tijdens proefperiode
  • Studentenarbeid
  • Vervangers voor het gedeelte waarvoor de vervangen WN de EP ontvangt
  • WN die zich in proeftijd bevindt op het ogenblik van de betaling van de toelage
  • WN die reeds een EP geniet die tenminste gelijkwaardig is

In het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten werd op 25 september 2002 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten betreffende de eindejaarstoelage.  Zij werd algemeen verbindend verklaard door een koninklijk besluit van 23 oktober 2002 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 5 november 2002.

Zij werd gewijzigd door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 16 oktober 2003, neergelegd op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen en geregistreerd op 12 december 2003 onder het nr. 69017/CO/305; het bericht van neerlegging verscheen in het Belgisch Staatsblad van 29 december 2003.  Artikel 9 van de CAO van 25 september 2002 werd gewijzigd.

Wij geven u hierna de nuttige bepalingen van deze CAO vervolgens enige commentaar en enkele belangrijke praktische schikkingen.

CAO van 25 september 2002

Artikel 1

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van :

- (...)

- de samenwerkingsverbanden voor de oprichting en het beheer van initiatieven van beschut wonen;

- (...)

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Artikel 2

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan het punt 1 van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000.

Artikel 3

De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst leggen de regels vast die op de in artikel 1 beoogde werknemers inzake eindejaarstoelage van toepassing zijn en dit voor het jaar 2003 en volgende jaren.

Artikel 4

Het bedrag van de eindejaarstoelage bestaat uit een forfaitair gedeelte, verhoogd met een veranderlijk gedeelte.

1) Het forfaitair gedeelte wordt vanaf 2003 berekend bij toepassing van artikel 5, § 2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987. Derhalve wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte van het in aanmerking genomen jaar bekomen door het forfaitair gedeelte, toegekend tijdens het vorig jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het vorig jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.

2) Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 % van het geïndexeerd bruto jaarloon van de werknemer. Onder geïndexeerd bruto jaarloon wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon, aan de betrokkene verschuldigd voor de maand oktober van het in aanmerking genomen jaar, desgevallend met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.

Artikel 5

§1. Het volledig bedrag van de eindejaarstoelage wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent die het uitvoeren van werkelijke of daarmee gelijkgestelde volledige arbeidsprestaties omvat en die zijn gehele loon heeft of zou hebben genoten tijdens de gehele referentieperiode.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties zijn deze, bedoeld in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders.

De referentieperiode is de periode, gaande van 1 januari tot en met 30 september van het betrokken jaar. Iedere gepresteerde of daarmee gelijkgestelde maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 toegekende toelage.

De ondernemingsniveau kunnen afwijkende regelingen, die bestaan bij de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die betrekking hebben op de referentieperiode, in voege blijven.

Onder maand wordt verstaan, iedere verbintenis welke is aangegaan voor de zestiende dag van de lopende maand.

§2. Als de werknemer de gehele toelage niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij in dienst werd genomen tijdens of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de toelage vastgesteld naar rata van de tijdens de referentieperiode verrichte of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties.

§3. Het bedrag van de toelage voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die hij in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.

Artikel 6

De eindejaarstoelage wordt in éénmaal uitbetaald in de loop van de maand december van het in aanmerking genomen jaar.

Artikel 7

§1. De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht tijdens een proefperiode waaraan een einde werd gemaakt, noch voor arbeidsprestaties, verricht in het raam van een studentencontract, of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de eindejaarstoelage ontvangt.

§2. De werknemers die zich in een proefperiode bevinden op het ogenblik van de betaling van de toelage van het in aanmerking genomen jaar, hebben geen recht op de toelage.

Artikel 8

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze, bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Artikel 9

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, met een opzegtermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsdiensten.

Opmerking: De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 (69016/CO/305) heeft de datum gewijzigd. De collectieve arbeidsovereenkomst treedt nu in werking op 1 januari 2003, ipv 1 oktober 2003.

Artikel 10

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst op van 22 oktober 1991 van toepassing op de instellingen die onder het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen ressorteren en van 15 december 1994 van toepassing op de revalidatiecentra, en dit vanaf het ogenblik dat de voordelen bedongen in deze collectieve arbeidsovereenkomst effectief worden toegekend.

Artikel 11

Partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief aan de werknemers zullen toegekend worden voor zover de koninklijke en ministeriele besluiten die de financiering ervan verzekeren, zoals deze door de Regering voorzien werden, effectief op 1 oktober 2002 in werking treden, hierbij invoerend:

(1) voor het personeel dat niet in het kader van de RIZIV forfaits gefinancierd wordt, een jaarlijkse financiering per VTE personeelslid ten bedrage van:

Vanaf 1 oktober 2002

- 2.383,56 EUR voor een verpleegkundige A1

- 2.176,58 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA

- 5.029,75 EUR voor een personeelslid verzorgende

- 733,87 EUR voor een paramedisch personeelslid

- 3.166,64 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid

Vanaf 1 oktober 2003

- 3.659,69 EUR voor een verpleegkundige A1

- 3.366,46 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA

- 6.058,40 EUR voor een verzorgend personeelslid

- 1.972,50 EUR voor een paramedisch personeelslid

- 4.124,02 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid

Vanaf 1 oktober 2004

- 3.711,54 EUR voor een verpleegkundige A1

- 3.496,09 EUR voor een verpleegkundige A2 of ZHA

- 6.588,42 EUR voor een personeelslid verzorgende

- 2.128,05 EUR voor een paramedisch personeelslid

- 7.550,84 EUR voor een administratief, werklieden- of technisch personeelslid

waarbij het geheel van voornoemde bedragen gekoppeld wordt aan het spilindexcijfer (...), aangepast overeenkomstig de modaliteiten van het stelsel van indexering aan de consumptieprijzen en onderworpen aan een globale budgettaire enveloppe berekend op basis van het in de sector effectieve tewerkstellingsvolume van het jaar 2001;

(2) voor het personeel gefinancierd binnen het kader van de RIZIV forfaits, een jaarlijkse financiering per VTE gelijk aan het bedrag overeenstemmend met voornoemde bedragen (rekening houdend met de lasten die reeds door de forfaits gedekt worden), vermeerderd met een bedrag overeenstemmend met de 1% baremieke verhoging toegekend op 1 oktober 2001 overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 december 2000 betreffende de optrekking met 1% van de lonen van sommige werknemers. Aangezien deze bedragen toegevoegd worden aan de geactualiseerde waarde van de RIZIV forfaits van toepassing op 30 september 2000 zoals gewijzigd overeenkomstig de tussen 30 september 2000 en 1 oktober 2002 aangepaste omkaderingsnormen, wordt de waarde van de forfaits (...) op 1 oktober 2002 op volgende bedragen vastgelegd:

(...) 

Praktische schikkingen

Wij vestigen de aandacht van de werkgevers aangesloten bij Groep S – Sociaal Secretariaat vzw op het feit dat op de voorbereide prestatieopgaven, opgesteld voor de betaling van de eindejaarspremie, slechts de werknemers vermeld worden die in dienst zijn.

Desgevallend dienen zij de werknemers toe te voegen die de onderneming verlaten hebben en recht zouden hebben op de eindejaarspremie.

Toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst: om de integrale tekst te lezen, klik op het registratienummer.

Datum CAO
25/09/2002
Registratienr
64174
Geldig van
-
Geldig tot
-
Neerleggingsdatum
03/10/2002
Registratiedatum
10/10/2002
Onderwerp
eindejaarspremie
BS Bericht van neerlegging
29/10/2002
Algemeen verbindend verklaring
-
Algemeen verbindend verklaard door Koninklijk Besluit van
23/10/2002
Gepubliceerd in het B.St. van
05/11/2002
Keywords
EINDEJAARSPREMIE

Historiek
01/01/2007 31/12/2050 050101 Eindejaarspremie - Beschut wonen
01/01/2003 31/12/2006 050101 0501 Eindejaarstoelage (Beschut wonen)